Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van het Ministerie van VWS. Half april heeft staatssecretaris Vincent Karremans het rapport aangeboden aan de Tweede Kamer.
Het aantal mensen met overgewicht en obesitas is de afgelopen jaren flink gestegen, mede onder invloed van de omgeving. Deze is namelijk zo ingericht dat inactiviteit wordt bevorderd en het eten van meer en ongezond voedsel juist wordt gestimuleerd. Verschillende gemeenten signaleren dit probleem en zien een toename van het ongezonde voedselaanbod. Zo steeg het aantal ongezond-voedselaanbieders zoals dönerzaken, donutshops en pizza-afhaalrestaurants gemiddeld met 30%. Rond scholen nam het aantal fastfoodlocaties binnen een straal van vijf minuten lopen zelfs toe met 40%.
Verkenning mogelijke routes
Om (de effecten van) een ongezonde voedselomgeving tegen te gaan, verkende Berenschot voor het Ministerie van VWS de mogelijke routes om (decentrale) overheden de optionele bevoegdheid te geven om de lokale voedselomgeving op grond van gezondheid te reguleren. Centraal in het onderzoek stond de maatregel om nieuwe aanbieders van (voornamelijk) ongezond voedsel te weren. Doel van deze beoogde maatregel is mensen te faciliteren in het maken van gezonde keuzes en de verleiding van ongezond voedsel te verminderen.
Onvoldoende fijnmazigheid
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) creëerden een methode om een voedselomgevingsscore te berekenen en zo vast te stellen hoe (on)gezond een bepaalde omgeving is. “Deze methode werkt uitstekend om de voedselomgeving in kaart te brengen, en te bepalen in hoeverre deze verzadigd is met ongezonde voedselaanbieders. Maar het blijkt vooralsnog lastig om de methode te vertalen naar juridische regels om (nieuwe) aanbieders van ongezond voedsel te weren”, stelt Rosanne van Seben, managing consultant bij Berenschot. Het is namelijk niet mogelijk om de precieze effecten op de omgeving van één individuele aanbieder te bepalen en ook in algemene zin zien de onderzoekers grote uitdagingen in de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van de beoogde maatregel.
Brede aanpak gewenst
“Hoewel wij op basis van ons onderzoek concluderen dat het weren van nieuwe aanbieders van hoofdzakelijk ongezond voedsel op basis van gezondheidsargumenten niet mogelijk is, adviseren wij het ministerie om wél door te gaan met het aanpakken van dit vraagstuk”, zegt Van Seben. “Hiertoe adviseren we echter het vraagstuk breder te trekken dan sec te focussen op het weren van nieuwe ongezonde voedselaanbieders en te werken aan een nieuwe, brede Voedselwet.” Met zo’n Voedselwet kan, in nauwe samenwerking met gemeenten, toegewerkt worden naar een breed pakket aan maatregelen om de voedselomgeving in de toekomst gezonder te maken.
Ruimte creëren
Het onderzoek is gebaseerd op verkennende interviews, (juridisch) bureauonderzoek, een internationale vergelijking, aparte groepssessies met wetenschappers, gemeenten en gezondheidsrecht- en wetgevingsjuristen en een brede informatiesessie met alle eerder betrokken stakeholders. Op grond van de aanbevelingen van Berenschot is het ministerie voornemens om via een wetsvoorstel ruimte te creëren voor het nemen van maatregelen met betrekking tot het voedselaanbod in omgevingen waar veel kinderen en jeugdigen komen, zoals scholen.