Ruim 2 jaar voert het NIPV het programma Klimaatveiligheid uit. Programmamanager Charlotte van Ruijven en Lana Garrels, voorzitter van het netwerk Klimaatveiligheid van de veiligheidsregio’s, vertellen in vakblad de Crisismanager over het programma en over hun samenwerking.
De praktijk voedt de onderzoeksagenda
Charlotte van Ruijven: “Het mooie aan onze samenwerking is dat het netwerk van veiligheidsregio’s de programmering voedt: de praktijk levert vragen aan, die het NIPV vervolgens onderzoekt. De resultaten vloeien direct terug naar de praktijk. Zo ontstaat een wisselwerking tussen kennis en uitvoering.
“Ons doel is om kennis en professionaliteit in de veiligheidsregio’s rond klimaatveiligheid te versterken, samenwerking te bevorderen en regio’s beter te positioneren op het gebied van klimaatadaptatie. We richten ons dus niet op mitigatie, het terugdringen van uitstoot, maar op adaptatie: hoe passen we ons aan en wat moeten we accepteren? Daar was veel behoefte aan. Veiligheidsregio’s werden vaak pas gezien als partner als er al iets mis was, maar dat is eigenlijk te laat. Met dit programma willen we laten zien dat veiligheidsregio’s juist ook aan de voorkant een rol hebben.”
Het programma geeft echt een impuls, het thema leeft enorm
Lana Garrels is voorzitter van het netwerk Klimaatveiligheid en adviseur risicobeheersing bij Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Sinds het begin trekken Garrels en Van Ruijven samen op. Garrels: “De onderzoeksrapporten en handreikingen zijn een startpunt die regio’s helpen om het onderwerp stevig op te pakken en vaart te maken. Uiteindelijk is het doel dat klimaatveiligheid onderdeel wordt van het gewone werk van collega’s. Dat zijn niet alleen de collega’s in de crisisbeheersing en incidentbestrijding, maar ook de adviseurs die aan de voorkant samenwerken met gemeenten, bedrijven en andere partijen. Als dat zou lukken, is onze missie geslaagd.”
Gaat het snel genoeg?
Van Ruijven: “Het is lastig te zeggen of de aanpassingen voor een klimaatveilig Nederland snel genoeg gaan, omdat de effecten van klimaatverandering voortdurend gemonitord moeten worden. Het KNMI schetst vier scenario’s, maar niemand weet welke werkelijkheid we precies tegemoetgaan. Extreme gebeurtenissen zijn vaak eerder en heviger dan verwacht, zoals de branden in Londen in 2022 of de buien in Limburg in 2021. En dus moeten we voorbereid zijn op een breed scala aan effecten.”
“Ik zeg vaak, denk ook na over je eigen rol. Als professional ben je ook ambassadeur. Praat met familie, vrienden of buren: wat doe je als er water voor je deur staat? Zulke gesprekken maken dat mensen veel beter zijn voorbereid. Het helpt enorm om vooraf scenario’s door te denken.”
Meer lezen?
Gerelateerd nieuws
Voorrang voor woningzoekenden met maatschappelijke of economische binding
Omgeving
Verkiezingsprogramma’s: bouwen, bouwen, bouwen?
Omgeving
NPD-monitor: partijen missen visie op uitvoerbaarheid beleid en publieke dienstverlening
Bouw sneller, maar houd de rechtsstaat heel
Omgeving