Klimaatverandering betekent dat we rekening moeten houden met meer en langer aanhoudende perioden van droogte in het voorjaar en de zomer, én ook met zeespiegelstijging. Deze effecten leiden tot meer verzilting van grondwater en oppervlaktewater en vervolgens ook van het bodemvocht in vooral West- en Noord-Nederland. Door de toename van het neerslagtekort in de zomer wordt de mogelijkheid om zoetwater aan te voeren door de grote rivieren bovendien kleiner.

De grote vraag is wat dit betekent voor het water- en bodemsysteem en de uiteenlopende grondgebruiksfuncties, met name landbouw (bijvoorbeeld gewasopbrengsten) en (zoetwater)natuur. Hoeveel zoet doorspoelwater hebben we in de toekomst bijvoorbeeld nodig? En kunnen we dat realiseren? Hoeveel zout in het (beregenings)water geeft schade? Welke maatregelen kunnen we nemen om de schade te beperken? En wegen deze maatregelen op tegen de kosten? Dit soort vragen spelen op lokale, regionale en landelijke schaal in het waterbeheer. Maar ook in andere sectoren zoals drinkwater, industrie, landbouw en natuur. Om antwoord te kunnen geven op deze vragen is het belangrijk enkele fundamentele kennishiaten te vullen. Dat moet gaan gebeuren in dit programma.

Bij de uitvoer van het programma zijn in 2025 de kennisinstituten Wageningen Environmental Research (WEnR), Wageningen Plant Research (WPR), Deltares, KWR en Van Geest Ecologie betrokken. De samenwerking met SALTA zal in de komende tijd worden versterkt.

Het programma richt zich op vier hoofdvragen, die weer zijn onderverdeeld in een groot aantal deelvragen:

  1. Hoe zout is het bodemvocht en welke processen spelen hierbij een rol?

  2. Hoe zouttolerant zijn (landbouw)gewassen en natuurlijke vegetatie in de Nederlandse situatie, en wanneer treedt onherstelbare schade op?

  3. Hoe maken we de kennis die voortkomt uit antwoorden op de vragen 1. en 2. toepasbaar voor de praktijk, bijvoorbeeld in de vorm van modellen en tools?

  4. Wat is het effecten van zout op biodiversiteit en aquatische natuur?

  5. Het programmaplan beoogt een meerjarig onderzoek om zo met langjarige meetreeksen kennis op te bouwen om de vragen over zout in de bodem en zouttolerantie van landbouw en natuur onder Nederlandse omstandigheden te kunnen beantwoorden. Die kennis kan vervolgens benut worden in tools en modellen om het handelingsperspectief voor waterbeheer, landbouw en natuur in kaart te brengen. Dergelijke tools helpen om inzichtelijk te maken waar en wanneer verzilting kan optreden, maar kunnen ook gebruikt worden voor onderbouwde adviezen over bijvoorbeeld aangepaste drainage en beregening.  De onderzoekers hoeven daarbij overigens niet van de grond af aan te beginnen. Tools zoals Waterwijzer Landbouw, Waterwijzer Natuur en de Klimaatstresstest kunnen worden uitgebreid voor het berekenen van effecten van zout. Deze zullen inzetbaar zijn om risico’s op verzilting te kunnen inschatten, ook voor toekomstige omstandigheden. Op basis daarvan kunnen dan ook maatregelen worden doorgerekend om de effectiviteit na te gaan.

    Meer weten? Bekijk het Programmaplan Omgaan met zout in landbouw natuur en waterbeheer

Gerelateerd nieuws

Ecosysteem is minstens zo belangrijk als woning

Een zeldzame plant of dier kan in Nederland een compleet woningbouwproject jaren vertragen. Wie denkt dat natuurinclusief landschapsontwerper en medeoprichter van NL Greenlabel, Nico Wissing, staat te juichen bij dergelijke ontwikkelingen, heeft het mis. “We slaan soms volledig door en dat zet natuurinclusief bouwen in een kwaad daglicht. Natuurinclusief bouwen en economische belangen kunnen prima hand in hand gaan, als we maar tijdig de woningbouwopgave en natuurwaarden op elkaar afstemmen. We zijn tot slot te gast in het landschap.”

Omgeving

Aedes: flexibeler omgaan met regels die woningbouw vertragen

Aedes vindt het goed dat via de STOER-aanpak regels rondom de bouw van nieuwe huizen tegen het licht gehouden worden. Vooral in combinatie leiden regels vaak tot ongewenste vertraging. De enorme woningnood betekent dat we slimmer en flexibeler moeten omgaan met regels, zonder minimale normen uit het oog te verliezen, aldus Aedes in reactie op de STOER-voorstellen.

Omgeving

De rekenkundige ondergrens

Op 13 juni 2025 heeft de minister van LVVN aan de kamer laten weten dat zij de zogenoemde rekenkundige ondergrens bij stikstofdepositie in een procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wil laten toetsen. Daarover heb ik wat gedachten aan het spreekwoordelijke papier toevertrouwd. En omdat ik daarvoor wat meer woorden nodig had, is het een artikel geworden.

Omgeving

Gezondheid is nog te vaak bijzaak in klimaatbeleid

Maatregelen voor klimaatadaptatie gaan vooral over aanpassing van de fysieke ruimte, terwijl klimaatverandering ook impact heeft op de gezondheid van mensen. Het project ‘klimaatadaptatie en gezondheid’ helpt GGD’en en gemeenten om gezondheid meer te verankeren in het klimaatbeleid. “Neem vroegtijdig gezondheid mee, want dan kun je meer gezondheidswinst behalen”, zegt Moniek Zuurbier van de GGD.

Omgeving