Enserink onderzocht hoe landschapsontwerp kan helpen om zonneparken beter te integreren in de lokale omgeving en daarbij meer draagvlak te creëren bij de gemeenschap. Een belangrijk onderdeel van haar onderzoek was het bestuderen wat er zou gebeuren als bewoners actief kunnen participeren in de ontwikkeling van zonneparken. Dit betekende dat de mensen die in de buurt van een gepland zonnepark woonden, vanaf het begin werden betrokken bij het ontwerp en de planning.

Zo werd samen met bewoners bijvoorbeeld een prototype voor een opstelling van zonnepanelen op ware grootte ontwikkeld (zie foto). Dit prototype liet zien hoe het zonnepark er ook uit zou kunnen zien en gaf de bewoners de kans om hun mening te geven en aanpassingen voor te stellen. Dit bleek een groot succes: 81% van de deelnemers wilde dit zonnepark wel in hun omgeving.

Afwijkingen in vergunningsdocumenten

Enserink ontdekte ook dat er vaak grote verschillen zijn tussen wat er in de vergunningsdocumenten staat en wat er uiteindelijk wordt gebouwd. Ze vond 79 gevallen waarin ruimtelijke ingrepen in de aangelegde zonneparken afweken van de oorspronkelijke plannen. Deze verschillen werden vaak veroorzaakt door economische redenen zoals de business case, onduidelijkheden rondom vergunningen, een tekort aan handhaving en een gebrek aan onderhoud.

Aanbevelingen

Om deze problemen aan te pakken, doet Enserink verschillende aanbevelingen. Onder andere stelt zij voor dat er een duidelijke visie moet komen voor zonne-landschappen, waarin technologische, economische, milieu- en sociaal-culturele doelen in balans worden gebracht. “Beleidsmakers zouden scherpere definities en bindende criteria moeten opstellen voor milieu- en sociaal-culturele doelen in vergunnings- en subsidieaanvragen”, zegt Enserink. Ook vindt zij het essentieel om belanghebbenden vroegtijdig en op een inclusieve manier te betrekken bij het ontwerpproces, zodat hun zorgen en wensen serieus worden genomen.

Balans tussen belangen van belanghebbenden

Daarnaast benadrukt Enserink dat het belangrijk is dat er een betere balans komt tussen de belangen van verschillende belanghebbenden in de besluitvorming. Landschapsarchitecten moeten meer mandaat en mogelijkheden krijgen om zonneparken als geheel in hun contextuele landschappen te ontwerpen. Gemeenten moeten audits uitvoeren om te controleren of de vergunningsafspraken worden nageleefd, en er moeten feedbackmechanismen worden ingesteld om lessen uit de huidige praktijk te implementeren in toekomstig beleid en ontwikkeling van zonnelandschappen. “Alleen als de uitwisseling en communicatie tussen de betrokken actoren en overheidslagen wordt versterkt kan de sector zich verbeteren, door te leren van verschillende eerdere ervaringen”.

Het onderzoek van Merel Enserink biedt waardevolle inzichten en aanbevelingen om de ontwikkeling van zonneparken te verbeteren en te zorgen voor een duurzame energietransitie. Haar werk benadrukt de noodzaak van een geïntegreerde aanpak die technologische, economische, milieu- en sociaal-culturele doelen in balans brengt en de participatie van lokale gemeenschappen bevordert. Dit zorgt niet alleen voor betere zonneparken, maar ook voor meer draagvlak en tevredenheid onder de mensen die in de buurt van deze parken wonen.

Gerelateerd nieuws

Stikstofvrije bouw van duurzame energieprojecten kan sneller

Om te voorkomen dat duurzame energieprojecten vertraging oplopen of helemaal stilvallen, werken aannemers, initiatiefnemers en opdrachtgever hard om te bouwen zonder uitstoot van stikstof. Zo worden problemen met vergunningen voorkomen en worden projecten gerealiseerd die juist een bijdrage leveren aan het terugdringen van uitstoot. Klein en middelgroot bouw- en transportmaterieel wordt al volop geëlektrificeerd. Zwaar en specialistisch materieel en zware vrachtwagens zijn nog niet altijd in een elektrische variant beschikbaar. APPM maakte in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie en Energie-Nederland de actuele stand van zaken op en doet aanbevelingen om schoon en emissieloos bouwen te versnellen en mainstream te maken. Ook Bouwend Nederland steunt de aanbevelingen van het rapport. “We laten zien dat stikstofvrij bouwen aan schone energieprojecten geen toekomstbeeld is, maar praktijk die nu al werkt,” zegt Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland. NVDE voorzitter Olof van der Gaag: “Wij doen wat we kunnen om projecten te realiseren die de stikstofuitstoot verminderen. Met een beetje hulp, doen we dat ook nog zonder stikstofuitstoot tijdens de bouw”.

Huurders zijn onmisbaar in succes van warmtenetten

Warmtenetten die bewoners in eigen beheer aanleggen in hun wijk, kunnen het vertrouwen herstellen in warmtenetten. Deze coöperatieve warmtenetten op initiatief van buurtbewoners zijn een goed voorbeeld van de organisatie van draagvlak voor een warmtenet. Huurders zijn hierin een onmisbare schakel. Dit blijkt uit onderzoek van de Woonbond, Buurtwarmte en Energie Samen.

Klimaat

De prijs van vrede: dreigen klimaatdoelen slachtoffer te worden van defensie-uitgaven?

Nu geopolitieke onrust toeneemt, staan EU-landen onder druk om hun defensie-uitgaven aanzienlijk te verhogen. Een nieuwe analyse van ABN AMRO waarschuwt echter dat deze noodzakelijke investeringen in veiligheid een potentieel hoge prijs kunnen hebben voor het milieu, zowel door afleidende financiering als door de inherente impact van militaire activiteiten

ACM: aanvullende maatregelen nodig voor betaalbare nettarieven waterstoftransport

Waterstof wordt gezien als belangrijke schakel in de energietransitie, omdat het kan dienen als duurzame energiedrager in sectoren die moeilijk te elektrificeren zijn. Toch komt de markt voor waterstof door verschillende oorzaken maar langzaam op gang. Eén van de oorzaken is de onzekerheid over de tarieven voor het transport van waterstof via een netwerk van leidingen. Doordat volumes waterstof achterblijven en investeringskosten hoger uitvallen, kunnen zonder aanvullende maatregelen de tarieven voor het waterstoftransportnetwerk aanzienlijk stijgen. Voor de komende jaren stelt het ministerie van Klimaat en Groene Groei de tarieven vast die gebruikers van het waterstofnetwerk moeten betalen. Vanaf uiterlijk 2033 stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) deze tarieven vast op basis van de gemaakte kosten. De ACM heeft in een marktrapportage verkend hoe zij kan bijdragen aan de ontwikkeling van de waterstofmarkt en betaalbare waterstofnettarieven.