In de studie is gekeken naar twee zogenaamde kantelmomenten in het leven van ouderen: ten eerste het moment waarop ouderen afhankelijk worden van anderen bij dagelijkse activiteiten als aankleden en wassen, en daarnaast het moment waarop ouderen afhankelijk worden van intensieve thuiszorg en verpleeghuiszorg.

Actief leven

Het eerste kantelmoment waarop ouderen afhankelijk worden bij dagelijkse activiteiten kan worden uitgesteld door een actief leven. Uit het onderzoek blijkt dat dit kantelmoment bij mensen met een theoretisch opleidingsniveau en een hoger inkomen vaak later plaatsvindt. Zij hebben gemiddeld – ook gedurende hun leven - een gezondere leefstijl. Mensen met chronische ziekten en depressieve gevoelens hebben juist meer kans dat ze eerder afhankelijk worden van anderen bij dagelijkse activiteiten. Ook eenzaamheid vergroot de kans op afhankelijkheid; het hebben van een groter sociaal netwerk en meer jaren opleiding kan er voor zorgen dat het kantelpunt wordt uitgesteld.

Gezondheid en eenzaamheid van invloed

Het tweede kantelmoment, het moment dat mensen afhankelijk worden van zorg, wordt met name bepaald door cognitieve aandoeningen zoals dementie en chronische aandoeningen die ernstige fysieke beperkingen tot gevolg hebben. Bij mensen met een partner treedt dit kantelmoment gemiddeld later op. Activiteiten die zware zorg uitstellen zijn sporten en bewegen.

Ook bij dit tweede kantelmoment speelt eenzaamheid een rol: het vergroot de kans dat mensen zorgafhankelijk worden, hoewel dit effect samenhangt met andere factoren, zoals een klein sociaal netwerk en minder jaren opleiding.

Ouderen faciliteren

De resultaten van deze studie geven aan dat het belangrijk is om ouderen te faciliteren om de afhankelijkheid van zorg uit te stellen. Bijvoorbeeld door ontmoetingsplaatsen voor ouderen te creëren, zoals buurthuizen en culturele centra en door aandacht te hebben voor dementievriendelijke omgevingen. Dit bevordert de mobiliteit en activiteiten buitenshuis van mensen met beperkingen. Ook kan de overheid sportdeelname bevorderen door beweegprogramma’s voor ouderen, en door mentale gezondheidsbeleidsinterventies inzetten die ouderen leren om te gaan met negatieve emoties en stemmingen. Het is belangrijk om bij de ontwikkeling van beleid aandacht te hebben voor twee specifieke risicogroepen: mensen met langdurige fysieke en/of cognitieve beperkingen en ziekten en mensen uit lage inkomensgroepen.

Data van 5000 ouderen

Met het WPHZ-model (Welbevinden, Participatie, Hulpbronnen, Zorggebruik) zijn de levenslopen van 5.000 ouderen over een periode van meer dan 30 jaar geanalyseerd.

Gerelateerd nieuws

Zorginstituut gaat personeelsinzet en milieu meewegen bij beoordeling zorg

Zorginstituut Nederland start een 3 jaar durende proef om de inzet van schaars zorgpersoneel en milieu-impact mee te wegen bij de toelating van zorg tot het basispakket van de zorgverzekering. Personeelsschaarste is een van de grootste uitdagingen in het toegankelijk houden van de zorg. De proef moet bijdragen aan betere beslissingen over de inzet van zorgmedewerkers.

Doorstroomlocaties als oplossing voor volle azc’s: effectief of tijdelijk vangnet?

De huisvesting van asielzoekers en statushouders is al jaren een probleem. Azc’s zitten vol, mede doordat 17.500 statushouders niet kunnen doorstromen naar een woning. Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid is in 2026 de helft van de COA-bewoners statushouder, terwijl asielopvang eigenlijk niet voor hen bedoeld is. En dat kost het Rijk veel geld. Het kabinet richt zijn pijlen nu op gemeenten, met doorstroomlocaties als praktische oplossing.

Migranten die beter Nederlands spreken hebben vaker een vaste baan

Wie de Nederlandse taal spreekt, heeft betere kansen op de arbeidsmarkt. Investeer daarom in taalles van migranten, is de boodschap van wetenschapper Giacomo Boffi.

Gezonde voedselomgeving vereist nieuwe Voedselwet

Het weren van nieuwe aanbieders van hoofdzakelijk ongezond voedsel op basis van gezondheidsargumenten blijkt niet mogelijk. Een nieuwe, brede Voedselwet is nodig om de voedselomgeving in de toekomst op juridisch houdbare en effectieve(re) wijze te reguleren.