Woningbouw versnellen werkt pas als je het slim combineert met ruimtelijke planning. Bijna anderhalve eeuw geleden noemde Patrick Geddes dat “Housing and planning” — het werd uitgewerkt door Ebenezer Howard in de Garden City Movement. In Nederland heeft deze combinatie na de Tweede Wereldoorlog tot uitzonderlijke en opmerkelijke successen geleid. Elk met een eigen invulling bijvoorbeeld: Vinex, Stadsvernieuwing of de Groeikernen. Stuk voor stuk programma’s die in korte tijd grote hoeveelheden woningen wisten te realiseren passend bij de behoefte van mensen én de maatschappelijke vraagstukken van de tijd.
De commissie STOER verwart met haar rapport oorzaak en gevolg. Niet de regeldruk, met overbodige en tegenstrijdige regels, is oorzaak van het tekort aan woningen. Het probleem is een gebrek aan ruimtelijke ordening in combinatie met volkshuisvesting. Beide taken zijn korte tijd na elkaar in de eerste kabinetten Rutte, triomfantelijk bij het grofvuil gezet. Daar plukken we nu de wrange vruchten van. Niet alleen in de woningbouw, maar ook in andere crises zoals stikstof, netcongestie en verlies van biodiversiteit. Allemaal symptomen van een land zonder duidelijke ruimtelijke koers.
De Minister formuleert het goed als ze zegt dat “Nederland zichzelf in de hoek heeft geschilderd”. We hebben, met andere woorden, geen idee waar we mee bezig zijn. Toen haar voorganger Hugo de Jonge aantrad, was hij verbaasd dat er geen nationale visie meer was op hoe we Nederland inrichten en “dat we daar niet echt iets voor geregeld hadden”. Inmiddels is er achter de schermen hard gewerkt aan een nieuwe Nota Ruimte. Een visie waar niet eindeloos op gewacht hoeft te worden, want hij is zo goed als klaar. Opvallend dat het STOER-rapport daar geen enkele aansluiting bij zoekt. Alsof de opdrachtgevers in de ene helft van het ministerie geen idee hebben wat er aan de andere kant gebeurt. Ook wij merkten dit, toen we als Vereniging Deltametropool samen met overheden aan de zogenoemde “ruimtelijke puzzel” werkten. De directie Wonen was daarbij als een van de weinigen nauwelijks bij betrokken – zij waren vooral bezig met “versnellen”. Maar versnellen zonder richting is als gas geven zonder stuur.
Het STOER-rapport had al veel gewonnen door simpelweg de structuur van de nieuwe Nota Ruimte te gebruiken. Nu voelt het als een rommelige verzameling voorstellen, zonder richting. Terwijl we uit de geschiedenis weten: goede ruimtelijke keuzes, zoals bij de Vinex, werken alleen als je ze koppelt aan heldere uitgangspunten en het juiste instrumentarium. “Eerst in, dan aan, dan pas buiten de stad” was toen zo’n leidend principe. En een helder instrumentarium om die ambitie voor elkaar te krijgen met Regionale convenanten die infrastructuurgeld aan woningbouwontwikkeling koppelde. Zo ontstond in korte tijd duidelijkheid over hoe, waar en welke woningen moesten worden gebouwd met de bijbehorende ruimtelijke randvoorwaarden. Sla de Vinex-atlas er nog maar eens op na om meer te leren over ‘regiegerichte processen’.
Er is dus geen reden voor somberheid, dat “ingewikkeld maken het beste recept is om niets te doen”. Nederland kan dit! We hebben nu de kans om samen vorm te geven aan een visie, uitvoeringsinstrumenten mét bijpassende gestroomlijnde regelgeving. Er zijn genoeg partijen die wél willen veranderen – en samen met hen organiseert Vereniging Deltametropool daarom de komende tijd gesprekken en werksessies over de vraag: “Hoe regelen we dit goed met elkaar?” om in de woorden van Hugo de Jonge te blijven.
Gerelateerd nieuws
De leefomgeving als juridische uitdaging: een trend die niet te negeren is
STOER tegen woningnood: minder regels, meer ruimte om te bouwen
Gebruik van AI-modellen in vastgoedsector: Kans of risico voor privacy?
Omgeving
Beschermde regio’s bouwen minder
Omgeving