Het wel of niet mogelijk maken van permanente bewoning van recreatiewoningen moet een lokale afweging blijven. De gemeente kan dat doen in samenspraak met eigenaar en bewoners van een vakantiepark. De VNG roept daarom de Tweede Kamer op tegen het voorstel voor landelijke regie te stemmen.

Lees onze inbreng voor het commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting (pdf, 153 kB)

Bezwaren tegen voorstel 

De minister van VRO heeft op 19 december 2024 een voorstel gepresenteerd voor een instructieregel die aangeeft dat een gemeente in haar omgevingsplan moet voorzien in het toestaan van bestaand gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning onder voorwaarden.

De VNG geeft aan dat permanente bewoning in recreatiewoningen weinig bijdraagt aan de woningnood. Zowel op korte termijn als structureel is deze verlichting marginaal. Met dit plan worden bij bewoners verwachtingen gewekt die niet kunnen worden waargemaakt. Ook legt de instructie een fors beslag op de ambtelijke en bestuurlijke capaciteit van de (meestal kleinere) gemeenten. Capaciteit die we beter kunnen inzetten voor andere prioriteiten zoals woningbouw.

Permanente bewoning recreatiewoningen helpt niet tegen woningnood

Het aantal mensen dat in een recreatiewoning woont, volgens een rapport van Berenschot grofweg 55.000, is lager dan het ministerie inschat. Nog veel minder mensen, ongeveer 2.000, hebben gemeld dat ze hier permanent zouden willen wonen. Het is allerminst zeker dat zij in aanmerking komen voor een persoonsgebonden vergunning voor permanente bewoning. Daartegenover staat dat het behandelen van zulke aanvragen zeer veel ambtelijke capaciteit zal vereisen.

Dit wil overigens niet zeggen dat gemeenten geen persoonsgebonden vergunningen voor permanente bewoning willen of kunnen afgeven. Ze verstrekken – daar waar dat kan – regelmatig persoonsgebonden vergunningen. Het gaat vaak om bewoners die minder zelfredzaam zijn of gezien hun persoonlijke of werkomstandigheden zelf geen woning kunnen vinden.

Mogelijkheid van permanente bewoning is beperkt

De ervaring leert dat het aantal parken dat geschikt is, of geschikt te maken is voor een permanente woonfunctie beperkt is. Parken liggen vaak in of tegen natuurgebieden aan, waardoor een bestemmingswijziging vanwege bijvoorbeeld natuurwetgeving niet mogelijk is. Ook liggen ze meestal op afstand van voorzieningen en zijn ze voor hulpdiensten moeilijk bereikbaar.

Instructie druist in tegen eerdere afspraken

Daarbovenop heeft de VNG grote bezwaren omdat zo'n instructie indruist tegen initiatieven die rijk, medeoverheden en de brancheorganisaties voor vakantieparken gezamenlijk hebben genomen, zoals de Actieagenda Vakantieparken. Vakantieparken zonder recreatief perspectief transformeren naar woonwijken is onderdeel daarvan. Omdat de ontwikkeling van elk vakantiepark maatwerk vereist, hanteren we het principe ‘1 park, 1 plan’.

Helder juridisch kader net 1 jaar oud

De Omgevingswet borgt sinds 1 januari 2024 een zorgvuldige afweging tussen het algemeen belang om een vakantiepark te revitaliseren of nieuwe functie te geven en het belang van personen die graag een persoonsgebonden vergunning voor permanente bewoning zouden willen hebben. We zien niet in waarom dit na 1 jaar alweer moet worden aangepast.

Gerelateerd nieuws

'Hittestress met dodelijke gevolgen vraagt om meer aandacht en voorzorgsmaatregelen'

Het Openbaar Ministerie heeft een boete van 25.000 euro geëist tegen een zorginstelling waar een 40-jarige hulpbehoevende cliënt overleed tijdens een hittegolf. De hittegolven in Nederland nemen toe en daarmee de gevaren. Tien miljoen Nederlanders lopen risico op hittestress en hittegerelateerde ziekten en de gevolgen voor kwetsbare groepen kunnen zelfs dodelijk zijn. Dit vraagt meer aandacht.

Klimaat

Hitte-aanpak 2025: groenere en koelere leefomgeving

Door klimaatverandering wordt het droger en warmer in de zomers. In het Regeerprogramma 2024 wordt daarom onder meer een kabinetsbrede actieagenda hitte (2025) aangekondigd. Op 2 juni 2025 is deze ‘Hitte aanpak 2025’ aan de Tweede Kamer aangeboden door drie departementen. Hierin is gekozen voor vier themalijnen, waaronder de Themalijn Gebied. Hierbij ligt de focus op onder meer het realiseren van een groenblauwe inrichting om schaduw en verkoeling te bieden. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in de ruimtelijke omgeving?

Omgeving

PBL: urgente opgaven rond wonen, landbouw en klimaatverandering vragen om keuzes van de politiek

Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving op het vlak van wonen, klimaat, energie, natuur en landbouw stagneert. Dit zijn urgente leefomgevingsopgaven voor het nieuwe kabinet. In twee gelijktijdig uitgebrachte publicaties, de ‘Balans van de Leefomgeving’ en ‘Keuzes voor de Leefomgeving’, schetst het PBL de grote leefomgevingsdossiers én geeft het verschillende keuzes voor beleid.

Omgeving

Emissievrije gebouwen worden verplicht

De Europese Commissie heeft, in verband met de energietransitie en de ambitie om een volledige circulaire economie in 2050 tot stand te brengen, regels vastgesteld voor de verduurzaming van gebouwen. Deze regels zijn vastgelegd in de Energy Performance of Buildings Directive, afgekort “EPBD”. Inmiddels is de EPBD op 24 april 2024 weer verder aangescherpt en is er een vierde versie tot stand gekomen, oftewel de “EPBD IV”. Deze regels staan voor de lidstaten van de Europese Unie in rang boven regels van de nationaal recht. De Nederlandse overheid voert de EPBD door in de nationale wetgeving, hoofdzakelijk door het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving aan de EPBD IV aan te passen. In deze blog zullen enkele aspecten van deze EPBD IV in grote lijnen nader worden belicht. Voor de praktijk zijn uiteraard ook de details van de EPBD en natuurlijk ook de uitzonderingen van belang, waarvoor de EPBD zelf zal moeten worden geraadpleegd.

Omgeving