Technologische oplossingen, waar Nederland ook goed in is, blijven nodig maar zijn niet voldoende. Een breder en samenhangend perspectief is nodig, van waaruit keuzes kunnen worden gemaakt die bijdragen aan een fundamentele omslag in onze omgang met water. In de signalering stelt de SER daarvoor vijf sociaal-economische vraagstukken centraal: structurele omgang met droogte, de verdeling van kosten, de waardering van water, de sturende rol van water en bodem, en het dragen van risico’s.

“Ons land heeft te maken met soms teveel, soms te weinig en vaak te vies water. Dat is op langere termijn niet houdbaar,” zegt Steven van Eijck, SER-kroonlid en voorzitter van de commissie die de signalering opstelde. “We staan voor fundamentele keuzes, waarbij de samenhang tussen verschillende maatschappelijke opgaven van belang is. Dat betekent naast een verantwoorde omgang met energie en grondstoffen ook een verantwoorde omgang met water. Hoe gaan we het water verdelen? Wie betaalt waarvoor en wanneer? Dat zijn urgente vragen waarover we het gesprek met elkaar moeten aangaan, vandaar deze signalering.”

Vraagstukken

De signalering gaat in op vijf sociaal-economische vraagstukken rond water: structurele omgang met droogte, financieringsprincipes, waardering van water, rekening houden met water en bodem, en kosten van schade en risico’s.

Structurele omgang met droogte

De kans op een zoetwatertekort neemt toe door opwarming en zeespiegelstijging. Nederland heeft via een verdringingsreeks vastgelegd hoe water bij ernstige droogte voor korte tijd en in geval van nood wordt verdeeld over verschillende gebruikers. De reeks biedt echter geen oplossing als er sprake is van langere perioden van droogte. Er ligt daarom een opgave in het zoeken naar een aanpak die een structurele, rechtvaardige prioritering van het watergebruik biedt, naast innovatieve technologische maatregelen.

Financieringsprincipes

Het Nederlandse waterbeheer heeft een robuust financieringsstelsel. In toenemende mate staan echter de onderliggende principes ter discussie zoals solidariteit, de vervuiler betaalt en de kostenveroorzaker betaalt. Er moet nader worden verkend hoe deze principes ervoor kunnen zorgen dat gewenst gedrag wordt gestimuleerd en de kostenverdeling als rechtvaardiger wordt beschouwd.

Waardering van water

Water is van onschatbare waarde voor de samenleving, maar het toekennen van de juiste waarde aan water is niet eenvoudig. De waarde zou zowel schaarste en overlast als de uiteenlopende baten moeten reflecteren. Het passend waarderen van water (met inachtneming van de lasten) biedt ook kansen voor duurzame groei en innovatie door bedrijven. De vraag is hoe meer waarde aan water kan worden toegekend op een manier die zorgt voor een betere (en betaalbare) omgang met water.

Rekening houden met water en bodem

De waterproblematiek vraagt om meer ruimte (bijvoorbeeld natuurlijkvriendelijke oevers, dijken). Dit geldt ook voor andere maatschappelijke opgaven (bijvoorbeeld woningbouw, natuur). In beleid wordt gesteld dat rekening moet worden gehouden met water en bodem bij onze ruimtelijke ordening, maar over de manier waarop verschillen de meningen. Het is een uitdaging om dit uitgangspunt praktisch toepasbaar te maken, zodat de rol van water en bodem goed wordt meegenomen bij afwegingen hieromtrent.

Kosten van schade en risico’s

Wateroverlast en droogte vormen aanzienlijke risico’s voor huiseigenaren en de economie. Schade als gevolg van wateroverlast en overstromingen is niet altijd verzekerd. De overheid kan onder voorwaarden helpen, maar nooit alle schade vergoeden in geval van een ramp. Momenteel ontbreekt een publiek-private compensatie-infrastructuur om schade bij wateroverlast en overstromingen te vergoeden. Dit leidt tot onduidelijkheid en heeft daardoor negatieve gevolgen voor burgers en het vestigingsklimaat voor bedrijven. Er zijn keuzes nodig om te komen tot een effectieve en rechtvaardige verdeling van de kosten en risico’s van waterschade.

Verdieping

Bij de signalering wordt ook een verdiepend document gepubliceerd. Hierin zijn de vijf sociaal-economische vraagstukken in relatie tot de waterproblematiek uitgebreider uitgewerkt en is aandacht voor de huidige inspanningen om deze problematiek aan te pakken.

Documenten

Gerelateerd nieuws

'Hittestress met dodelijke gevolgen vraagt om meer aandacht en voorzorgsmaatregelen'

Het Openbaar Ministerie heeft een boete van 25.000 euro geëist tegen een zorginstelling waar een 40-jarige hulpbehoevende cliënt overleed tijdens een hittegolf. De hittegolven in Nederland nemen toe en daarmee de gevaren. Tien miljoen Nederlanders lopen risico op hittestress en hittegerelateerde ziekten en de gevolgen voor kwetsbare groepen kunnen zelfs dodelijk zijn. Dit vraagt meer aandacht.

Klimaat

Hitte-aanpak 2025: groenere en koelere leefomgeving

Door klimaatverandering wordt het droger en warmer in de zomers. In het Regeerprogramma 2024 wordt daarom onder meer een kabinetsbrede actieagenda hitte (2025) aangekondigd. Op 2 juni 2025 is deze ‘Hitte aanpak 2025’ aan de Tweede Kamer aangeboden door drie departementen. Hierin is gekozen voor vier themalijnen, waaronder de Themalijn Gebied. Hierbij ligt de focus op onder meer het realiseren van een groenblauwe inrichting om schaduw en verkoeling te bieden. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in de ruimtelijke omgeving?

Omgeving

PBL: urgente opgaven rond wonen, landbouw en klimaatverandering vragen om keuzes van de politiek

Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving op het vlak van wonen, klimaat, energie, natuur en landbouw stagneert. Dit zijn urgente leefomgevingsopgaven voor het nieuwe kabinet. In twee gelijktijdig uitgebrachte publicaties, de ‘Balans van de Leefomgeving’ en ‘Keuzes voor de Leefomgeving’, schetst het PBL de grote leefomgevingsdossiers én geeft het verschillende keuzes voor beleid.

Omgeving

Emissievrije gebouwen worden verplicht

De Europese Commissie heeft, in verband met de energietransitie en de ambitie om een volledige circulaire economie in 2050 tot stand te brengen, regels vastgesteld voor de verduurzaming van gebouwen. Deze regels zijn vastgelegd in de Energy Performance of Buildings Directive, afgekort “EPBD”. Inmiddels is de EPBD op 24 april 2024 weer verder aangescherpt en is er een vierde versie tot stand gekomen, oftewel de “EPBD IV”. Deze regels staan voor de lidstaten van de Europese Unie in rang boven regels van de nationaal recht. De Nederlandse overheid voert de EPBD door in de nationale wetgeving, hoofdzakelijk door het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving aan de EPBD IV aan te passen. In deze blog zullen enkele aspecten van deze EPBD IV in grote lijnen nader worden belicht. Voor de praktijk zijn uiteraard ook de details van de EPBD en natuurlijk ook de uitzonderingen van belang, waarvoor de EPBD zelf zal moeten worden geraadpleegd.

Omgeving