In november vorig jaar nam de Europese Unie (EU) de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aan. In deze nieuwe richtlijn staat dat vanaf 1 januari 2024 grote beursgenoteerde bedrijven verplicht worden te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. De CSRD-richtlijn staat centraal in de Green Deal van de EU en moet zorgen voor meer transparantie over en betere kwaliteit van duurzaamheidsgegevens.

Na de 50.000 grote bedrijven het de bedoeling dat vanaf 2025 ook andere bedrijven aan deze richtlijn voldoen, zij het stapsgewijs. Voldoen aan de richtlijnen is niet alleen handig voor de bedrijven zelf – ze krijgen inzicht of ze goed bezig zijn met de transitie –, maar ook voor consumenten en investeerders, zeggen voorstanders (1).

Motie van veertig Europarlementariërs

Maar de afgelopen week kwamen ruim veertig Europarlementariërs, voornamelijk van de christendemocratische partij EVP ertegen in verzet. Ze wilden een blokkade van de richtlijn in de huidige vorm en dienden een motie in. Hun belangrijkste bezwaren: bedrijven hebben het al lastig door de torenhoge inflatie en stijgende loonkosten. Verder is de regelgeving volgens hen te complex en bovendien, en dat is misschien wel het voornaamste argument, tasten de nieuwe regels het concurrentievermogen van EU-bedrijven aan. En dat terwijl, zo zeggen de CSRD-tegenstanders in hun motie, de Europese Commissie zich heeft gecommitteerd aan het verminderen van de bureaucratische regeldruk. Juist om de competitie met niet-Europese bedrijven aan te kunnen (2).

Die regeldruk slaat onder meer op een sleutelonderdeel in de CSRD: de “dubbele materialiteit”. Dat betekent dat een onderneming verantwoording af moet leggen over twee zaken: het gaat om zowel de financiële impact van duurzaamheid op diezelfde onderneming als om de impact die het bedrijf heeft op zijn omgeving, in het bijzonder de natuur en de samenleving. Voor veel bedrijven is dat iets nieuws: enkelvoudige materialiteit behelst de invloed van duurzaamheid op de bedrijfsvoering – iets wat al wel gebruikelijk is – maar de dubbele materialiteit betekent een veel bredere scoop (3). Zo maak je straks met de nieuwe regels als bedrijf bijvoorbeeld duidelijk hoeveel CO2 je uitstoot en wat de impact daarvan is op de omgeving.

Vrees ongegrond

Uiteindelijk konden de voorstanders van de duurzaamheidsrichtlijn opgelucht adem halen. Meer dan de helft van het Europees Parlement bleef achter de richtlijn staan en daarmee sneuvelde de motie. Maar de onzekerheid over de CSRD blijft. Bedrijven voelen zich “overweldigd” door de nieuwe regelgeving en weten veelal niet waar ze moeten beginnen. Daar komt bij dat het moeilijk is voor bijvoorbeeld banken om CSRD-experts te vinden, schreef Het Financieele Dagblad in september (4). Temeer doordat de standaarden nog maar kortgeleden zijn gepubliceerd. Al met al is het een grote taak voor bedrijven om de impact op klimaat en de leefomgeving te meten. De spanning bij deze grote ondernemingen loopt op.

En dus zal de discussie over duurzaamheidsrapportages voorlopig niet luwen. De vraag die boven de markt blijft hangen is of de CSRD-soep uiteindelijke wel zo heet zal worden gegeten als ze wordt opgediend. Zeker als de politieke trend naar minder stringente klimaatmaatregelen (Frankrijk, Groot-Brittannië, Ursula von der Leyen zelf) doorzet en er wordt gezaagd aan de pijlers van de Green Deal.

  1. https://www.ft.com/content/a3216188-8e50-4a62-a8d9-e89172b3ddc7

  2. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/B-9-2023-0426_EN.html

  3. https://www.duurzaam-ondernemen.nl/zonder-dubbele-materialiteit-is-duurzaam-ondernemen-een-fabeltje/

  4. https://fd.nl/economie/1489678/banken-vechten-om-iedere-klimaatexpert

Over de auteurs

  • Tom Reijner

    Tom Reijner is Freelance journalist, onderzoeker en podcastmaker.

Gerelateerd nieuws

Hoe kunnen we de oceaan inclusief vertegenwoordigen?

Er bestaat momenteel veel discussie over de rechten van de natuur en de vraag wie ecosystemen mag vertegenwoordigen in politiek en wetgeving. Dat geldt ook voor de oceaan. Initiatiefnemers van het project “Whose Ocean?” pleiten voor een inclusieve vertegenwoordiging van de oceaan en gaan tijdens het gelijknamige evenement op 30 januari in Den Haag op zoek naar een methode hiervoor. Dat doen ze door de teksten uit het oceaanverdrag van de VN te herschrijven vanuit niet-menselijk perspectief. Met het resultaat willen ze de deelnemers van de VN Oceaanconferentie in juni 2025 in Nice laten zien dat het ook anders kan.

Zorg & Sociaal

Sociaal-economische keuzes nodig voor toekomstbestendige omgang met water

De uitdagingen in Nederland rond waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid en waterveiligheid vragen om een combinatie van technologische innovaties en sociaal-economische keuzes. Dat zegt de Sociaal-Economische Raad (SER) in de signalering ‘Naar een toekomstbestendige omgang met water’, die is bedoeld om het gesprek hierover verder te brengen.

Omgeving

Staat moet wettelijk stikstofdoel 2030 halen en voorrang verlenen aan gebieden met grootste stikstofoverbelasting

De Nederlandse Staat handelt onrechtmatig door de verslechtering van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden niet tijdig te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen voor 2025 niet en voor 2030 zeer waarschijnlijk niet te halen. Dat volgt uit een uitspraak in een bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag tussen Greenpeace en de Staat. De rechtbank beveelt de Staat zich aan zijn stikstofdoel voor 2030 te houden, wat betekent dat de Staat 50 procent van de oppervlakte van de stikstofgevoelige natuur uiterlijk op 31 december 2030 onder de grenswaarde moet brengen. Daarbij moet de Staat, anders dan de Staat tot nu gedaan heeft, voorrang geven aan de meest kwetsbare natuur. Haalt de Staat dit doel niet, dan moet de Staat een dwangsom van 10 miljoen euro betalen. De rechtbank oordeelt dat de Staat dit vonnis direct moet uitvoeren, ook in aanloop naar de beslissing in een eventueel hoger beroep.

De Artificial Intelligence ACT, waarom is dat voor mij van belang?

De AI-Act heeft ten doel om de ontwikkeling van AI, met name ook door start ups, te promoten en tegelijkertijd de gevaarlijke aspecten daarvan voor de grondrechten en vrijheden van de burgers van de EU te beteugelen. Remmen en gas geven tegelijk: we zullen zien hoe dat afloopt! De AI Act is een Verordening van de EU die aanvullend is op de andere Verordeningen van de EU, zoals de AVG, de Digital Services Act etc. De AI Act richt zich onder andere op de aanbieders van AI-systemen, de gebruiksverantwoordelijke, met ander woorden degene die het AI-systeem inzet en de betrokken personen. De vraag is wat de AI Act toevoegt naast bijvoorbeeld de AVG.