Dit bericht is vertaald door Google translate.

Donderdagavond laat bereikten onderhandelaars van het Parlement en de Raad een voorlopig politiek akkoord over de EU-wet op het gebied van natuurherstel.

Doelstellingen voor natuurherstel

De medewetgevers zijn het eens geworden over een EU-doelstelling om tegen 2030 ten minste 20% van het land en 20% van de zeegebieden te herstellen, en tegen 2050 alle ecosystemen die herstel behoeven. Om deze doelstellingen te bereiken moeten de EU-landen ten minste 30% van de habitattypen herstellen die onder de nieuwe wet vallen en die in slechte staat verkeren, zullen in 2030 in goede staat verkeren, oplopend tot 60% in 2040 en 90% in 2050.

De lidstaten zullen via een open, transparant en inclusief proces nationale herstelplannen moeten aannemen, waarin gedetailleerd wordt beschreven hoe zij deze doelstellingen willen bereiken. In overeenstemming met het standpunt van het Parlement moeten de EU-landen tot 2030 prioriteit geven aan gebieden in Natura 2000-gebieden. De medewetgevers waren het er ook over eens dat zodra een gebied een goede toestand heeft bereikt, de EU-landen ernaar moeten streven ervoor te zorgen dat het niet significant verslechtert.

Agrarische ecosystemen

Om de natuur te herstellen op het land dat door de landbouwsector wordt gebruikt, zullen de EU-landen maatregelen moeten treffen die tot doel hebben om tegen eind 2030 en daarna om de zes jaar een positieve trend te bereiken in twee van de volgende drie indicatoren:

- de graslandvlinderindex

- het aandeel landbouwgrond met landschapskenmerken met een hoge diversiteit

- de voorraad organische koolstof in de minerale bodem van akkerland.

Het herstellen van drooggelegde veengebieden is een van de meest kosteneffectieve maatregelen om de uitstoot in de landbouwsector terug te dringen en de biodiversiteit te verbeteren. De EU-landen moeten daarom tegen 2030 op ten minste 30% van deze gebieden herstelmaatregelen treffen voor organische bodems in agrarisch gebruik die gedraineerde veengebieden vormen (minstens een kwart zal opnieuw worden bevochtigd), en 40% tegen 2040 (minstens een derde zal worden bevochtigd). herbevochtigd) en 50% in 2050 (minstens een derde zal opnieuw bevochtigd worden), maar herbevochtiging zal vrijwillig blijven voor boeren en particuliere grondeigenaren.

De EU-landen moeten ook uiterlijk in 2030 de daling van de bestuiverpopulaties omkeren en daarna een stijgende trend realiseren die minstens elke zes jaar wordt gemeten.

Andere ecosystemen

Tegen 2030 zullen de EU-landen maatregelen moeten treffen met als doel een positieve trend te bereiken in verschillende indicatoren in bosecosystemen. Tegelijkertijd moeten er in de EU nog eens drie miljard bomen worden geplant en moet minstens 25.000 km aan rivieren worden hersteld tot vrij stromende rivieren.

De EU-landen moeten er ook voor zorgen dat er in 2030 geen nettoverlies is in de totale nationale oppervlakte aan stedelijke groene ruimte en in de stedelijke boombedekking in stedelijke ecosysteemgebieden in vergelijking met 2021. Na 2030 moeten ze dit vergroten, waarbij de vooruitgang elke zes jaar wordt gemeten. .

Financiering en noodrem

Binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening zal de Commissie de eventuele kloof tussen de financiële behoeften voor herstel en de beschikbare EU-financiering moeten beoordelen en oplossingen moeten zoeken om een ​​kloof te overbruggen, mocht zij die ontdekken.

De onderhandelaars zijn het ook eens geworden over een noodrem, zoals gevraagd door het Parlement, zodat doelstellingen voor landbouwecosystemen onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden opgeschort als deze ernstige EU-brede gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van land dat nodig is om voldoende landbouwproductie voor de voedselconsumptie in de EU veilig te stellen.

Citaat

Na de deal zei rapporteur César Luena (SD, ES): “Het vandaag bereikte akkoord is een belangrijk collectief moment. Zeventig jaar nadat het Europese project van start ging, is er een Europese wet voor natuurherstel nodig om het verlies aan biodiversiteit aan te pakken. Het akkoord van vandaag was mogelijk dankzij het initiatief en de inzet van de Commissie, de onderhandelingsrol van het Spaanse voorzitterschap van de Raad, dat prioriteit gaf aan deze kwestie, en de begripvolle houding van de parlementaire fracties, vooral de progressieve fracties, die in staat zijn geweest om samen te werken samen en compromissen sluiten om het bestaan ​​van een natuurherstelwet te garanderen. Bovendien wil ik de cruciale rol benadrukken en uitspreken die de groep sociaal-democraten in deze onderhandelingen heeft gespeeld, want zonder de eenheid van de S&D-Fractie ter ondersteuning van deze wet zouden we vandaag de goedkeuring van een overeenkomst niet vieren. .”

Volgende stappen

De deal moet nog worden aangenomen door het Parlement en de Raad, waarna de nieuwe wet in het Publicatieblad van de EU zal worden gepubliceerd en twintig dagen later in werking zal treden.

Achtergrond

Meer dan 80% van de Europese habitats verkeert in slechte staat. De Commissie heeft op 22 juni 2022 een natuurherstelwet voorgesteld om bij te dragen aan het langetermijnherstel van de beschadigde natuur in de land- en zeegebieden van de EU, om de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen van de EU te verwezenlijken en om de internationale verplichtingen van de EU na te komen, in het bijzonder de VN-Kunming -Montreal Mondiaal Biodiversiteitskader. Volgens de Commissie zou de nieuwe wet aanzienlijke economische voordelen opleveren, aangezien elke geïnvesteerde euro minstens 8 euro aan voordelen zou opleveren.

Deze wetgeving beantwoordt aan de verwachtingen van burgers met betrekking tot de bescherming en het herstel van de biodiversiteit, het landschap en de oceanen, zoals verwoord in de voorstellen 2(1), 2(3), 2(4) en 2(5) van de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa.

Gerelateerd nieuws

Van sluiting naar startschot: hoe regio’s de toekomst van de chemie kunnen veiligstellen

De recente sluitingen van Apollo Vredestein in Enschede en Akzo Nobel in Wapenveld lijken op het eerste gezicht symptomatisch voor een verdwijnende maakindustrie. Maar wie verder kijkt, ziet geen sterfhuisconstructie, maar een transitie. De chemische sector, goed voor 55.000 banen en 17% van de Nederlandse export, staat op een kruispunt. De vraag is niet óf we chemie willen, maar onder welke voorwaarden.

Klimaat

We kunnen met meer zonne- en windenergie Nederland onafhankelijker maken

De noodzaak meer duurzame energie op land op te wekken, is onverminderd groot. Zonne- en windenergie helpen tegen de stroomspits en maken ons onafhankelijker van dure en onvoorspelbare import. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Energie-Nederland, NedZero, Holland Solar en Energy Storage NL zeggen veel méér zonne- en windenergie te kunnen realiseren dan waar zij ruimte voor krijgen. Als het aan hen ligt, is de bestuurlijk afgesproken RES-ambitie van 55 TWh in 2030 haalbaar. ‘Schone energie uit je eigen regio is vaak de sleutel waardoor bedrijven en nieuwe wijken vooruit kunnen,’ zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE. ‘Het is goed als dit besef meer en meer doordringt bij RES-regio’s.’

Klimaat

Lokale energie geeft bedrijven weer ruimte, ook bij vol stroomnet

Het lokaal opwekken van energie helpt ondernemers vooruit en gaat netcongestie tegen. De combinatie van zonne- en windenergie, opslag en onderlinge energielevering werkt het best. Dit bespaart ondernemers veel geld, de jaarlijkse energiekosten dalen tot 50 procent. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en Holland Solar.

Klimaat

De rol van engagement in duurzaam beleggen

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft een verkenning gedaan naar de invulling van engagement door vermogensbeheerders en de effectiviteit ervan. We constateren dat effectiviteit lastig is aan te tonen, maar dit hoeft niet weg te nemen dat engagement een waardevol instrument kan zijn binnen een duurzame beleggingsstrategie. Ook is er ruimte om de value case van engagement te verduidelijken en nog beter te onderbouwen. Ten slotte kan het beperken van de engagementinspanningen tot een selecte groep van ondernemingen en focus op een beperkt aantal specifieke ESG-thema’s de kwaliteit van engagement verhogen.

Klimaat