Opvallend is dat organisaties zonder een CAO vaker een interne meldregeling hebben dan organisaties met een CAO. Dit blijkt uit een verdiepende analyse van de tweejaarlijkse WEA van TNO over de naleving van de interne meldprocedure Wet bescherming klokkenluiders.

“Het hebben van een goede interne meldregeling is de beste start van de bescherming van melders van misstanden binnen een organisatie”, zegt Wilbert Tomesen, voorzitter Huis voor Klokkenluiders. “Als werknemers veilig kunnen melden en de zekerheid hebben dat een melding respectvol wordt opgepakt, durven zij hun vinger op te steken in het algemeen belang. Een goede meldregeling kan bovendien voorkomen dat klokkenluiders benadeeld worden. Iets wat wij in de praktijk nog te vaak zien gebeuren, ondanks het wettelijke verbod op benadeling.”

Verdiepende analyse Naleving interne meldprocedure Wbk

De Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) wordt elke twee jaar uitgevoerd door TNO. In 2024 zijn voor het eerst vragen opgenomen over de interne procedures voor het melden van een vermoeden van een misstand op grond van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk), aangeleverd door het ministerie van BZK en het Huis voor Klokkenluiders. 2650 werkgevers met meer dan 50 werknemers in dienst en uit verschillende sectoren werkten mee aan de enquête.

Resultaten

Hoe groter de organisatie, hoe vaker er een meldregeling aanwezig is. Overkoepelend geven de meeste organisaties aan een procedure voor het melden van vermoedens van misstanden te hebben (74%), echter geeft hiervan 47% aan deze meldregeling niet te hebben aangepast naar aanleiding van de wetswijziging in 2023 naar de Wbk. Over het geheel heeft slechts 40% van alle werkgevers een aangepaste meldprocedure aan de Wbk. De overige 60% geeft aan: een meldprocedure te hebben die niet is aangepast (34%), niet te weten of er überhaupt een meldprocedure aanwezig is (16%) of geen meldprocedure te hebben (10%).

Opmerkelijk is dat organisaties zonder een CAO vaker een meldregeling hebben dan organisaties met een CAO. Organisaties met een meldprocedure zijn tevens minder vaak lid van een werkgeversvereniging (54%) dan organisaties met een meldprocedure (62%). Dit lijkt onlogisch, omdat je zou verwachten dat cao-organisaties, die doorgaans formeler georganiseerd zijn en vaker onder invloed van vakbonden staan, eerder een meldprocedure zouden hebben. Dit maakt dat er nader kan worden bekeken of er sprake is van toeval of dat er een reden voor is.

Subsectoren

Subsectoren waar relatief vaak (85% of meer) een meldprocedure aanwezig is, zijn verhuur van en handel in onroerend goed (98%), zware industrie (86%) en openbaar bestuur en overheidsdiensten (85%). In de bouwnijverheid (57%), logiesverstrekking en eet- en drinkgelegenheden (58%), en verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening (60%) is er relatief weinig een interne meldprocedure aanwezig. In de detailhandel (21%) en landbouw en voedingsmiddelen (20%) voldoen organisaties het minst vaak aan de eisen van de Wbk over verschillende manieren van melden: schriftelijk, telefonisch, via een spraakberichtensysteem of in een persoonlijk gesprek, én dat meldingen kunnen worden gedaan bij ten minste één onafhankelijk persoon.

Naleving op meldregeling

“Het is goed dat deze eerste nulmeting heeft plaatsgevonden”, zegt Tomesen. “Ook van de honderden adviesverzoekers die zich jaarlijks bij het Huis melden, horen we regelmatig dat ze niet weten of er een meldregeling binnen de eigen organisatie is. We zijn daarom blij dat we als Huis toezichts- en sanctiebevoegdheden krijgen op verschillende onderdelen uit de Wbk, zoals minister Uitermark van BZK vorige week nog bevestigde. Zo kunnen we organisaties met preventie en kennis ondersteunen op het hebben van een juiste meldregeling en dit door handhaving eventueel afdwingen.”

Gerelateerd nieuws

Non-paper versterken cloudsoevereiniteit vastgesteld

Het non-paper ‘Strengthening cloud sovereignty of public administrations’ is vastgesteld in de ministerraad. Met dit stuk wordt vanuit Nederland gepleit voor een aantal maatregelen in Europees verband voor het gebruiken van cloudtechnologie door overheden. Deze maatregelen moeten bijdragen aan meer actie in EU-verband als het gaat om het versterken van de cloudsoevereiniteit. Een non-paper is een document om ideeën over toekomstig beleid te onderzoeken.

Participatie en openheid als basis voor beleid maken

Transparante, digitale informatievoorziening aan burgers (of andere belanghebbenden) is essentieel om goede participatie in te bedden. Beleidsmakers moeten bewuste keuzes maken welk type informatie ze beschikbaar stellen gedurende het participatietraject en in welke vorm. Met de juiste keuzes stel je betrokkenen beter in staat om te participeren tijdens het proces van beleid maken. In deze blog leggen we uit hoe openheid het mogelijk maakt om beleid met de samenleving te maken en wat digitale informatievoorziening hierin kan betekenen.

Wet DBA pusht goed werkgeverschap in de zorg

Er zijn verschillende prangende vraagstukken over de bedrijfsvoering van zorgorganisatie in de langdurige zorg waar niemand een pasklaar antwoord op heeft. Tegelijkertijd is er veel kennis te delen: waardevolle initiatieven, ervaringen, ideeën en visies die inspireren en richting kunnen geven. In een vierluik delen onderzoekers Dr. Martin Kartomo en Simon Heesbeen hun bevindingen uit gesprekken met dertien raden van bestuur en directeuren bedrijfsvoering. Elk vraagstuk is besproken aan de hand van een prikkelende stelling. In dit artikel staat centraal: “Met de juiste bedrijfsvoering is er voldoende ruimte voor de zzp’er.” Hoe gaan zorgorganisaties om met deze uitdaging?

Zorg & Sociaal

Sterke overheid investeert in eigen deskundigheid

De ambtelijke deskundigheid van Nederlandse overheden is kwetsbaar en kent tekorten. Dat concludeert de WRR in zijn rapport Deskundige overheid. Een overheid die snapt wat er moet gebeuren en dit goed regelt is essentieel om de grote uitdagingen op het gebied van veiligheid, wonen en klimaat aan te kunnen.