De arbeidsparticipatie van niet-westerse migranten zoals nieuwkomers (vluchtelingen en gezinsmigratie) en oudkomers (eerste, tweede en derde generatie arbeidsmigranten) ligt over het algemeen lager dan voor niet-migranten. Toeleiding naar werk voor de verschillende migrantengroepen – hen voorbereiden op de doorstroom naar werk - kent verschillende arbeidstoeleidingsvraagstukken. Passende maatregelen zouden migranten kunnen helpen op weg naar werk en maatschappelijke participatie, maar welke interventies sorteren voor hen effect?

Met 25 deskundigen hebben wij de arbeidstoeleiding van niet-westerse minderheidsgroepen in Nederland besproken. Aan de deskundigen, die allemaal betrokken zijn bij de arbeidstoeleiding van migranten, legden we ‘successen’ voor uit ons omringende landen. Zij waren vooral te spreken over de intensieve lange termijn maatwerktrajecten met aandacht voor de verschillen tussen de groepen migranten. Dat nieuwkomers als onderdeel van de inburgering direct aan het werk gaan waardoor het spanningsveld tussen inburgering en participatie via arbeid wegvalt, waarderen zij. Aan dit soort ontwikkelingen heeft het Nederlandse arbeidstoeleidingsbeleid behoefte, volgens de deskundigen.

De verschillende ’successen’ in de ons omringende landen bevatten volgens de deskundigen weinig nieuws. Zij weten dat er in Nederland soortgelijke trajecten bestaan, maar een overzicht inclusief de aanpak en effectiviteit daarvan ontbreekt. De trajecten zijn niet altijd goed geëvalueerd, onderzocht of gedocumenteerd. Hierdoor hebben de deskundigen een selectief en incompleet beeld, waardoor moeilijk valt na te gaan welke trajecten succesvol zijn voor welke groepen. Door de beperkte documentatie blijven systeemfouten zoals tegenwerkende regelgeving en perverse prikkels minder goed zichtbaar. Overigens geldt de incomplete documentatie ook voor de buitenlandse interventies.

De Nederlandse arbeidstoeleiding

De deskundigen merken op dat het arbeidstoeleidingsbeleid van migranten in Nederland voortdurend wijzigt, wat zorgt voor versnippering en ineffectiviteit. Daarnaast is de arbeidstoeleiding veelal gericht op het aantallen plaatsingen, de korte termijn, en mag slechts weinig kosten. Zij wijten dat grotendeels aan een calculerend economisch discours, dat resulteert in onzekerheid voor uitvoerende organisaties en de ineffectiviteit van trajecten in de hand werkt.

Bij de huidige arbeidstoeleiding verschuilen ambtenaren en arbeidsconsulenten zich vaak achter beleidsregels, precedentwerking en procedures omdat ze geen discretionaire ruimte ervaren, wat leidt tot verstarring. Meer vertrouwen biedt hen de ruimte om afwegingen te maken die passen bij de verscheidenheid aan behoeften van migranten(groepen) en reduceert de ‘hijgerigheid’ van het calculerend economisch discours. Uitgangspunten zoals vertrouwen en de menselijke maat geven ambtenaren en arbeidsconsulenten de mogelijkheid om zelf afwegingen te maken, die de arbeidstoeleiding succesvoller kunnen maken.

Menselijke maat

De menselijke maat betekent rekening houden met de behoeften van arbeidsmigranten en die behoeften zijn volgens de deskundigen voorwaardelijk voor een effectieve arbeidstoeleiding. Als basis benoemen zij werk dat een leefbaar inkomen oplevert, stabiliteit biedt en zorgt voor vermindering van stress. Waar we vanaf moeten, zijn tijdelijke aanstellingen en werktrajecten zonder uitzicht op vast werk. Na een halfjaar ontslag krijgen omdat compensatie voor een werkgever vervalt of begeleiding stopt, demotiveert slechts en zorgt eerder voor psychische, sociale en economische schade bij de mensen die de trajecten volgen.

De deskundigen pleiten voor een consistente aanpak, een langetermijnvisie en –plan, waarin duurzame arbeidstoeleiding centraal staat. De diversiteit onder migranten vraagt om een brede en geïntegreerde benadering waarvoor betrokkenheid en nauwe samenwerking tussen overheidsinstanties, lokale gemeenschappen, maatschappelijke organisaties en werkgevers nodig is. Succesvolle arbeidstoeleiding verlangt samenhangende initiatieven vanuit verschillende beleidsdomeinen zoals werk, onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg en sociaal welzijn.

Een universele benadering van arbeidstoeleiding, die op alle migrantengroepen van toepassing is, bestaat niet. Maatwerk is nodig. Verschillende migrantengroepen hebben verschillende trajecten nodig zodat arbeidstoeleiding voor een gevluchte huisarts er anders uitziet dan een traject voor een gevluchte analfabetische kledingmaker. Voor het overwinnen van arbeidsmarktobstakels en het verkennen van loopbaanpaden is langdurige begeleiding noodzakelijk. Vanwege de effectiviteit pleiten de deskundigen voor intensieve maatwerktrajecten die zich richten op het kennen, kunnen en willen van de migranten.

Sociale activering een must

Volgens de deskundigen is toeleiding naar werk niet altijd de beste en enige optie, omdat werken voor sommigen onhaalbaar is op de korte termijn. Voor hen is sociale activering een must. Het biedt mensen die minder goed tot moeilijk bemiddelbaar zijn een opstapje om actief te blijven. In een stimulerende omgeving kunnen mensen via een omweg alsnog aan passende arbeid komen. Op de lange termijn sorteren dergelijke omwegen meer effect voor zowel migranten als de samenleving. Maatschappelijke inclusie is daarmee een uitkomstmaat die meer aandacht behoeft in het huidige debat over arbeidstoeleiding. Helaas zullen er altijd mensen zijn waarvoor sociale activering ook geen oplossing biedt en blijft sociale en psychische hulp het hoogst haalbare.

Volgens de deskundigen is een herziening van (het systeem van) de arbeidstoeleiding van migranten nodig. Dat begint bij een coherente langetermijnvisie waarin maatwerk en de menselijke maat de kern vormen. Een overzicht van de bestaande initiatieven van arbeidstoeleiding met een nadruk op de doelen en effectiviteit daarvan is meer dan behulpzaam bij het leren en ontwikkelen van een nieuwe langetermijnvisie. Immers, welke initiatieven er zijn en welke werken, weten we niet.

Over de auteurs

  • Joop Zinsmeister

    Dr. Joop Zinsmeister is hoofddocent en werkt bij de onderzoeksgroep Arbeid en Menselijk Kapitaal van The Worklab, Hogeschool van Amsterdam.

  • Hafid Ballafkih

    Dr. Hafid Ballafkih is Lector Arbeid en Menselijk Kapitaal aan de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum voor Economische Transformatie. Hij is expert op het gebied van arbeidsmarkt en menselijk kapitaal met een focus op het effect van micro-economische trends in organisaties en de samenleving.

Gerelateerd nieuws

Investeerders waarschuwen Brussel: 'Versoepeling duurzaamheidsregels brengt Green Deal in gevaar'

Meer dan 200 financiële dienstverleners en organisaties, waaronder investeerders met samen €6,6 biljoen aan beheerd vermogen, hebben een gezamenlijk statement uitgebracht. Ze waarschuwen de Europese Commissie dat versoepeling van belangrijke duurzaamheidsrapportages binnen het aankomende "Omnibus-pakket" kan zorgen voor onzekerheid en risico’s met betrekking tot kapitaalinvesteringen in milieudoelstellingen van de EU.

2025: Het jaar van de waarheid voor Kabinet-Schoof

In 2025 hoopt Transparency International Nederland (TI-NL) resultaten te zien van het Kabinet Schoof. In haar hoofdlijnenakkoord sprak het Kabinet over een nationale anti-corruptiestrategie, betere klokkenluidersbescherming en een agenda voor de rechtsstaat. Vervolgens heeft het Kabinet haar plannen uitgewerkt in het regeerprogramma. Dat was de belofte in ieder geval. In de praktijk bleek dat het Kabinet in het regeerprogramma nog geen nieuwe plannen uitgewerkt had. Het programma bleek op het gebied van anti-corruptiebeleid een herhaling van het Hoofdlijnenakkoord. 2025 wordt daarom een cruciaal jaar voor het Kabinet. Als zij de grote ambities uit het Hoofdlijnenakkoord waar willen maken zullen zij dit jaar hard aan slag moeten en snel met plannen moeten komen. Daarom neemt Transparency International-Nederland u hieronder mee in hun verwachtingen voor 2025!

Bedrijven op scherp: helft vreest impact van klimaat-, cyber- en geopolitieke risico

Een nieuw onderzoek van Rabobank toont aan dat Nederlandse bedrijven zich steeds meer bewust zijn van de groeiende risico’s die hun bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden. De helft van de ondervraagde bedrijven verwacht aanzienlijke impact te ondervinden van klimaat-, cyber-, geopolitieke en sociale risico’s. Om deze risico’s te beheersen, heeft 82 procent van de bedrijven al een of meer voorzorgsmaatregelen genomen.

Leiderschap in tijden van geopolitieke onrust

“Wat doe je?”, vroeg ik verontrust. “Ik zit in het oog van de orkaan”, antwoordde de directeur vanachter zijn bureau, een grote sigaar tussen rechterwijs- en middelvinger geklemd, terwijl hij kringeltjes rook de lucht in blies. Mijn vraag was meer gericht op het onmiddellijke brandgevaar, los van het feit dat roken al vrij lang niet meer wordt toegestaan in de openbare ruimte. Het antwoord ging duidelijk over het grotere plaatje, en het excentrieke gedrag interpreteerde ik als ondersteunend aan de visionair bedoelde uitspraak. Er volgde een monoloog over alle krachten waaraan de organisatie en daarmee hijzelf persoonlijk blootstond. En toegegeven: dat was nogal wat. Op een cruciale borgende plek in de keten van voedselveiligheid kon één verkeerde inschatting fataal zijn voor een groot deel van de Nederlandse bevolking, al was enige overdrijving mijn gesprekspartner niet vreemd.