ESG in het bestuursverslag: de CSRD

Toepassingsgebied 

Sinds 1 januari 2024 geldt de CSRD voor grote bedrijven met meer dan 500 werknemers. Om verder als groot bedrijf onder de CSRD te kwalificeren, moet een bedrijf voldoen aan twee van de drie hierna genoemde vereisten, namelijk:

1. het bedrijf moet een netto-omzet hebben van meer dan € 50 miljoen, 

2. er moet meer dan € 25 miljoen op de balans van het bedrijf staan, en 

3. het bedrijf moet 250 of meer werknemers in dienst hebben. 

Voor middel- en kleinbedrijven krijgt de CSRD vanaf 1 januari 2026 meer belang. Dan is deze richtlijn ook van toepassing op mkb-ondernemingen die beursgenoteerd zijn. Tijdens een overgangsperiode bestaat voor hen een uitzonderingsregeling die een opt-out mogelijk maakt.

Ook kleinere bedrijven kunnen verwachten dat zij te maken krijgen met de richtlijn. Vaak zitten zij namelijk in de keten van activiteiten van grote ondernemingen. Dit betekent dat zij afnemers of leveranciers zijn. Onder de CSRD moeten grote ondernemingen een duurzaamheidsverslag opstellen, die ook de prestaties op ESG-onderwerpen van leveranciers en afnemers toelicht. Kleine(re) bedrijven kunnen daarom worden gevraagd informatie voor het duurzaamheidsverslag van grote ondernemingen aan te leveren.  

Hoe kunnen bedrijven zich voorbereiden op de CSRD?

Voor bedrijven die in de toekomst onder de CSRD gaan vallen, of bedrijven die zaken willen doen met CSRD-plichtige bedrijven, is het verstandig om zich alvast voor te bereiden. Dit is mogelijk door te beginnen met het verzamelen van relevante duurzaamheidsinformatie binnen de organisatie. Ook kan alvast in kaart worden gebracht of er goede processen zijn voor het verzamelen van die informatie. 

In het duurzaamheidsverslag moeten een aantal onderwerpen worden behandeld. Daaronder vallen bijvoorbeeld het bedrijfsmodel, de strategie, toekomst- en investeringsplannen en toegepaste zorgvuldigheidsprocedures. Daarnaast moeten de belangrijkste feitelijke of potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en mensenrechten, die ontstaan door eigen activiteiten of in de waardeketen, worden beschreven. 

In verschillende standaarden is specifieker geregeld hoe ondernemingen moeten voldoen aan de rapportageplicht onder de CSRD. De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) bieden handvatten voor hoe in de praktijk daadwerkelijk gerapporteerd moet worden. De ESRS moeten door alle ondernemingen die onder de CSRD vallen verplicht gevolgd worden. Om te voorspellen welke informatie zakenpartners van kleine ondernemingen zullen moeten opvragen, kunnen deze standaarden geraadpleegd worden. De standaarden in de ESRS zorgen ervoor dat alle grote bedrijven dezelfde criteria hanteren bij het opstellen van hun bestuursverslag. 

Voor beursgenoteerde mkb-ondernemingen worden de Listed Small and Medium Enterprise (LSME) Standards opgesteld. Deze standaarden zullen bovendien de maximale verplichtingen bevatten ten aanzien van de informatie die grote(re) bedrijven van mkb-ondernemingen kunnen opvragen. Voor niet-beursgenoteerde mkb-ondernemingen komt de Voluntary Sustainability Reporting Standard for Non-Listed Small and Medium Enterprises (VSME), die vrijwillig is. Deze vereenvoudigde standaarden zijn op het moment van schrijven van deze blog nog niet gepubliceerd.

De CSRD is een Europese richtlijn en die moet nog worden omgezet naar nationaal recht. De Nederlandse wetgever kan daarbij een aantal keuzes maken. Zo gaat hij waarschijnlijk bepalen dat het duurzaamheidsverslag door een accountant moet worden gecontroleerd. Verder kan de wetgever bepalen of de regels uit de CSRD ook van toepassing zullen zijn voor coöperaties.