Vijf strategieën

De Rli pleit voor een omslag naar duurzaam bouwen met alternatieve materialen en een andere manier van denken over wonen. Omdat te halen komt de Rli met vijf strategieën: minder materialen gebruiken (bijvoorbeeld optoppen of kleinere woningen), installatiearm bouwen (minder en/of lichtere techniek voor verwarming en ventilatie), hergebruik van bouwmaterialen, bouwen met biobased grondstoffen (bijvoorbeeld hout) en verduurzaming van conventionele materialen als beton en staal.

Behoefte uniforme regelgeving

Veel bouwbedrijven wachten volgens het Rli nog op duidelijke sturing vanuit het Rijk. Op zowel landelijk, regionaal als gemeentelijk niveau zijn initiatieven gestart om kennis op te doen met duurzaam materiaal gebruik. Regionale en gemeentelijke initiatieven leiden alleen vaak tot bovenwettelijke eisen, wat onwenselijk is voor de bouwsector. Uniforme landelijke regels maken sneller en duurzamer bouwen juist eenvoudiger vindt het Rli.

Fabrieksmatig bouwen

Een belangrijke kans ligt voor de Rli in fabrieksmatig bouwen: woningen die grotendeels in de fabriek worden geproduceerd. Dit zorgt voor minder afval, betere herbruikbaarheid van materialen én maakt het gebruik van duurzame grondstoffen eenvoudiger. Daarnaast stelt de Rli vast dat duurzaam bouwen vaak niet duurder is of langer duurt. Volgens de Rli kunnen de kosten van fabrieksmatig gebouwde laag- en midden-hoogbouwwoningen zelfs lager zijn dan die van conventionele bouwprojecten.

Maar er zijn belemmeringen. Zo ontbreekt een scherpe rijksnorm voor milieuprestaties, zijn bouwregels vaak gericht op traditionele materialen en schort het aan financiële stimulans voor duurzaam materiaalgebruik. Bovendien heeft de bouwsector op dit moment nog te weinig kennis en vaardigheden om in te spelen op de omslag naar duurzame bouwmaterialen.

Aanbevelingen duurzaam bouwen Rli

De Rli doet daarom vier heldere aanbevelingen:

  1. De Nederlandse regelgeving moet in overeenstemming worden gebracht met het Europese regels op het gebied van duurzaam materiaalgebruik (van 2030). Dan is voor de bouwsector ook duidelijk wat van hen wordt verwacht. Deze regels gaan onder meer over grens- en streefwaarden voor materiaalgebonden CO₂-uitstoot.

  2. Voer vanaf 2030 een heffing in (ten laste van de vergunningaanvrager) op woningen die niet duurzaam genoeg zijn gebouwd, om verduurzaming financieel aantrekkelijker te maken.

  3. Pas procedures en regelgeving aan zodat duurzaam bouwen de norm wordt, bijvoorbeeld door in overheidsregels kleiner bouwen of hergebruik van materiaal aan te moedigen. Stimuleer en faciliteer duurzaam materiaalgebruik ook via gemeentelijk beleid, zonder strengere eisen te stellen dan nationale regelgeving.

  4. Bereid de bouwsector goed voor: investeer in scholing, innovatie en samenwerking tussen overheid, ontwikkelaars en fabrieksmatige bouwers.

  5. De Rli is duidelijk: het snel bouwen van woningen en het bouwen van duurzame woningen kunnen hand-in-hand gaan. Nú is het moment voor overheden en ontwikkelaars.

Over de auteurs

Gerelateerd nieuws

Leve de integrale visie, of blijven politiek en praktijk verslaafd aan ‘micro’?

Aan grote, samenhangende ideeën voor een beter systeem geen gebrek. Kijk maar naar de Omgevingswet. De brede(re) en integrale visie op de leefomgeving klonk en klinkt prachtig, maar wat zien we in de praktijk? Eerder een enorme bedrevenheid in het vinden van juridische geitenpaadjes die de grote dilemma’s omzeilen. Het lijkt een breder politiek en maatschappelijk probleem, waardoor grote transities haperen. Gelukkig zijn er lichtpuntjes.

Omgeving

Samenwerking bij industriële woningbouw – bouwstenen voor een nieuwe bouwcultuur

Op 9 november verscheen in ‘NH Bouwstroom Buurtwaarts’ een samenvatting van een artikel van Mariëlle Hoefsloot, directeur van de Federatie, over de totstandkoming van een nieuwe bouwcultuur. Hierin stelt Mariëlle dat samenwerking tussen overheid, gemeenten, ontwikkelaars, bouwers, ontwerpers en maatschappelijke organisaties cruciaal is om kwalitatief hoogwaardige en toekomstbestendige woonomgevingen te realiseren. Het artikel bespreekt het Governance-kader en de bijbehorende Routekaart, die samen de bouwstenen en kwaliteitsingrediënten laten zien voor effectief samenwerken en sturen op ruimtelijke kwaliteit.

Omgeving

Onderzoek toont minder woondiscriminatie bij woningbezichtiging

Woningzoekenden krijgen steeds meer gelijke kansen in de particuliere huursector. Dat blijkt uit de vierde Landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur. Voor het eerst wordt geen hard bewijs meer gevonden van discriminatie op basis van afkomst, seksuele voorkeur of geslacht van geïnteresseerden voor een woningbezichtiging. Wel gaat meer dan de helft van de verhuurbemiddelaars in op verzoeken om bepaalde groepen huurders uit te sluiten, ondanks toegenomen bewustzijn dat dit discriminerend is.

Omgeving

Tussen wens en werkelijkheid: juridische obstakels overwinnen bij optoppen

Optoppen, het toevoegen van een extra bouwlaag op bestaande gebouwen, wint sinds 2022 snel aan populariteit als manier om bij te dragen aan de woningbouwopgave. De modulaire woningen die hiervoor worden gebruikt zijn relatief licht en gestandaardiseerd, waardoor ze in theorie snel kunnen worden geplaatst. In de praktijk stuiten projecten echter regelmatig op juridische drempels.

Omgeving