Buijsen noemt de waarschuwing van de NZa gerechtvaardigd. “Van zorgverzekeraars mag worden verwacht dat ze duidelijk zijn over de vergoedingen wanneer naturaverzekerden dure zorg willen afnemen bij niet-gecontracteerde zorgaanbieders.” Wel stelt de hoogleraar dat het lastig is voor verzekeraars om precieze informatie te geven. "De NZa-regels zijn abstract en bieden weinig handvatten. Dit maakt het moeilijk om verzekerden concreet en volledig te informeren.”

Vrije artsenkeuze onder druk

Zorgverzekeraars zijn verplicht om een redelijk percentage van de kosten te vergoeden als verzekerden kiezen voor een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Maar volgens Buijsen verschilt dit sterk per situatie. “Het schilt nogal of je 25% van de kosten van een eenmalig voorgeschreven geneesmiddel dat je van de apotheker verstrekt krijgt uit eigen zak moet betalen of dat je hetzelfde percentage moet dragen van een wekenlang durend verblijf in een GGZ-kliniek”, legt Buijsen uit.

Deze verschillen zorgen ervoor dat de keuzevrijheid van verzekerden onder druk staat. Buijsen vermoedt dat patiënten hierdoor vaak alsnog voor een gecontracteerde zorgverlener kiezen. "Het blijft giswerk, want harde cijfers zijn er niet. Maar het is goed voorstelbaar dat patiënten, juist bij duurdere behandelingen, zich laten leiden door kostenoverwegingen."

Terechtwijzing als signaal 

Dat de NZa deze keer formeel optreedt, is opmerkelijk. "Het is ongebruikelijk dat de NZa zo'n formele terechtwijzing geeft," aldus Buijsen. "Meestal kiest men voor informele gesprekken met verzekeraars." Toch signaleert hij een bredere trend: "De wachttijden, met name in de GGZ, zijn inmiddels ontoelaatbaar lang. De NZa lijkt scherper op te treden tegen zorgverzekeraars." 

Het blijft volgens Buijsen de vraag in hoeverre deze formele waarschuwing leidt tot structurele verbeteringen. “De zorgverzekeraars worden nu gedwongen toch met preciezere regels en procedures te komen. In hoeverre zij daarin slagen, blijft te bezien.”

Kritiek op de NZa en het belang van zorgverzekeraars

Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze vindt dat de NZa niet ver genoeg gaat. De stichting wil dat de toezichthouder expliciete grenzen stelt aan de kosten voor niet-gecontracteerde zorg. Buijsen plaatst kanttekeningen bij hun rol. “De stichting behartigt niet de belangen van patiënten, maar die van niet-gecontracteerde zorgaanbieders.” Hij stelt dat zorgverzekeraars vaak goede redenen hebben om geen contracten met bepaalde zorgaanbieders te sluiten. “Soms is de kwaliteit van de zorg onder de maat of zijn de tarieven simpelweg te hoog.” Ten slotte wijst Buijsen op een ander belangrijk risico: “Niet-gecontracteerde zorg blijkt in de praktijk fraudegevoeliger.”

Afschaffing van de restitutiepolis?

De discussie over vrije artsenkeuze laait verder op door de afschaffing van de restitutiepolis. Met deze polis kregen verzekerden een volledige vergoeding, ook bij niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Buijsen nuanceert dit beeld. “Die polis is niet wettelijk afgeschaft. Zorgverzekeraars hebben simpelweg besloten hem niet langer aan te bieden omdat het financieel niet rendabel was.” Wat resteert zijn de naturapolis en de combinatiepolis. 

Oplossingen voor de toekomst

Buijsen benadrukt dat zorgverzekeraars verzekerden altijd zullen ontmoedigen om voor niet-gecontracteerde zorg te kiezen. “Dat is structureel. Maar dit laat onverlet dat zij duidelijker kunnen en moeten zijn in hun informatieverstrekking naar (gegadigde) verzekerden.”

Met de toenemende druk op de zorgsector lijkt de discussie over vrije artsenkeuze voorlopig nog niet beslecht. De NZa zet een eerste stap door zorgverzekeraars formeel aan te spreken, maar de toekomst zal uitwijzen of dit genoeg is om het recht op vrije artsenkeuze daadwerkelijk te waarborgen. “Laten we maar eens kijken op welke wijze de zorgverzekeraars invulling geven aan het NZa-handhavingsbesluit.”

Gerelateerd nieuws

Inspraak burgers: mensen zijn niet verwend – ze willen duidelijkheid

Wat heb je eraan om burgers te vragen naar hun mening over klimaat, zorg of migratie? Meer dan vaak wordt gedacht – want mensen zijn wél bereid verder te kijken dan hun eigenbelang, als je het goed aanpakt, schrijft SCP-directeur Karen van Oudenhoven in deze column.

Brede welvaart vraagt om stevig fundament

Wat betekent brede welvaart in een tijd van ingrijpende maatschappelijke transities? Hoe kunnen we een samenleving vormgeven waarin brede welvaart écht centraal staat? Die vragen stonden centraal tijdens het congres van Institutions for Open Societies (IOS). In een tijd van politieke, sociale en ecologische transities werd duidelijk dat verandering begint bij de systemen die ons dagelijks leven vormgeven.

Aanpak overgewicht vergt nationale strategie

Er is een nationale strategie nodig om overgewicht in Nederland aan te pakken. Zonder samenhangend beleid blijft het toch al hoge aantal mensen met overgewicht alleen maar stijgen, met alle grote gevolgen van dien. Dat schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland in een notitie in de aanloop naar het Tweede Kamerdebat over leefstijlpreventie, dat donderdag plaatsvindt.

Zorg & Sociaal

Nederlandse leerlingen kwetsbaar in veranderende wereld

De wereld om ons heen verandert. De arbeidstekorten zijn hoog, de democratie staat wereldwijd onder druk en conflicten belanden via sociale media met grote snelheid in de klas en in de collegezaal. Dat betekent iets voor de manier waarop jongeren de maatschappij toetreden. Het is een kernfunctie van het onderwijs om de toekomstige generatie op te leiden tot actieve burgers die onze democratie zowel dragen als verdedigen. Dit kan het onderwijs natuurlijk niet alleen, maar het heeft daar wel een belangrijke rol in. Veel scholen en instellingen worstelen echter met deze opgave. Dat blijkt onder andere uit de grote hoeveelheid herstelopdrachten die de Inspectie van het Onderwijs geeft op burgerschap en de beperkte burgerschapskennis van onze leerlingen. Ook op andere plekken in het onderwijs liggen kansen om leerlingen en studenten tot ontwikkeling te laten komen. Die kansen moeten we benutten, omdat het juist in tijden van verandering en onrust belangrijk is dat onze jongeren weerbaar en toekomstbestendig zijn. Docenten, schoolleiders en bestuurders verdienen steun bij deze uitdagende opgave. Dat schrijft de Inspectie van het Onderwijs op basis van de bevindingen in de Staat van het Onderwijs 2025.

Zorg & Sociaal