De basis van de eerste omgevingsvisie is een mooi vertrekpunt om de omgevingsvisie 2.0 meer kompaswaarde te geven. Om met de visie resultaten te bereiken: van een wensenlijst naar een agenda. Om de visie actief in te zetten, de beleidscyclus aan te zwengelen en de ontwikkeling van de gemeente vlot te laten lopen.
Ook deze stap naar een omgevingsvisie 2.0 kan net zo’n feest worden als bij de eerste omgevingsvisies. Het vraagt uitwerking op drie vlakken.
1. Samenwerking
Raad en college moeten opnieuw in gesprek. Hoe willen we samenwerken, bij de herziening en daarna? Hoe geven we elkaar de ruimte en respecteren we ieders rol? De omgevingsvisie vergt een constructief werkproces tussen college en gemeenteraad. De raad moet het gevoel hebben eigenaar te zijn van de omgevingsvisie. Dat betekent dat het college vooraf werkafspraken moet maken met het Presidium over:
•hoe de raad betrokken wil worden;
•Via een commissie, voltallig of een raadswerkgroep?
•Informeel of alleen formeel?
•Besluitvormend of ook beeldvormend en opiniërend?
•in welke fase de raad betrokken wil worden;
•In het voortraject of alleen bij formele mijlpalen (ontwerp, vaststelling)?
•hoe de raad toepassing wil geven aan de kerntaak als volksvertegenwoordiger;
•Participatie: met wie, op welk niveau en tot welke trede op de participatieladder?
•Betrokkenheid van de raad bij externe participatie: voor, tijdens of na (of een combinatie)?
Een goede omgevingsvisie begint met een raad die zich eigenaar voelt
2. Doelgericht denken
Veel omgevingsvisies blijven vrij algemeen. Vaak nemen ze brede welvaart en een toekomstbestendige leefomgeving als het hoogste doel. De visies kennen een brede set aan ambities voor de langere termijn. Dat is een mooie basis. Om van wensen naar aanpak te komen, vraagt de omgevingsvisie 2.0 een doelgerichte uitwerking. Door doelen scherp te stellen, is het gemakkelijker om ook keuzes te maken, programma’s te agenderen en zo nodig te prioriteren. Het is goed om te beseffen dat duidelijke kaders vaak meer handelingsvrijheid geven. En dus meer slagkracht en resultaat.
3. Koppeling met financiën
De omgevingsvisie is zelfbindend. In de praktijk vertaalt zich dat naar vrijblijvendheid. Wil de omgevingsvisie echt agenderend kunnen werken, dan is het nodig de omgevingsvisie door te vertalen in de gemeentelijke (meerjaren)begroting. Immers, geld stuurt inzet en fte’s. In een nu vaak overbelaste gemeentelijke organisatie en met het zogenoemde financiële ravijnjaar 2026 voor de boeg, helpt de begroting om te prioriteren tussen doelen en ambities. Om te durven zeggen: ‘dit doen we niet, nog niet of niet meer’. De omgevingsvisie 2.0 is een kans om het vizier op de fysieke leefomgeving scherp te stellen. Geïnspireerd door het college brengt de raad focus aan door werkelijk te kiezen en te prioriteren. Die bestuurlijke samenwerking schept rust en overzicht. Besturen met resultaat!
Over de auteurs
Gerelateerd nieuws
Waterbewustzijn in Nederland moet omhoog
Omgeving
Initiatiefrapport Europees Parlement voor Water Resilience Strategy
Omgeving
Klimaatplannen steden vaak inconsistent: onderzoek toont tegenwerking bij aanpak klimaatrisico’s
Klimaat