Het RIVM onderzocht de drinkwatervoorziening voor de periode 2030 tot 2050. Ook als er op drinkwater bespaard wordt, moet er rekening mee gehouden worden dat de beschikbaarheid van drinkwater na 2030 toch nog onder druk kan komen te staan. Dit komt doordat de vraag naar drinkwater stijgt door groei van de bevolking. Ook kan klimaatverandering gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van, en de vraag naar, water. Daarnaast is de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater vaak onvoldoende, waardoor extra zuivering nodig is.

Beschikbaarheid van water en nieuwe bronnen 

Op dit moment is er niet altijd genoeg zoet grondwater beschikbaar om drinkwater van te maken. Eén van de mogelijkheden is om als aanvulling ook brak grondwater te gebruiken. Brak water is een mengsel van zout- en zoetwater. Mogelijk kunnen in de toekomst ook zeewater en gezuiverd afvalwater worden gebruikt. Voor deze bronnen is meer zuivering nodig dan voor de traditionele bronnen. Daarnaast moet de wet- en regelgeving worden aangepast om deze nieuwe bronnen te mogen gebruiken voor drinkwater.  Ook is het belangrijk dat drinkwaterbedrijven makkelijk kunnen overschakelen op andere bronnen op het moment dat er minder water beschikbaar is.

Meer zuivering nodig door slechtere kwaliteit  

Niet alleen de beschikbaarheid maar ook de kwaliteit van het beschikbare water voor drinkwater staat onder druk. Dit komt door lozingen op het oppervlaktewater en door klimaatverandering.  Door droogte is er minder water beschikbaar en kan verzilting optreden. Oppervlaktewater kan te warm worden waardoor er meer ongewenste bacteriën in groeien. Bij hevige regen kan oppervlaktewater vervuild raken met rioolwater. Daardoor zijn extra maatregelen nodig om het drinkwater van goede kwaliteit te houden. De verwachting is dat deze klimaateffecten in de toekomst vaker optreden.

Schoonhouden beter dan schoon maken

Veel drinkwaterbedrijven verwachten dat ze in de toekomst meer moeten zuiveren voor een goede drinkwaterkwaliteit. Bijvoorbeeld met membraanfilters, die zeer schoon drinkwater kunnen maken. Deze zuivering van water kost veel geld en energie. Het is daarom belangrijk dat het water in bronnen voor drinkwater schoner wordt. Drinkwaterbedrijven hoeven dan zo min mogelijk te zuiveren. Nederland streeft de doelen na die in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn vastgelegd.

Context van dit onderzoek 

Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Dit onderzoek is een vervolg op het rapport uit 2023 over de beschikbaarheid van drinkwater tot 2030. Het ministerie is daarop het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 gestart.  

Gerelateerd nieuws

Inpassing van de BOPA zonder risico?

Om een activiteit die in strijd is met de (beoordelings-)regels uit het omgevingsplan toch mogelijk te maken, kan onder de Omgevingswet gekozen worden voor een wijziging van het omgevingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (hierna: BOPA). In de praktijk wordt momenteel veelvuldig gekozen voor het verlenen van een BOPA in plaats van het wijzigen van het omgevingsplan. Dat komt omdat bij strijd met het omgevingsplan (veelal betreft het hier een strijdigheid met de oude bestemmingsplannen) de regels uit het tijdelijk deel niet kunnen worden gewijzigd; als een wijziging van de regels uit het tijdelijke deel nodig is, moeten alle regels voor de betrokken locatie opnieuw worden vastgesteld in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Dat is niet altijd wenselijk. Gemeenten en initiatiefnemers moeten zich er echter van bewust zijn dat er ook een keerzijde is aan het werken met BOPA’s. De BOPA’s moeten namelijk (op den duur) worden ingepast in het omgevingsplan. Dat kan voor het bevoegd gezag niet alleen een behoorlijke exercitie zijn, maar ook betekenen dat de BOPA opnieuw tegen het licht wordt gehouden en tegen de inpassing van de BOPA in rechte door derden (weer) wordt opgekomen. Wanneer en hoe verleende BOPA’s moeten worden ingepast en wat de gevolgen van de inpassing kunnen zijn, lees je in dit blog.

Omgeving

Hoe maken we steden leefbaar in tijden van groei en ongelijkheid?

In de 21e eeuw zal twee derde van de wereldbevolking in steden leven. Globalisering, nieuwe technologieën, massamigratie en toenemende ongelijkheid – de stad van de toekomst is geen vanzelfsprekend succes. Hoe betrekken we kwetsbare groepen? Welke rol speelt slimme technologie in het besturen van een stad? En wat is er nodig wil een stad in de toekomst duurzaam en rechtvaardig kunnen zijn?

Visitaties maken duidelijk: aandacht voor leefbaarheid wijken blijft hard nodig

De eerste uitgave van het Trendbeeld van de Stichting Visitaties Woningcorporaties Nederland (SVWN) legt de vinger op de zere plek: in sommige sociale huurwijken komt de leefbaarheid in het gedrang. Dit blijkt uit de ruim 50 visitaties die in 2024 bij corporaties zijn gehouden. Duidelijk is dat versnelling van nieuwbouw, woningverbetering en verduurzaming voorop staan. Logisch, gelet op de grote woningnood, maar de lokale betrokkenen die voor visitaties werden geïnterviewd geven ook een duidelijke boodschap af: vergeet de leefbaarheid van wijken niet. Wouter Beekers van de SVWN adviseert: ‘Bekommer je om de wijken en hun bewoners. En werk beter samen op het gebied van wonen en welzijn.’

Omgeving

Voor de transitie naar duurzame grondstoffen is 1,4 keer meer ruimte nodig

In opdracht van de Provincie Zuid-Holland en de Gemeente Rotterdam hebben ISPT, Deltalinqs en QuoMare de veranderingen in de raffinagesector als gevolg van de energietransitie in kaart gebracht. Het belangrijkste doel van deze studie was om te onderzoeken hoe de overstap van fossiele grondstoffen naar hernieuwbare alternatieven in het Havenindustrieel Complex van Rotterdam (HIC) kan plaatsvinden, in de wetenschap dat er weinig ruimte beschikbaar is. De belangrijkste aanbeveling? Verschuif de focus van kortetermijndoelen (2030) naar langetermijndoelen (2050 en verder).

Omgeving