Het aantal bouwvergunningen voor woningcorporaties neemt toe, in afwijking van de neergaande lijn van het totaal aantal bouwvergunningen. Bijna één van de 4 vergunningen (23%) is nu een huurwoning van een corporatie. Daarmee voorkomen woningcorporaties een verdere terugval van de woningbouw. Dat schrijft Johan Conijn, directeur woningcorporaties bij Finance Ideas.

Aantal bouwvergunningen daalt al 2 jaar

Het aantal bouwvergunningen daalt al 2 jaar. Cijfers van het CBS laten zien dat dit ook in het laatste kwartaal van vorig jaar nog het geval was. In totaal kwam vorig jaar uit op 55.246 vergunningen. Het is afwachten of we het dieptepunt hebben bereikt, schrijft Conijn. De vooruitzichten zijn niet goed gezien het renteniveau. Ook de nieuwe Omgevingswet is een onzekere factor.

Wel meer bouwvergunningen corporaties

Het aantal bouwvergunningen voor woningcorporaties is een uitzondering op de neergaande lijn. Die laten sinds begin vorig jaar juist een positieve trend zien. Ze namen ook in het vierde kwartaal nog toe. Dat kan mede het gevolg zijn van de bouw van flexwoningen, het CBS maakt echter geen onderscheid, aldus Johan Conijn.

Aandeel huurwoningen stijgt

Omdat het totaal aantal bouwvergunningen daalt terwijl de vergunningen voor corporaties juist toenemen, wordt het aandeel huurwoningen van corporaties groter. Dat aandeel steeg naar 23,2%. Bijna één van de 4 vergunningen is dus voor een corporatiewoning. Begin 2018 was dat aandeel nog slechts 7,5%. Het is nu dus 3 keer zo hoog.

Komende jaren minder nieuwbouw

De oplevering van een woning is meestal zo’n 2 jaar na het verlenen van de bouwvergunning. We mogen dus verwachten dat de nieuwbouw de komende jaren verder daalt. Conijn voorziet een mogelijk dieptepunt van 50 tot 60.000 woningen in 2025.

De toegenomen vergunningen voor corporaties zijn ook nog geen garantie dat het aantal nieuwe corporatiewoningen (voldoende) toeneemt. Een deel van de bouwvergunningen voor corporatiewoningen wordt door ontwikkelaars of bouwers aangevraagd en die zitten niet in deze toename van vergunningen. Dat aantal moet ook op peil blijven om in totaal tot meer nieuwe corporatiewoningen te komen. Maar, stelt Johan Conijn: ‘Hoe dan ook vormt de stijging van de bouwvergunningen voor woningcorporaties een welkom lichtpuntje op de sombere woningbouwmarkt.’

Voor meer verdieping PONT | Omgeving , opent in nieuw tabblad

Gerelateerd nieuws

Wat betekent verzilting voor water, landbouw en natuur?

Steeds vaker dringt zout water ons land binnen, voor een deel als gevolg van klimaatverandering. Wat betekent dit voor het water- en bodemsysteem, voor de landbouw en de natuur? Om dit te onderzoeken, heeft het Rijk samen met STOWA een ambitieus programmaplan opgesteld: ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’. Voor het jaar 2025 is 400.000 euro beschikbaar om een start te maken. Het doel is een meerjarig kennisprogramma met een budget van ongeveer 1 miljoen euro per jaar.

Omgeving

Industrie onmisbaar voor toekomst maar staat onder zware druk

De industrie in Nederland staat onder grote druk. De eerste massaontslagen zijn een feit, duurzame fabrieken worden gesloten of niet afgebouwd en steeds vaker vinden investeringen buiten Nederland plaats. Terwijl we nu en in de toekomst een duurzame industrie nodig hebben voor onze producten, welvaart en weerbaarheid. VNO-NCW roept de politiek dan ook op om er de komende jaren samen met de industrie voor te zorgen dat bedrijven hier behouden blijven. En om obstakels weg te halen zo dat bedrijven de investeringen voor de broodnodige transities kunnen doen. Samen kunnen we dit oplossen. Vandaag sprak de Tweede Kamer over verduurzaming van de industrie.

Klimaat

Zorg voor duurzame energie van eigen bodem, betaalbaar voor iedereen, in een schone economie

Wat moet het nieuwe kabinet als eerste doen voor de energietransitie en duurzaamheidsontwikkeling? We vroegen het aan Olof van der Gaag, voorzitter NVDE.

Klimaat

Persoonsgegevens of anonieme gegevens?

In een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (EDPS v GAR) is een belangrijke stap gezet in de discussie over pseudonieme, anonieme en persoonsgegevens. Het Hof bevestigt wat velen in het veld al langer betoogden: gepseudonimiseerde gegevens kunnen onder bepaalde omstandigheden wél persoonsgegevens zijn voor de verstrekker, maar géén persoonsgegevens zijn voor de ontvanger. De kwalificatie van gegevens hangt af van de concrete omstandigheden en de positie van de ontvanger. Deze benadering wordt ook wel aangeduid als de contextuele benadering en speelt een belangrijke rol bij de vraag: is de AVG van toepassing?

Data & Privacy