Om mensen in Nederland meer in beweging te krijgen, is structureel en langlopend beweegbeleid nodig dat niet gekoppeld is aan een kabinetsperiode of een kort actieprogramma. Dat concludeert het RIVM in een tussenevaluatie van het Actieplan Nederland Beweegt. Een systeemverandering, die uiteindelijk kan leiden tot meer bewegen, is een proces van de lange adem. Met het Actieplan is hiervoor een belangrijke eerste stap gezet en zijn er diverse positieve ontwikkelingen zichtbaar.

Het ministerie van VWS(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wil het voor mensen makkelijker maken om elke dag meer te bewegen. Hiervoor zijn onder andere veranderingen in de leefomgeving nodig, zoals genoeg veilige fietspaden en speeltuinen. Maar ook samenwerkingen met partijen in de zorg, het onderwijs of op de werkvloer, van lokaal tot landelijk niveau. VWS heeft hiervoor het Actieplan Nederland Beweegt gemaakt, dat loopt van 2023 tot 2025. Dit beleid is anders dan eerder beleid. Er wordt met een systeemaanpak ingezet op alles wat met bewegen te maken heeft en dus niet alleen op één specifiek onderdeel zoals sporten.

Meer aandacht en samenwerking

Het RIVM volgt de voortgang van het Actieplan. Dit eerste rapport laat zien wat er in de eerste 1,5 jaar is bereikt. Het is niet realistisch om relatief kort na de start van het Actieplan al meetbare veranderingen in het beweeggedrag van de bevolking te verwachten. Wel zijn er eerste positieve ontwikkelingen te zien. Zo hebben beleidsmakers van VWS en maatschappelijke organisaties meer aandacht voor bewegen. Ook werken (lokale) partijen uit verschillende vakgebieden meer samen om bewegen via de leefomgeving te stimuleren. Het RIVM adviseert om te blijven investeren in domeinoverstijgende samenwerkingen en de concrete invoering van beweegbeleid.

Plannen omzetten in acties

Verder sloten zich in één jaar tijd drie keer zoveel partijen aan bij de Beweegalliantie , tot ruim 400. Hieruit zijn 21 samenwerkingsverbanden begonnen, vooral binnen het onderwijs, de zorg en het werk. Ook worden lokale initiatieven over bewegen op verschillende manieren ondersteund. Een voorbeeld hiervan is Regioaanpak Beweeg V(MB)O. Hierin werken diverse (v)mbo-scholen in de regio’s Rijnmond en Haaglanden aan het stimuleren van meer beweging op en rondom hun locaties. In het algemeen gesproken is het wel belangrijk dat partijen plannen voor meer bewegen ook daadwerkelijk omzetten in concrete acties en dat kennis over wat wel en niet werkt goed wordt uitgewisseld. Het RIVM adviseert daarom om het beleid zoals beschreven in het Actieplan langer door te voeren, ook na 2025.

Conclusies vergelijkbaar met andere rapporten

De conclusies van dit rapport zijn vergelijkbaar met andere recente RIVM-rapporten, zoals het eerste rapport over het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en de nieuwste Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Ook daar benoemde het RIVM dat structureel langetermijnbeleid noodzakelijk is om veranderingen te realiseren.

Het RIVM blijft de voortgang van het Actieplan Nederland Beweegt volgen. De publicatie van de eindrapportage staat gepland voor december 2025.

Publicatie

Evaluatie Actieplan Nederland Beweegt. Voortgangsrapportage 2024

Gerelateerd nieuws

Effect afspraken tegen agressie en geweld in publieke sector kan groter

In 2010 zijn afspraken tussen politie en OM vastgelegd over agressie- en geweldszaken tegen werknemers met een publieke taak. Dit om te komen tot eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van deze zaken. Uit onderzoek blijkt dat de afspraken daar positief aan bijdragen, maar dat er ook knelpunten zijn in de uitvoering. Zo is de informatievoorziening aan slachtoffers beperkt en kan de betrokkenheid van hun werkgevers beter. Ook wisselt de kwaliteit en snelheid van het aangifteproces en is er onduidelijkheid over (deels) anoniem aangifte doen. Dit onderzoek is inmiddels de derde evaluatie van de afspraken. Het biedt verschillende handvatten om de knelpunten aan te pakken. Om het effect van de afspraken te vergroten, is het nodig dat die worden opgepakt.

De impact van digitale technologie op ons welzijn: waar moet onderzoek zich de komende jaren op richten?

Slimme apparaten, videogames, wearables, sociale media, internet, AI of extended reality (XR), ons leven is vol van technologie. Wat doen deze digitale technologieën precies met ons welzijn? Maken ze ons gelukkiger, gezonder, meer verbonden? Of juist het tegenovergestelde? Het antwoord is niet zwart-wit. Digitale technologieën bieden kansen, zoals meer autonomie en sociale verbondenheid. Maar ze kunnen ook risico’s met zich meebrengen, zoals stress, een gevoel van afhankelijkheid of sociale uitsluiting. Het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn van het Trimbos-instituut brengt met de nieuwe onderzoeksagenda in kaart waar onderzoek de komende jaren de meeste waarde kan toevoegen. Zo kunnen we beter begrijpen welke effecten digitale technologieën hebben op ons mentale, fysieke en sociale welzijn.

Overheid laat burger verdwalen in de jungle van gegevensverwerking

Wat kun je als burger doen wanneer de overheid je persoonsgegevens gebruikt en daarmee besluiten neemt waar je het niet mee eens bent? Fatma Çapkurt promoveerde op een onderzoek hiernaar. Burgers moeten verwerking van hun gegevens beter kunnen beoordelen.

Ruimte voor de Rivier 2.0 officieel gestart

Rivieren zijn belangrijk voor Nederland: ze voeren te veel water af, ze zijn economisch belangrijk als vaarweg voor schepen, ze zorgen voor zoetwater voor de landbouw, natuur en een deel van ons drinkwater en ze zorgen voor een fijne leefomgeving. Op 3 april is de officiële aftrap gegeven voor Ruimte voor de Rivier 2.0, een programma waarin maatregelen worden uitgewerkt om de Nederlandse rivieren voor te bereiden op toekomstig hoog- en laagwater.

Omgeving