School, hulpverlening en jongerenwerk helpen jongeren te functioneren in en zich aan te passen aan de samenleving. De instanties zijn een soort ‘aanpassingsmachines.’ En ja, aanpassing kan jongeren helpen om succes te hebben. Maar nadruk op aanpassing houdt ook meerdere vormen van ongelijkheid in stand. Daarom zochten we naar een ‘omkering’: Hoe kunnen we jongeren ondersteunen om changemakers te zijn? Om hun omgeving en de samenleving positief te veranderen? Hoe kunnen volwassenen en gevestigde instituties daarin partners worden?

Het programma Agency arrangeren. Speelruimte voor jongeren als changemakers, in opdracht van het Kenniscentrum Ongelijkheid, leverde hierover belangrijke inzichten. (Youthagency betreft het vermogen, het zelfvertrouwen en de mogelijkheden (waaronder macht) om te handelen, en daarmee bij te dragen aan wat voor jongeren van belang is. Dat betreft betekenisvolle momenten (tijdelijk), een volgende stap (korte termijn), en een koers (langere termijn). Het begrip kent vele invullingen. Wij brengen het individuele kennen en kunnen expliciet in verband met wat jongeren in relatie tot elkaar en maatschappelijke kwesties, groter dan henzelf, tot stand brengen. Youth agency zien we minder als psychologische capaciteit en meer als sociaal-culturele kracht.

Jongeren aan zet tegen ongelijkheid

Maatschappelijke kansen en mogelijkheden zijn ongelijk verdeeld, of het nu gaat om wonen, opleiding, arbeid, fysieke en mentale gezondheid of klimaatrechtvaardigheid. En dat in een van de rijkste samenlevingen van de wereld. Volwassenen beloven al jaren verbetering, maar het komt niet.

Het onderwijs bevestigt en reproduceert deze ongelijkheid goeddeels. Jongeren in benadeelde posities hebben te weinig inzicht in hoe hun positie onderdeel is van onrechtvaardige structuren. Als ze er wel op reageren, zien omstanders de reacties vaak als onterecht, buitensporig en ongepast. Reacties op verontwaardigde jongeren gaan eerder over vorm (waarom doen ze zo?) dan over inhoud (waar zijn ze boos over?). Volwassenen lijken niet in staat, of niet welwillend genoeg, om werkelijk aan te sluiten bij de behoeften en de beleving van kinderen en jongeren.

Adultism en waithood

De gebrekkige en onkundige reacties op jongerenkwesties hangen samen met specifieke manieren van kijken. Het deficiëntiedenken (de ‘gebrekenblik’) stelt kinderen en jongeren te makkelijk gelijk aan hun problemen, en doet geen recht aan wat ze nog meer zijn. Hoewel onderwijs, hulpverlening en welzijnswerk in principe opereren in de spanning tussen empowerend en disciplinerend werk, slaan ze vooral door in het beheersen en aanpassen van gedrag en in disciplinerend optreden. Empowerment delft het onderspit.

Jongeren komen in een permanente ‘wachtkamer’ en mogen pas op hun achttiende naar buiten

Een specifieke deficiëntiebenadering gericht op kinderen, tieners en jongeren heet internationaal adultism, analoog aan andere onderdrukkende structuren als seksisme, racisme en klassisme (vooroordelen over mensen die tot een bepaalde sociale klasse behoren). Onderzoekers gebruiken ook de termen agism en youngism.

Natuurlijk zijn kinderen anders dan volwassenen en hebben ze bescherming en bijsturing nodig. De speeltuin is een mooi voorbeeld van hoe we kinderen willen afschermen van de volwassenenwereld en hen zorgeloos laten spelen. Maar vanuit die redenering ontnemen we hun nog veel meer. We zien ze niet voor volwaardig aan. Ze komen in een permanente ‘wachtkamer’ en mogen pas op hun achttiende naar buiten. Vervolgens zijn ze nauwelijks toegerust voor de wereld buiten die wachtkamer.

Internationale literatuur spreekt van waithood, een uitgesteld leven. Dit begrip heeft vooral betrekking op sociaal-economische crises en belemmeringen in Afrika, het Midden-Oosten en India, maar wordt in westerse context steeds relevanter. Van een adultist-houding van volwassenen voelen jongeren vooral dat ze ‘er nog niet’ zijn. Waithood stelt de vraag: komen ze er ooit wel?

Dit artikel verscheen op Sociale Vraagstukken. Klik hier om het verder te lezen.

Gerelateerd nieuws

Zo maken we Rotterdam gezonder: "Mensen moeten weer buitenspelen, kinderen maar ook volwassenen."

De gezondheid van de Rotterdammer is slechter dan die van de gemiddelde Nederlander. Hoogleraar Public Health Lex Burdorf (Erasmus MC) berekende dat een inwoner van de Maasstad anderhalf jaar korter leeft. Ook binnen de stad zijn er grote verschillen: inwoners nabij metrostation Nesselande leven gemiddeld acht jaar langer dan inwoners nabij metrostation Maashaven. Wij vroegen Lex Burdorf waar deze verschillen vandaan komen en wat de oplossing is voor deze prangende 'Rotterdamse kwestie': "Het is geen individueel probleem maar een probleem van de inrichting van de samenleving."

Zorg & Sociaal

Jeugdzorg(en)

De Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 zet in op structurele verbeteringen in de jeugdzorg, waaronder een versterking van regionale samenwerking. In dit artikel belicht collega Joeri Schutte de voordelen en uitdagingen van regionaal georganiseerde zorg, gericht op het terugdringen van administratieve lasten en het verbeteren van de toegankelijkheid.

Zorg & Sociaal

Community Support: Resonantie en Saamhorigheid

In een wereld waarin individualisme en versnelling de boventoon voeren, raakt gemeenschapszin vaak op de achtergrond. Toch is sociale verbondenheid onmisbaar voor psychisch welzijn en zingeving. De methode Community Support, ontwikkeld door Marga de Groot en Luuk Mur, biedt een innovatieve aanpak voor herstel en welzijn door sociale netwerken en onderlinge steun te versterken. Deze goed beschreven methode sluit naadloos aan bij Hartmut Rosa’s concept van resonantie als tegenkracht tegen vervreemding.

Zorg & Sociaal

‘Integriteit gaat over de vraag waar je met elkáár de grens trekt’

Hoe schenk je persoonlijk én collectief op de juiste manier aandacht aan integriteit? Leonie Heres, bijzonder hoogleraar Integriteit, en twee topambtenaren delen hun inzichten.

Zorg & Sociaal