Het gaat tot nu toe goed met de Omgevingswet, reageert minister Hugo de Jonge van BZK op schriftelijke vragen van de Eerste Kamerfracties GroenLinks-PvdA en BBB.

In de LV-DSO zijn geen grote storingen geweest, schrijft de minister, en gemeenten hebben inmiddels zowel via STOP-TPOD en via TAM-IMRO publicaties in het DSO gedaan. Er zijn wel vragen over inhoud, nieuwe processen en het werken met de Omgevingswet, maar dat is “zoals verwacht”, meldt De Jonge. Volgens de minister slaagt het Informatiepunt Leefomgeving van BZK (IPLO) erin om deze vragen tijdig te beantwoorden.

Hoeveel plannen er tot nu toe zijn gepubliceerd in de planketen, kan de minister nog niet zeggen. Het is te vroeg om cijfers te leveren “die ook kwalitatief voldoende” informatie geven, schrijft hij.

Toekomst TAM onzeker

Ook over de invloed van TAM-IMRO kan hij nog niet alle vragen beantwoorden. Omgevingsplannen opstellen met deze zogenaamde Tijdelijke Alternatieve Maatregel zal voor gemeenten extra werk opleveren, want deze moeten later alsnog omgezet naar STOP-TPOD. “Hoeveel capaciteit dit dubbel werk kost, is niet eenduidig aan te geven. Dit hangt af van verschillende (lokale) factoren en keuzes en verschilt dus per bevoegd gezag”, stelt de minister.

Ook over eventuele extra kosten voor gemeenten door het dubbele werk kan hij nog niks zeggen. In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet had de Eerste Kamer nog opgeroepen tot voldoende financiële dekking voor decentrale overheden, maar dit zag de minister niet als oproep om extra budget vrij te maken.

Het dubbel werk is wel een argument om niet te lang door te gaan met de TAM-Omgevingsplan, schrijft De Jonge. De Eerste Kamer verzocht de minister eerder om de maatregelen langer in stand te houden, uit angst voor een wankel DSO. Hoe lang de regeling blijft bestaan, is nog niet bekend.

“We hebben interbestuurlijk afgesproken dat bevoegd gezagen de TAM vooralsnog één jaar kunnen gebruiken. Met de bestuurlijke partners heb ik afgesproken dat we medio 2024 besluiten of deze periode verlengd moet worden”, aldus de minister.

‘Kijk vooruit’

Ook wordt er verder gesleuteld aan het DSO, conform verwachtingen. De Jonge: “Nu de eerste spannende weken na inwerkingtreding zijn gepasseerd, kijk ik met de bestuurlijke partners vooruit. Want, zoals eerder met u gedeeld, we zijn nog niet klaar. Op basis van de gemaakte afspraken worden nog nieuwe functionaliteit ontwikkeld en verbeteringen in het gebruik van de bestaande functionaliteiten aangebracht op basis van de ervaringen van gebruikers.”

In het eerste kwartaal van 2024 zal de minister meer informatie delen over de werking en het gebruik van de planketen in het DSO.

Over de auteurs

  • Kasper Baggerman

    Kasper Baggerman is Nieuwsredacteur Omgeving bij PONT | Omgeving. Hij is gespecialiseerd in de woningmarkt en leefbaarheid.

Gerelateerd nieuws

Waarom grondprijzen vrijwel nooit het probleem van de woningbouw zijn

In het debat over de woningbouwopgave in Nederland gaat het vaak over geld. Over stijgende bouwkosten, over betaalbaarheid van woningen, en ook over de grondprijs. Maar wie dagelijks in de praktijk werkt aan de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties, met name in uitleggebieden, weet dat de prijs van de grond zelden de reden is waarom projecten stilvallen. Het echte knelpunt? De eindeloos durende procedures, als het al zover komt dat een gemeente van de provincie toestemming krijgt om in een agrarisch gebied woningen te realiseren.

Steeds meer dakloze mensen: een woonprobleem of een zorgvraagstuk?

De afgelopen jaren is het aantal dakloze mensen in Nederland flink gestegen. Uit een recente schatting van het CBS waren er in Nederland op 1 januari 2024 ruim 33.000 mensen dakloos – dat zijn er 2.400 duizend meer dan het jaar ervoor, en zelfs 6.400 duizend meer dan in 2022. In deze serie gaan we in gesprek met deskundigen uit verschillende velden over wat er nodig is om dakloosheid in Nederland terug te dringen. Voor het eerste artikel uit deze reeks sprak PONT met Nanda Lamme, strategisch adviseur sociaal domein bij de gemeente Utrecht.

Zorg & Sociaal

Hitte aanpak 2025: samen voorbereid op de gevolgen van hitte

Extreme hitte heeft gevolgen voor de gezondheid van mensen en voor de leefbaarheid van steden en dorpen. Daarom presenteren de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) vandaag de Hitte aanpak 2025. Hierin laten zij zien wat het Rijk en maatschappelijke partners doen om de gevolgen van aanhoudende hitte te beperken. De aanpak richt zich op concrete acties op de korte termijn die bijdragen aan een gezonde leefomgeving voor mensen in de gebouwde omgeving. Het doel voor de lange termijn is om het aantal mensen dat door hitte vroegtijdig overlijdt, in 2050 te halveren.

De aanpak van natuurbranden

De aanpak van natuurbranden in Nederland is afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. En, zo blijkt dit voorjaar, geheel terecht. Het aantal natuurbranden is nu al ontzettend hoog. Het aantal meldingen van een natuurbrand tot 13 mei 2025 staat op 394. Ter vergelijking: in geheel 2024 zijn er 211 meldingen van een natuurbrand gedaan. We zitten in een droog voorjaar en dat zorgt voor een kwetsbare natuur, en dat lijkt eerder regel dan uitzondering te worden. Reden voor overheden, natuurbeheerders en hulpdiensten om te investeren in natuurbrandbeheersing.