Bij de meest recente verkiezingen was er veel aandacht voor veiligheid op straat. NSC richtte zich op jeugdcriminelen, BBB sprak over “messendragers” en de uiteindelijke winnaar PVV had het over “straattuig”. Hoewel de framing bij deze partijen verschilt, is er wel een gedeelde wens voor meer maatregelen om de publieke orde te beschermen. Meer veiligheid, dus.

Hoogleraar Gabriele Jacobs, expert op het gebied van openbare veiligheid, is bezorgd over de voortdurende politisering van het woord ‘veiligheid’. “Het is geen toeval dat veiligheid één van de kernthema’s in de verkiezingsprogramma’s van populistische partijen was, want het werkt gewoon.”

Ze merkt op dat het hier specifiek gaat om misdrijven die de grootste impact kunnen hebben op onze waarneming van een (on)veilige omgeving. “Straatterroristen, straattuig, wie wordt hiermee bedoeld? Wat zijn dit voor concepten? Wat voor gedrag wordt hiermee beschreven? Gaat het ook om jongeren die in een kringetje kletsen naast mijn huis? Als je pleit voor aanvullende maatregelen, moet je goed duidelijk maken waarover het gaat en wat precies het probleem is.”

Hoewel het aantal straatmisdrijven de laatste jaren juist afnam (1), blijkt het verhaal van de politici aan te slaan bij burgers. “Het gevoel van onveiligheid neemt toe”, zoals ook te lezen is in het partijprogramma van Forum voor Democratie. Want voor burgers gaat het niet om statistieken, maar om eigen waarnemingen en gevoelens. Meer camera’s op straat plaatsen is dan een verleidelijke ingreep.

In Jacobs’ ervaring als adviseur voor beleidsmakers berust de keuze voor meer cameratoezicht vaak op de subjectieve wensen van burgers, schaars wetenschappelijk bewijs en de verkeerde veronderstellingen, zoals het rationele handelen van criminelen. “Wij geven daarmee ons recht op privacy steeds makkelijker op, verzamelen meer en meer data, en investeren een enorme hoeveelheid energie en publiek geld in technologische oplossingen, terwijl er aanwijzingen zijn dat deze technologische oplossingen vrij beperkt en alleen in heel specifieke situaties helpen.”

Welke definitie van veiligheid is ingebakken in algoritmen?

Jacobs leidt sinds 2022 het onderzoeksconsortium AI MAPS, dat de ethische, juridische en maatschappelijke vragen verkent rondom de inzet van AI voor het waarborgen van veiligheid in Nederlandse gemeenten (2).

Voordat er überhaupt wordt gesproken over het plaatsen van nieuwe AI-camera’s en sensoren, moeten we beginnen met de definitie van veiligheid, aldus Jacobs. “Wie claimt veiligheid? Wie voelt zich onveilig? Wie moet tegen wie beschermd worden? Ik geloof dat het beantwoorden van deze vragen een multilaterale inspanning vereist. Het is niet puur en alleen de taak van de overheid, want veiligheid is een veelzijdig fenomeen waarbij samenwerking met andere maatschappelijke spelers nodig is. Dat zien we vooral bij AI, die door de ingebakken waarden in de algoritmen een grote impact kan hebben op het leven van mensen.”

Ogenschijnlijk pragmatische algoritme-oplossingen zijn niet zonder risico. Dat zagen we bij het toeslagenschandaal, toen duizenden gedupeerden ten onrechte als fraudeurs werden aangewezen door discriminerende algoritmen. Hoewel Jacobs de sterke invloed van dit schandaal op de publieke opinie over algoritmen erkent, vindt ze het ook zorgwekkend hoe politici en beleidsmakers dit zo snel kunnen vergeten. Dat merkt de hoogleraar ook bij professionals in de publieke en private sector die in haar ervaring vaak niet voldoende stilstaan bij de mogelijke bredere implicaties van het louter laten hangen van een toezichtcamera voor andere doeleinden dan oorspronkelijk bedoeld.

Haar oplossing is eenvoudig: praat met elkaar totdat de waarden en implicaties bij ons besef van veiligheid duidelijker worden. Dat is in de praktijk echter niet altijd even makkelijk. Besluitvormers weten vaak niet hoe ze zo’n gesprek moeten beginnen. “Gemeenten of de politie hebben vaak de ervaring, dat steeds hetzelfde soort mensen met een goed inkomen en een hoog opleidingsniveau naar bijeenkomsten rondom burgerparticipatie komen. Het is dus niet alleen moeilijk om de juiste vragen te stellen, maar ook om de juiste mensen aan te spreken. Wat willen de ‘hangjongeren’ om de hoek waarvoor de buren de politie bellen? Als we dat niet weten, en puur naar de subjectieve behoefte van een deel van de bevolking handelen, is de beslissing om toezicht te intensiveren onvoldoende onderbouwd en legitiem.”

Het belang van nieuwsgierigheid

Jacobs erkent de goede bedoelingen en de moeilijke positie van beleidsmakers, waaronder privacy officers binnen gemeenten. Het probleem, zegt de hoogleraar, is enerzijds dat deze mensen alleen worden gelaten bij complexe besluitvorming. Anderzijds is het een uitdaging voor hen om te weten wat het nemen van een (goede) beslissing überhaupt betekent. “En daarvoor is meepraten nodig. Maar helaas blijft het patroon hetzelfde. Burgers denken ‘het is gewoon de overheid, ze gaan nooit naar me luisteren’, terwijl de overheid denkt dat burgers gewoon een andere camera op de straathoek willen. Dat vrij simpele perspectief op publieke veiligheid wordt door de verkiezingsuitslag bevestigd”.

Beleidsmakers moeten zich dus bewuster zijn van wat een gesprek betekenisvol maakt, adviseert Jacobs. “Wees nieuwsgierig naar anderen. Ook naar zij die verborgen blijven in het debat.” Wetenschappers kunnen beleidsmakers hierbij ondersteunen, bijvoorbeeld met het ontwikkelen van nieuwe methoden voor democratische participatie. Door nieuwsgierigheid voor elkaar te tonen, kunnen we de schijnwerpers van het politieke debat rondom toezicht in de stad naar de juiste waarden brengen. “We moeten de overdreven focus op veiligheid veranderen in een gezonde focus op vrijheid, maatschappelijke cohesie en welzijn. Wat is nodig om gelukkig in de openbare ruimte te kunnen leven? Hoe kunnen we de cohesie in buurten verbeteren? Door deze vragen te stellen, zien we al meer creatieve oplossingen en betrekken we al meer belanghebbenden, die anders door het veiligheidsperspectief van politieke campagnes uitgesloten zouden blijven”, zegt ze. Uiteindelijk, stelt Jacobs, ligt daar de echte kern van onze democratie.

(1) https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83648NED/table?fromstatweb

(2) https://www.eur.nl/en/research/research-groups-initiatives/artificial-intelligence-multi-agency-public-safety/about-ai-maps

Over de auteurs

Gerelateerd nieuws

NPD-monitor: partijen missen visie op uitvoerbaarheid beleid en publieke dienstverlening

Het Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD) concludeert in de nieuwste NPD-monitor dat veel politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s te weinig aandacht besteden aan de uitvoerbaarheid en eenvoud van beleid. Volgens het netwerk ontbreekt in tal van programma’s een samenhangende visie op hoe publieke organisaties beleid daadwerkelijk kunnen uitvoeren, en hoe regelgeving begrijpelijk blijft voor burgers.

Bouw sneller, maar houd de rechtsstaat heel

De roep om minder bezwaarprocedures bij woningbouwprojecten klinkt steeds luider. Verschillende politieke partijen willen de rechtsbescherming inkorten om sneller te kunnen bouwen. Ook het 'schrappen van regels' wordt als een stoere oplossing gepresenteerd. Dat klinkt aantrekkelijk – tot je ziet hoe het in de praktijk werkt.

Omgeving

Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) aangenomen in Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft eind september het voorstel voor de aangepaste Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) aanvaard. De wet is aangepast om meer flexibiliteit voor veiligheidsonderzoeken te bieden aan sectoren waar medewerkers veelvuldig van werkgever wisselen. De wet zal naar verwachting vanaf begin 2026 stapsgewijs in werking treden en in afstemming met alle inzenders in de praktijk worden ingevoerd.

Politiek ontwijkt eigen rol bij vereenvoudiging wet- en regelgeving

Na jaren van vele ambtelijke rapporten over de noodzaak zetten politieke partijen vereenvoudiging van regels en toeslagenstelsel nadrukkelijk op de agenda in hun verkiezingsprogramma’s. De vraag is alleen of de praktijk gaat veranderen, aangezien de grondoorzaken niet worden aangepakt en partijen slechts beperkt reflecteren op hun eigen rol in het ontstaan van complexe regelgeving. Ook gaan ze niet in op de pijnlijke keuzes die vereenvoudiging vereist.