Ultra-bewerkt voedsel

Wij bestaan uit wat wij eten. Onze voeding levert alle bouwstoffen die nodig zijn voor het goed functioneren van ons hart, onze longen, ons afweersysteem en al onze andere weefsels. Je hoeft geen topwetenschapper te zijn om te begrijpen dat jarenlang gebruik van onvolwaardige voeding tot ernstige functiestoornissen en ziekte kan leiden. Voedsel dat industrieel wordt geproduceerd mist in de regel essentiële stoffen als vitamines, mineralen en vezels. Daar staat tegenover dat ultra- bewerkt voedsel vaak suiker, zetmeel, zout en vet bevat. Hoewel dat belangrijke voedingsstoffen zijn, leidt consumptie van teveel tot problemen met de gezondheid. Bovendien worden er tijdens het productieproces stoffen toegevoegd die op de lange termijn schadelijk zijn. In Nederland consumeren wij ongeveer 40% van de dagelijkse calorieën in de vorm van ultra-bewerkte, door de industrie samengestelde producten. Dat is aantoonbaar slecht voor de gezondheid en een belangrijke oorzaak van de pandemie van chronische ziekten waarmee wij worstelen vandaag de dag.

Producten van de natuur, niet van de industrie

Om gezond te blijven, zouden wij (vrijwel) uitsluitend slechts in de keuken bewerkte volle granen, groente, fruit, melkproducten, vlees, vis, noten en (minimaal bewerkte) olijfolie moeten eten. Onze fysiologie is helemaal ingesteld op gebruik van deze voedingsmiddelen. Producten van de natuur, niet van de industrie. We eten echter veel andere dingen, vooral omdat die altijd en overal worden aangeboden. De voedingsindustrie weet precies wat wij lekker vinden: zoet, zout, vet en veel. Die voorkeuren zijn diep geworteld in onze genen. Zoet staat voor suiker. Dat is geen gif, het is een belangrijke brandstof voor ons lichaam. Het komt echter nauwelijks in natuurlijke voeding voor: alleen rijp fruit, honing en suikerbiet bevatten substantiële hoeveelheden suiker. Als we dat vroeger tegenkwamen, moesten we er zo veel mogelijk van eten om onze voorraden aan te vullen voor periodes van voedselschaarste. Precies hetzelfde geldt voor vet en zout. Nu hebben we voor het eerst in onze evolutionaire geschiedenis de techniek in handen om zoet, zout en vet in enorme hoeveelheden samen te brengen. Ons instinct vertelt ons nog steeds dat we zo veel mogelijk van deze spullen naar binnen moeten werken als ze voorradig zijn. Die biologische drive keert zich nu tegen ons. Het goede nieuws is: de drive is vooral of eigenlijk nagenoeg alleen actief als producten beschikbaar zijn. Stel je voor dat er alleen natuurlijke voeding verkrijgbaar zou zijn. Niemand zou daar ongelukkig van worden. In tegendeel: we zouden gezonder en fitter door het leven gaan.

Gestuurd door biologie en omgeving

Het streven van de staatssecretaris is dus lovenswaardig, maar eigenlijk alleen als het deel is van een groter plan om onze voedselmarkt grondig te herzien. Hoogleraar gezondheidsrecht Anniek de Jong wijst er in een commentaar op de plannen terecht op dat weren van fastfood restaurants in de buurt van een school vermoedelijk zal leiden tot verhoogde omzet van de lokale supermarkt. Zolang 80% van het assortiment daar bestaat uit industrieel geproduceerd voedsel, zal dat niet leiden tot verbetering van de (volks)gezondheid. Wij worden in ons eetgedrag gestuurd door onze biologie en door onze omgeving. Natuurlijk besluiten wij uiteindelijk zelf wat we in onze mond stoppen. Maar het is naïef om te veronderstellen dat onze ratio daarbij altijd leidend kan zijn. De staatssecretaris lijkt dat begrepen te hebben. Nu maar hopen dat zijn begrip leidt tot plannen om de voedselmarkt verder te hervormen. Anders ben ik bang dat zijn wet een druppel zal blijken die in no time verdampt op de gloeiende plaat van de voedingsindustrie.

Over de auteurs

  • Hanno Pijl

    Hanno Pijl is hoogleraar diabetologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij is mede-initiatiefnemer van het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde.

Gerelateerd nieuws

Migranten die beter Nederlands spreken hebben vaker een vaste baan

Wie de Nederlandse taal spreekt, heeft betere kansen op de arbeidsmarkt. Investeer daarom in taalles van migranten, is de boodschap van wetenschapper Giacomo Boffi.

Gezonde voedselomgeving vereist nieuwe Voedselwet

Het weren van nieuwe aanbieders van hoofdzakelijk ongezond voedsel op basis van gezondheidsargumenten blijkt niet mogelijk. Een nieuwe, brede Voedselwet is nodig om de voedselomgeving in de toekomst op juridisch houdbare en effectieve(re) wijze te reguleren.

Beddentekort in de gehandicaptenzorg legt gebreken in de wet bloot

Wat als iemand suïcidaal is, dringend zorg nodig heeft, maar nergens in de gehandicaptenzorg terecht kan omdat er simpelweg geen plek is? Is tijdelijke opvang in een psychiatrische kliniek dan toegestaan? De Hoge Raad oordeelde van niet. André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, betoogt in een opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad dat de wetgever snel in actie moet komen.

Duurzame opvang: realistische route naar beter asielbeleid

Overal in de samenleving luiden noodklokken: de noodopvang voor vluchtelingen is ineffectief en peperduur. Wat bedoeld was als een kortetermijnoplossing, is voor veel asielzoekers een langetermijnkwelling geworden. Bestuurders en gemeenten van uiteenlopende politieke kleur geven aan dat het beleid op deze manier niet uitvoerbaar is. Een meerderheid in de Tweede Kamer stemde recentelijk voor een motie [1] om duurzame en kleinschalige opvang te realiseren. En hoewel het huidige kabinet graag een sobere opvang voor vluchtelingen creëert, ziet het ook in dat de noodopvang van asielzoekers en Oekraïense ontheemden onnodig hoge kosten met zich meebrengt.