In de Zembla-aflevering 'Gevlucht en verwaarloosd' Opent extern, uitgezonden op 16 maart, belichten diverse experts de problematische situatie in de opvang voor minderjarige vluchtelingen. Deze kinderen en jongeren worden in pleeggezinnen geplaatst waar ze regelmatig te maken krijgen met verwaarlozing, mishandeling of andere onveilige situaties. Daarnaast verblijven veel kinderen zonder verblijfsstatus in gebrekkige noodopvanglocaties met minimaal toezicht, zoals afgelegen hotels, waar in sommige gevallen ook criminele activiteiten plaatsvinden.

Stichting Nidos draagt de voogdij over deze kinderen en heeft, zo stelt Zembla, de verantwoordelijkheid voor hun verzorging en opvoeding. De stichting wordt hiervoor gefinancierd door het Ministerie van Asiel en Migratie.

Geweld in de opvang van minderjarige vreemdelingen bekend sinds 2019

De huidige misstanden vormen geen nieuw fenomeen, bevestigt Bouabid wanneer hij in de uitzending naar zijn bevindingen wordt gevraagd. In 2019 publiceerde hij, in samenwerking met projectleider en hoogleraar Criminologie Richard Staring, een onderzoek naar geweldsincidenten in de overheidsopvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen gedurende de periode 1990-2018. Dit onderzoek maakte deel uit van de Commissie De Winter, die op verzoek van het toenmalige kabinet onderzoek deed naar geweld in de Nederlandse jeugdzorg sinds 1945, met als doel toekomstig geweld zo veel mogelijk te voorkomen.

Over het geweld dat hij tijdens zijn onderzoek documenteerde, verklaart Bouabid in Zembla: "We constateerden talrijke vormen van geweld. Twee specifieke categorieën kwamen echter sterk naar voren. Ten eerste onderling fysiek geweld – alledaagse conflicten, meningsverschillen en spanningen die ontstaan tussen personen die op dezelfde beperkte oppervlakte samenwonen. Deze situaties kunnen escaleren tot gevechten waarbij meerdere jongeren betrokken raken. Daarnaast observeerden we zelfbeschadiging, waarbij jonge vluchtelingen zichzelf verwonden, in hongerstaking gaan, of in extreme gevallen suïcidepogingen ondernemen."

Oorzaken van de aanhoudende problematiek

In reactie op vragen van Zembla erkennen woordvoerders van Stichting Nidos dat "de druk buitengewoon hoog is geweest door toegenomen instroom (van minderjarige vluchtelingen – red), maar dat de situatie nu weer onder controle is." Bouabid identificeert het Nederlandse migratiebeleid als een belangrijke verklaring voor zowel de organisatorische druk als het voorkomen van geweld: "Nederland hanteert een streng migratierecht dat resulteert in langdurige wachttijden. Dit genereert stress, spanning en onzekerheid. Deze ervaring is collectief – je bent niet de enige in een asielprocedure, niet de enige die wacht op gezinshereniging. Deze omstandigheden faciliteren de manifestatie van frustraties en spanningen."

Onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

In een officiële verklaring aan Zembla erkent Nidos dat de opvang in gezinnen onder druk is komen te staan, waardoor het is voorgekomen dat jongeren in ongeschikte gezinnen zijn geplaatst. De organisatie benadrukt echter dat de veiligheid van jongeren altijd prioriteit heeft gehad.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft laten weten de bevindingen van Zembla zorgwekkend te vinden en is een onderzoek naar Nidos gestart.

Gerelateerd nieuws

Nieuwe kabinetsplannen: topambtenaren moeten nauwer verbonden zijn met de maatschappij

Topambtenaren die samen de Algemene Bestuursdienst (ABD) vormen, spelen een cruciale rol in de dagelijkse sturing van de belangrijke uitdagingen waar Nederland voor staat. In het regeerprogramma is aangegeven dat er een hervormingsagenda voor versobering van het ABD-stelsel zal worden opgesteld. In het werk van topambtenaren zal het constant betrekken van het burgerperspectief en dat van de uitvoering meer centraal komen te staan. Ook wordt het rechtsstatelijk besef en ambtelijk vakmanschap vergroot.

Inpassing van de BOPA zonder risico?

Om een activiteit die in strijd is met de (beoordelings-)regels uit het omgevingsplan toch mogelijk te maken, kan onder de Omgevingswet gekozen worden voor een wijziging van het omgevingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (hierna: BOPA). In de praktijk wordt momenteel veelvuldig gekozen voor het verlenen van een BOPA in plaats van het wijzigen van het omgevingsplan. Dat komt omdat bij strijd met het omgevingsplan (veelal betreft het hier een strijdigheid met de oude bestemmingsplannen) de regels uit het tijdelijk deel niet kunnen worden gewijzigd; als een wijziging van de regels uit het tijdelijke deel nodig is, moeten alle regels voor de betrokken locatie opnieuw worden vastgesteld in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Dat is niet altijd wenselijk. Gemeenten en initiatiefnemers moeten zich er echter van bewust zijn dat er ook een keerzijde is aan het werken met BOPA’s. De BOPA’s moeten namelijk (op den duur) worden ingepast in het omgevingsplan. Dat kan voor het bevoegd gezag niet alleen een behoorlijke exercitie zijn, maar ook betekenen dat de BOPA opnieuw tegen het licht wordt gehouden en tegen de inpassing van de BOPA in rechte door derden (weer) wordt opgekomen. Wanneer en hoe verleende BOPA’s moeten worden ingepast en wat de gevolgen van de inpassing kunnen zijn, lees je in dit blog.

Omgeving

Vertrouwen krijgen in data en datakwaliteit door middel van data lineage

Data wordt in grote hoeveelheden en soorten aangemaakt, geanalyseerd, rondgestuurd en gebruikt voor uiteenlopende doeleinden. Denk hierbij aan foto’s delen op social media, maar ook aan registratie van persoonsgegevens door overheidsinstanties. Bij gebruik van data is de oorsprong en kwaliteit hiervan niet altijd bekend. Maar ook wanneer data aangemaakt wordt, is er niet altijd zicht op hoe deze data gebruikt gaat worden. Voor een digitaler wordende rechtsstaat is het noodzakelijk om als maatschappij en overheid vertrouwen te kunnen hebben in data en de kwaliteit ervan—data lineage kan daaraan bijdragen, aldus een nieuw WODC-rapport.

Data & Privacy

Bonus topmanagers vaker gekoppeld aan duurzaamheid

Uit vervolgonderzoek van KPMG blijkt dat een groeiend aantal bedrijven duurzaamheidsdoelstellingen koppelt aan de beloning van leidinggevenden. In mei 2024 bleek al dat grote bedrijven in Nederland topmanagers bonussen geven voor prestaties op sociaal vlak, milieu en verantwoord bestuur. Het nieuwe onderzoek, met 375 beursgenoteerde bedrijven uit 15 landen, toont aan dat duurzaamheid wereldwijd een steeds belangrijkere rol speelt in de beloningsstructuren van de raad van bestuur. Bij Nederlandse bedrijven blijft het percentage bedrijven dat de doelstellingen hanteert (88%) gelijk, maar het aantal gekoppelde onderwerpen is sterk toegenomen.