Maar ondertussen weet iedere vrouw dat er een goede kans is dat zij minder verdient dan haar mannelijke collega’s. Zeker vrouwen die in het bedrijfsleven werken. Volgens het CBS was het loonverschil tussen mannen en vrouwen in 2022 6,9 procent en bovendien nauwelijks gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Bij de overheid gaat het gelukkig beter. Daar was het verschil maar 1,8 procent in 2022. Ik heb het hier over het gecorrigeerde loonverschil. Dat betekent dat het gaat om lonen van mannen en vrouwen met dezelfde functie, opleiding, ervaring, en andere kenmerken van de persoon en de baan.

Bij het CPB wilden we graag weten hoe het zit met onze eigen loonkloof tussen mannen en vrouwen. We hebben het laten onderzoeken, en kunnen opgelucht ademhalen: de gecorrigeerde loonkloof is klein en statistisch niet te onderscheiden van nul. Dat geldt in ieder geval voor de wetenschappelijk medewerkers – voor andere functies zijn er te weinig data om het goed te kunnen meten. Hoewel mannen bij het CPB gemiddeld meer verdienen dan vrouwen kan dat verklaard worden door verschillen in kenmerken, bijvoorbeeld doordat de mannen gemiddeld al langer bij het CPB werken (9,5 jaar) dan de vrouwen (5 jaar).

Geen loonkloof, hoe zouden we dat voor elkaar hebben gekregen? We weten uit onderzoek dat hoe minder ruimte er is voor subjectieve beoordeling, hoe kleiner de kans dat vrouwen worden benadeeld doordat zij bewust of onbewust als minder competent worden gezien. Onbewuste vooroordelen zijn erg hardnekkig, en toen ik me daarin verdiepte vond ik het schokkend om te leren hoe dat uitwerkt: vrouwen worden bijvoorbeeld aan hogere standaarden gehouden dan mannen. Het helpt dus dat we bij het CPB duidelijke richtlijnen en criteria hanteren voor het inschalen van nieuwe medewerkers en het beoordelen van zittende medewerkers. Onze leidinggevenden stemmen met elkaar af hoe medewerkers geëvalueerd worden, en houden in de gaten of dat eerlijk en consistent gebeurt.

Kunnen we dan op onze lauweren rusten? Dat denk ik niet. Ten eerste is er in onze manier van evalueren best nog ruimte voor verbetering, door bijvoorbeeld minder te leunen op “open vragen” en de criteria voor beoordeling explicieter te maken. Ten tweede hebben we nu gekeken naar gelijk loon voor gelijk werk, maar ongelijk loon vanwege ongelijk werk vraagt net zo goed aandacht. Want waarom zouden we het acceptabel vinden als vrouwen minder dan mannen doorstromen naar hoger-betaalde functies?

We hebben niet laten onderzoeken hoe het met die doorstroom zit, maar de onderzoeker heeft een aantal medewerkers uitgebreid gevraagd naar hun ervaringen. Onder andere naar de mogelijkheden om werk en privé te combineren, en hoe zij keuzes rond gezinsvorming en carrière op elkaar hebben afgestemd. Daar komen nuttige inzichten uit, die elke organisatie (met of zonder gecorrigeerde loonkloof) ter harte kan nemen.

Een belangrijke les die ik daar uit haal: rolmodellen doen er toe, want “you can’t be what you can’t see”. Mijn collega’s schreven er op deze plek al eerder over (hier en hier). Een vrouw in een management positie? Een hogere functie én een goede werk-privé balans? Het helpt dat CPB medewerkers zien dat het kan. En dit geldt zeker ook voor de mannen. Collega’s die vader worden nemen gerust het verlof waar ze recht op hebben, en zo zien we dus genoeg collega’s met een vaste papa-dag. Ook dat draagt bij, want voor minder ongelijkheid is het cruciaal dat mannen meer van het onbetaalde werk thuis kunnen doen.

Qua rolmodellen zitten we dus best goed bij het CPB. Al mag het bewustzijn over het belang daarvan nog wel groeien, vooral bij rolmodellen in leidinggevende functies. Want als leidinggevende kun je ook (onbedoeld) het verkeerde voorbeeld geven, door bijvoorbeeld heel hard door te werken in het weekend en de indruk te wekken dat je dat van anderen ook verwacht.

Zelf probeer ik zorgvuldig om te gaan met het rolmodelschap, en uit te spreken wat ik wel en niet verwacht van anderen. Ik hoop dat ik eraan kan bijdragen dat het CPB een fijne plek is om te werken met goede kansen voor mannen én vrouwen, met of zonder zorgtaken. En als iemand het heel graag wil weten, zal ik misschien ook wel vertellen hoeveel ik verdien.

Over de auteurs

  • Janneke Pieters

    Janneke Pieters is Programmaleider Arbeid van de sector Arbeid en Kennis van het CPB. Daarnaast is zij Universitair hoofddocent aan Wageningen University.

Gerelateerd nieuws

Rapport aan VN-comité: ‘Rechten van mensen met een beperking worden niet volledig beschermd’

Hoe staat het met de uitvoering van het VN-verdrag handicap? Vandaag moet Nederland hier verantwoording over afleggen bij het VN-comité handicap in Genève. Als toezichthouder op de uitvoering van het verdrag leverde het College een rapport aan bij het comité. Ook is het College vandaag aanwezig bij de dialoog van Nederland met het comité.

Zorg & Sociaal

Toegankelijkheidsrichtlijn: waar moeten financiële instellingen straks aan voldoen?

Op 28 juli 2025 treedt de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn in werking in Nederland. Deze richtlijn stelt nieuwe regels om de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een handicap of een functionele beperking te verbeteren. Om hieraan te voldoen, moeten financiële ondernemingen procedures opstellen, informatie aanpassen en algemene voorwaarden herzien. Voldoen zij niet aan deze voorschriften, dan geldt een meldingsplicht bij de AFM. In dit artikel licht Daniëlle Geelen, Risk & Compliance consultant bij Projective Group, toe wat er van financiële instellingen verwacht wordt.

Zorg & Sociaal

Monitor Discriminatiezaken: stijging aantal meldingen ongelijke beloning

Hoewel er de afgelopen jaren meer aandacht is voor ongelijke beloning, blijft de loonkloof bestaan. Het College zag de afgelopen maanden zelfs een stijging in het aantal meldingen over ongelijke beloning. Dit blijkt uit de halfjaarlijkse Monitor Discriminatiezaken die vandaag is gepubliceerd. In totaal kreeg het College 44 meldingen en 5 verzoeken om een oordeel over dit onderwerp. Recentelijk nog dienden twee vrouwelijke rechters en Bureau Clara Wichmann een klacht in bij het College vanwege de ongelijke beloning van vrouwelijke rechters en officieren van justitie.

Zorg & Sociaal

'Misbruik in zorginstellingen is misschien te voorkomen'

Recentelijk nog berichtte het NOS nieuws over grootschalige wantoestanden tussen 1950 en 2019 in Nieuw Zeeland , een verlate echo van het rapport van onze Commissie de Winter. Maar ook dicht bij huis berichte de Leeuwarder Courant deze week over slachtoffers van verkrachting in Drachten (22 juli). Het is verleidelijk om al deze ‘gevallen’ af te doen als incidentele gevolgen van gestoorde individuen . Dat lijkt een denkfout want daarvoor is het fenomeen misbruik in de jeugdzorg te groot. Vaak durven slachtoffers er niet over te praten (self-silencing) en wijten ze het misbruik aan zichzelf. Dat veroorzaakt nog meer machteloosheid met vaak een post traumatische stressstoornis (PTSS) tot gevolg, die we maar moeilijk kunnen behandelen. Wat kunnen we er aan doen?

Zorg & Sociaal