Het is toch altijd weer een duizelingwekkend getal. In een welvarend land als Nederland moet liefst 16 procent van de burgers dagelijks vechten om het hoofd boven water te houden. Daarbij komt dat 1,4 miljoen van de 7 miljoen huishoudens volgens onderzoek problematische schulden hebben of daar een risico op lopen.
Ongelukkige samenloop van omstandigheden
Die hardnekkige problematiek wordt de laatste tijd samengevat in een containerbegrip: bestaans(on)zekerheid. Uit een publicatie van kennisinstituut Movisie (1) blijkt dat er nog iets anders speelt, iets dat de bestaansonzekerheid verder verdiept: het stigma dat eromheen hangt.
Een stigma laat zich het best omschrijven als sociale afkeuring op basis van vooroordelen. Mensen ervaren onder meer dat hen wordt aangewreven dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun penibele toestand. Eigen schuld dat ze zo in de problemen zijn gekomen, klinkt het vaak door, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een ongelukkige samenloop van (persoonlijke) omstandigheden. Ook zouden ze andere keuzes kunnen maken (geen duur huisdier, niet roken) om zo het hoofd boven water te houden. Terwijl het helemaal niet zo zwart-wit is: een huisdier en het opsteken van een sigaret kan, al is het maar eventjes, voor stressverlichting zorgen.
De gevolgen van stigma’s kunnen ingrijpend zijn – en de problemen verergeren. Mensen die met weinig moeten rondkomen en vaak afhankelijk zijn van de overheid ervaren dat zij niet worden vertrouwd. Een paar minuten over tijd een formulier ingevuld aanleveren kan een korting op de uitkering betekenen.
En het werkt ook andersom. “Het strenge fraudebeleid rond de bijstand kan ook gezien worden als een teken van (institutioneel) wantrouwen,” schrijven de onderzoekers van Movisie op basis van de Inspectie SZW: “(…) dergelijk wantrouwen heeft grote gevolgen. Zo zijn er zo’n 170.000 Nederlandse huishoudens die wel voor bijstand in aanmerking zouden komen, maar er geen gebruik van maken – uit vrees voor wantrouwen vanwege het strenge fraudebeleid.”
Op een structurele manier aanpakken
De komende tijd zullen we zien of de politieke partijen hun beloften omtrent bestaanszekerheid nakomen. Ook de winnaar van de verkiezingen, de PVV, wil de financiële positie van veel mensen verbeteren - overigens zonder echte financiële onderbouwing. In het maatschappelijk middenveld is er in de tussentijd volop beweging. En die beslaan ook datgene dat door de politiek vooralsnog niet wordt opgepakt. Veel initiatieven zijn erop gericht om voor buitenstaanders invoelbaar te maken hoe het is om met weinig rond te komen en onderwijl stigma’s te ervaren.
Zo is er Collectief Kapitaal, die ook in de Movisie-publicatie wordt genoemd. Deze maatschappelijke stichting voerde met honderd deelnemers een sociaal experiment uit: een aantal huishoudens kreeg acht maanden een basisinkomen van 1.000 euro middels donaties van diezelfde deelnemers. Het bracht enerzijds een financiële impuls teweeg, maar ook bewustwording bij donateurs dat bestaansonzekerheid van mensen niet het gevolg is van eigen keuzes, maar dat het te maken heeft met structurele problemen in de samenleving. Actieonderzoeker en universitair docent Jaswina Elahi schreef er een artikel over voor Sociale Vraagstukken (2).
Belangrijk, want zoals we ook zien bij burgerbetrokkenheidprojecten kunnen dit soort initiatieven, hoe klein ook, iets wezenlijks in gang zetten. In elk geval een inclusievere samenleving. Immers, stigmatiseren staat gelijke deelname aan de maatschappij ernstig in de weg.
1) https://www.movisie.nl/publicatie/verkenning-stigma-bestaanszekerheid
2) https://www.socialevraagstukken.nl/vol-vertrouwen-doneren-in-bestaanszekerheid-het-kan-echt/