In de wereld van de fysieke leefomgeving is het in 2024 alle hens aan dek. Belangrijke maatschappelijke opgaven als klimaat, wonen, gezondheid, duurzaamheid en veiligheid vragen om oplossingen.

Verschillende functies strijden om de schaarse ruimte. Burgers mengen zich steeds vaker en roepen de overheid om stappen te zetten. Vraagstukken binnen de fysieke leefomgeving raken steeds meer verweven met belangrijke onderwerpen binnen het sociaal domein. Zo is het hebben van een woning cruciaal voor bestaanszekerheid. En kan een goede inrichting van de woonomgeving bijdragen aan meer bewegen en gezondheid.

De rode draad voor 2024 is dat de overheid haar regierol binnen de fysieke leefomgeving versterkt voortzet. Verder is 2024 het jaar dat de langverwachte Omgevingswet van kracht gaat. Gelet op de economische groeivertraging is een belangrijk aandachtspunt in welk tempo de verbouwing van Nederland doorgaat.

Voor 2024 verwacht BVNG een voortdurende vraag naar professionals op de volle breedte van de Fysieke leefomgeving, van strategie en beleid tot en met uitvoering. Op vier thema’s wordt extra in behoefte voorzien:

1. De nieuwe Omgevingswet gaat 1 januari 2024 van kracht

Al lange tijd wordt gewerkt aan de nieuwe Omgevingswet. Na meer dan 10 jaar voorbereiding is het dan bijna zover. Op 1 januari treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Dit betekent voor overheden, waterschappen en omgevingsdiensten een andere werkwijze en een andere houding en gedrag (van nee tenzij, naar een ja mits cultuur). Daarnaast wordt gewerkt in een nieuwe digitale omgeving: het zogenaamde Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Tot op de dag van vandaag zijn er instanties die twijfelen of de nieuwe wet wel klaar is voor uitvoering. Recent was er een motie in de 1ste Kamer om de Omgevingswet uit te stellen. Mede daarom is nu een regeringscommissaris Omgevingswet aangesteld die de invoering van de Omgevingswet in goede banen moet leiden.

De grootste uitdaging voor de gemeenten en betrokken instanties is om straks volgens de nieuwe wet te opereren en te handelen. Veel overheden hebben hard gewerkt aan de voorbereiding. Toch valt te verwachten dat zich bij de invoering van een dergelijke omvangrijke wetgeving in combinatie met een nieuwe digitale omgeving kinderziektes en problemen voordoen. De nieuwe wet zal bij veel initiatieven tot vragen leiden op inhoud, proces, organisatie en juridisch. De kans bestaat dat er een stuwmeer aan vragen komt terwijl de termijn om te reageren korter is dan voorheen. Dat betekent meer werk voor de gemeenten en betrokken instanties. Terwijl de capaciteit nu al onvoldoende is. Tegelijkertijd zullen er veel procedures worden gevoerd door initiatiefnemers in geval van een negatieve reactie op een ruimtelijk initiatief. Of door bezwaarmakers die juist tegen een bepaalde ontwikkeling zijn. Bij dit alles moet de winkel gewoon open blijven en de dienstverlening van de gemeenten op peil blijven.

De implementatie van de Omgevingswet leidt in onze ogen dan ook tot extra behoefte aan personele inzet. Anders gezegd: de nieuwe Omgevingswet opent de deur naar verschillende carrièremogelijkheden binnen de fysieke leefomgeving. Denk aan gespecialiseerde juridische professionals, waaronder omgevingsjuristen en juridisch adviseurs VTH. Deze juridische experts die de complexe wet- en regelgeving van de Omgevingswet begrijpen en kunnen interpreteren, worden betrokken bij vergunningverlening en juridisch advies.

Verder voorzien we een vraag naar casemanagers of procesregisseurs die nodig zijn voor het coördineren van de besluitvorming over ruimtelijke initiatieven, omgevingsmanagers en beleidsadviseurs participatie en milieuadviseurs. Er komt tevens bij dat specifiek wordt getoetst op een gezonde leefomgeving. Dit vraagt om deskundige professionals die de brug kunnen slaan tussen gezondheid en ruimtelijke ordening. De laatste jaren is er veel meer aandacht voor de invloed van de leefomgeving op gezondheid, zie bijvoorbeeld ‘Impact van de leefomgeving op gezondheidsverschillen en stress’ van Platform31.

Tot slot zijn zien we kansen voor planologen en stedenbouwkundigen. De professionals die betrokken zijn bij de ontwikkeling van omgevingsplannen en ruimtelijke ordening, en die de uitvoering van projecten coördineren.

2. Ruimtelijke Ordening en wonen: rijksoverheid zet regierol door

Ruimtelijke Ordening
In 2024 wordt er door de rijksoverheid gewerkt aan het opstellen van een nieuwe Nota Ruimte. Recent is de contourrennotitie Nota Ruimte verschenen. Deze notitie schetst het kader voor de Nota Ruimte en te maken keuzen. Opvallend is de brede opvatting van de leefomgeving. Naast traditionele ruimtelijke onderwerpen, is er veel aandacht voor veiligheid, gezondheid, milieu, landschappelijke en stedenbouwkundige waarden, cultureel erfgoed, natuur, klimaat en inclusie. Verder krijgt heel Nederland aandacht en niet alleen de Randstad.

De aandacht voor ruimtelijke ordening leidt tot voortdurende behoefte aan (strategisch) Beleidsadviseurs, programma- en projectmanagers, planologen, stedenbouwkundigen, verkeerskundigen et cetera bij overheden, waterschappen en omgevingsdiensten.

Wonen
De aanpak van de wooncrisis is een belangrijke prioriteit voor de overheid. In hoog tempo zijn de afgelopen jaren beleidsplannen verschenen en woondeals gesloten om de wooncrisis aan te pakken.

Nieuwe wetgeving is ingevoerd waaronder de wet Betaalbare huur en de wet Goed verhuurderschap. De wet Versterking regie volkshuisvesting ligt klaar om ingevoerd te worden. Alle plannen, woondeals en wetten hebben tot doel de grip op de woningmarkt vanuit de overheid te versterken. En natuurlijk om zorg te dragen voor betaalbare woonruimte voor elke Nederlander.

Naast versnelling van de nieuwbouw gaat de aandacht uit naar beter benutten van de bestaande woningvoorraad, verduurzaming, tegengaan van uitbuiting van zwakkere groepen op de woningmarkt zoals arbeidsmigranten. Verder is van belang dat de woningcorporaties meer ruimte krijgen voor nieuwbouw, waaronder ook in de middenhuur. Ondanks alle plannen, maatregelen, wetten en subsidies blijft de nieuwbouw sterk achter bij de ambities. Vraaguitval als gevolg van oplopende rente, inflatie en economische onzekerheid is daar een belangrijke oorzaak van.

In 2024 blijft er een grote behoefte aan professionals bij de overheden en de woningcorporaties. Daarbij gaat het onder meer om (strategisch) beleidsadviseurs Wonen, programmamanagers en projectleiders, procesbegeleiders participatie, beleidsadviseurs VTH en vergunningverleners. Vanuit de rijksoverheid en provincies zijn er extra middelen beschikbaar voor het inhuren van capaciteit door gemeenten.

3. Duurzaamheid, energie en klimaat

Een van de meest opvallende aankondigingen op Prinsjesdag is de voortzetting van het Nationaal Groeifonds. Met een totale investering van € 20 miljard tussen 2021 en 2025, blijft het kabinet toewijding tonen aan projecten die gericht zijn op het duurzame verdienvermogen van Nederland. Deze investeringen beloven niet alleen economische groei op lange termijn, maar brengen ook positieve maatschappelijke effecten met zich mee.

Deze investeringen zullen resulteren in een grotere vraag naar professionals met expertise in duurzaamheid, infrastructuurontwikkeling en innovatief projectmanagement.

Klimaatfonds: duurzame energie en industrie
De begroting voor 2024 stelt voor om € 11,8 miljard toe te kennen aan het Klimaatfonds. Deze middelen zullen worden gebruikt voor een reeks projecten die gericht zijn op het verminderen van de ecologische voetafdruk van Nederland. Investeringen omvatten onder andere de uitbreiding van energie-infrastructuur voor toekomstige energiesystemen, de opschaling van duurzame energie en waterstof, en de verduurzaming van de industrie.

Dit zal leiden tot een toename in de vraag naar specialisten in hernieuwbare energie, industriële ecologie en energie-efficiëntie. De markt kan zich voorbereiden op een groeiende behoefte aan gekwalificeerde mensen in deze sectoren.

Verduurzaming van bedrijventerreinen en energieplanologie
Daarnaast zullen in 2024 diverse pilots worden uitgevoerd met als doel het verduurzamen van bedrijventerreinen. Deze inspanningen zijn van groot belang voor het verminderen van de ecologische voetafdruk van bedrijven en dragen bij aan het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Tegelijkertijd zal energieplanologie een steeds grotere rol spelen in de energietransitie. Dit betekent dat steden zich intensiever zullen bezighouden met het balanceren van de elektriciteitsvraag en -aanbod, om overbelasting van het elektriciteitsnetwerk te voorkomen.

Steeds vaker doen zich knelpunten voor en kunnen nieuwe bedrijven, instellingen of woonwijken niet worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Daarom wordt er flink geïnvesteerd in verzwaring van het net. De jaarlijkse investeringen verdubbelen komende tijd van € 4 miljard naar jaarlijks € 8 miljard vanaf 2025.

Professionals met expertise op duurzaamheid, klimaat, duurzame stedenbouw, energieplanning en duurzame bedrijfsvoering worden nog meer gevraagd in deze groeiende markt. Netbeheerders azen daarin steeds vaker op dezelfde professionals als overheden: strategen, juristen, adviseurs ruimtelijke ordening en omgevingsmanagers.

4. Veiligheid en ondermijning: van ondergeschoven kindje tot topprioriteit

Personen die belast zijn met het waarborgen van een veilige leefomgeving, zoals beveiligingsprofessionals en milieu-inspecteurs, ervaren bedreigingen door criminele organisaties. Het is van essentieel belang dat zij ongehinderd hun werk kunnen verrichten om de fysieke leefomgeving te beschermen en te handhaven.

Daarom zet de overheid zich in om de strijd tegen ondermijnende criminaliteit te versterken, met aanzienlijke investeringen in de bescherming van deze professionals. Tegelijkertijd is het van groot belang dat de jeugd in een veilige omgeving kan opgroeien. Dit vereist een effectief jeugdbeschermingsbeleid, waarin de overheid dit jaar extra middelen toewijst.

Binnen de fysieke leefomgeving spelen ook migratie en opvang een belangrijke rol. Mensen komen naar Nederland om te werken, studeren, lief te hebben of bescherming te zoeken, en het is van cruciaal belang om dit proces efficiënt en gecontroleerd te organiseren. Het kabinet stelt financiële middelen beschikbaar om de opvangcapaciteit te stabiliseren, legale migratie te bevorderen en het terugkeerproces te ondersteunen, met als doel de fysieke leefomgeving en de sociale cohesie te verbeteren.

We zien een duidelijke vraag naar beveiligingsprofessionals. Deze experts spelen een cruciale rol in het waarborgen van een veilige leefomgeving en het beschermen tegen bedreigingen door criminele organisaties. Tevens Milieu-inspecteurs zijn nodig, zij zorgen ervoor dat milieuregels worden nageleefd en dragen bij aan het behoud van een gezonde leefomgeving.

Over de auteurs

  • Frans Wittenberg

    Frans Wittenberg werkt als Strategisch Adviseur voor BVNG. Zijn focus ligt op de domeinen Fysieke Leefomgeving en Beleid & Management. Zijn achtergrond ligt in de ruimtelijke ordening en hij is opgeleid als planoloog aan de Universiteit van Amsterdam. Rode draad in zijn loopbaan is advies en consultancy. Frans kan bogen op ruim 30 jaar werkervaring als adviseur op het terrein van ruimtelijke ordening, economie, gebiedsontwikkeling, wonen en duurzaamheid. Hij heeft vele opdrachtgevers met raad en daad terzijde gestaan. Gemeenten, provincies, woningcorporaties, SW bedrijven, projectontwikkelaars, beleggers en individuele bedrijven zijn voor hem zeer bekend. Hij spreekt daardoor de taal van overheid en private sector. Voortbouwend op deze ervaring geeft Frans vorm en richting aan onze activiteiten in de Fysieke Leefomgeving en binnen Beleid en Management. Wat drijft Frans: onze samenleving elke dag een stapje beter en mooier maken. Daar is de inzet van onze goed opgeleide en ervaren professionals een belangrijk hulpmiddel bij.

Gerelateerd nieuws

Verslag Privacy Congres 2025: Jaap-Henk Hoepman kritisch op technische ontwikkelingen CSAM, eIDAS en Europese digitale munt

Op de jaarlijkse Privacy Conferentie afgelopen week sprak dr. Jaap-Henk Hoepman over een aantal nieuwe Europese wetten die gebruikmaken van technische oplossingen om privacy te bewerkstelligen. Het gaat om de eIDAS, CSAM en Digitale Euro verordening. Dr. Hoepman leverde technisch inzicht in de privacytechniek die de nieuwe wetten behelzen en gaf zijn kritische opvatting op de gekozen technieken. Zijn conclusie? “Technische standaarden in wetgeving worden veel te weinig ontwikkeld in samenspraak met academici en NGO’s.“ Dr. Jaap-Henk Hoepman is gastprofessor computerwetenschappen aan de Karlstads universiteit en hoofddocent computerwetenschappen aan de Radboud universiteit.

Data & Privacy

'Er moet een emissieplafond in de wet om uit het stikstofmoeras te komen'

De uitspraak van de rechter in de stikstofzaak van Greenpeace stelt de regering voor een vrijwel onmogelijke opgave. Het kabinet moet de stikstofuitstoot binnen vijf jaar enorm beperken, zonder dat boeren weten hoe en wanneer ze aan welke milieueisen moeten voldoen. Nederland komt alleen uit het stikstofmoeras als de Kritische Depositiewaarde uit de wet gaat en vervangen wordt door emissiebeleid. Dat stellen Wim de Vries, Gerard Ros en Wieger Wamelink van WUR.

Klimaat

Kabinet wil met voldoende ruimte voor grote rivieren onnodige waterschade tegengaan

De grote rivieren spelen een belangrijke rol in de waterveiligheid van Nederland. De Rijn, Waal, Maas, Lek en IJssel vangen als gevolg van extremer weer steeds vaker grote hoeveelheden regenwater op. Daarvoor hebben deze rivieren wel de ruimte nodig. Omdat er in delen van het rivierbed tot nu toe nog ruimte was voor ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woonwijken, vakantieparken en zelfs ziekenhuizen, heeft minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) de Beleidslijn grote rivieren (Bgr) geactualiseerd. Hierdoor behouden we voldoende ruimte voor waterberging en afvoer, voorkomen we dat nieuwe activiteiten of objecten de toekomstige rivierverruimingen moeilijker of duurder maken en wordt onnodige schade bij bewoners en ondernemers voorkomen.

Omgeving

De opkomst van eigen beleidsvorming in het sociaal domein: kans of bedreiging voor governance?

Het sociaal domein bevindt zich in een periode van ingrijpende verandering. Waar beleidsvorming traditioneel een exclusieve taak van de overheid was, nemen steeds meer organisaties het heft in eigen handen. Gemeenten, zorginstellingen en maatschappelijke organisaties ontwikkelen zelfstandig beleid, zonder te wachten op landelijke kaders. Denk bijvoorbeeld aan de terugtrekking van de VNG uit het Integraal Zorgakkoord of GGZ-instellingen die eigen plannen opstellen voor mentale gezondheidszorg. Deze ontwikkeling roept belangrijke vragen op: wat betekent eigen beleidsvorming voor de governance in het sociaal domein en hoe zorgen we voor een optimale balans tussen innovatie, maatwerk en democratische controle?

Zorg & Sociaal