Niet alleen de directies van instellingen waren doof voor argumenten, maar ook de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ), Jeugdzorg Nederland en het verantwoordelijke ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS). Allen waren meerdere malen gewaarschuwd voor wat er later uit het rapport van Jason zou komen. Na het recente schandaal bij Woodbrokers alweer een alarmerend rapport over de gesloten jeugdzorg.

Rapport van Jason

Jason interviewde 51 (!) jongeren die in de afgelopen jaren op beide Zikos afdelingen geplaatst waren. Die jongeren zitten meer dan twintig uur op kamer opgesloten, mogen soms niet naar buiten om te luchten en moeten overal toestemming voor vragen (ook om naar de wc te mogen). Het rapport gaat over de grimmige sfeer van repressie, de vrijheidsbeperkende maatregelen, ook als ze verdrietig waren, de verwaarlozing, het uitschelden en pesten door groepsleiders.

Het repressieve regime was vooral gebaseerd op straffen waaronder geen eten of water krijgen, het bewust uitlokken van agressie en dan hard fixeren, verboden dwangmaatregelen zoals het toedienen van pijnprikkels, gebruik van nekklemmen, wurggrepen, slaan en dreigen met slaan, schoppen in knieholtes, jongeren bij de keel grijpen en tot slot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wanneer we dit rapport combineren met eerdere getuigenissen en waarschuwingen aan de instellingen, inspectie, Jeugdzorg Nederland en VWS kan er niet anders worden geconcludeerd dan dat het gaat om valide en betrouwbare rapportages.

De gevolgen

Er is inmiddels overtuigend bewijs dat een dergelijk klimaat van isolatie en repressie kan leiden tot hersenbeschadigingen (2), gebrek aan zelfregulatie (3) en verergering van symptomen (bijvoorbeeld suïcidaliteit, zelfverwonding, agressie en depressie) en eenzaamheid en wanhoop (4). Van der Helm, Kuiper en Stams lieten zien dat het gebrek aan basale psychologische behoeften en veiligheid (Zelfdeterminatietheorie) leidt tot gebrek aan motivatie voor een behandeling.

Er is tevens overtuigend en valide bewijs dat de aanpak op Zikos leidt tot beschadiging van jongeren, niet alleen voor meisjes. IJsselhof en anderen hebben in een recent artikel ernstige twijfels over of ook jongens wel de juiste zorg krijgen in Nederland (5)..De gevolgen daarvan kunnen ernstig zijn, een voorbeeld.

Gevolgen: de drie vriendinnen

Gedurende het onderzoek van Jasons beëindigende Tara haar leven op 6-2-2024. Dat is in het verleden, na verblijf op Zikos vaker gebeurd. Dit verslag (niet in het rapport van Jason) gaat over drie jonge meisjes met complexe multiproblematiek die van instelling naar instelling werden overgeplaatst. Toevallig kwamen ze elkaar tegen op een Zikos afdeling. Ze werden vriendinnen en spraken met elkaar af deze hel (zoals ze het zelf noemden) samen te overleven. Maar al snel hing meisje 1. zich daar op en dreef het toeval de andere twee weer verder naar andere instellingen. Een poging tot reconstructie en aanbevelingen voor de levenden. Het rapport van Jason staat niet alleen.

Casussen

Meisje 1. Kwam in Zikos na een lang verblijf in instellingen, waar ze dissociatieve symptomen, nachtmerries en herbelevingen ontwikkelde. Vervolgens werd ze steeds meer suïcidaal. In Zikos ontmoette ze de andere twee meisjes. Ze trok de eenzaamheid, herbelevingen, nachtmerries en plaatsingen in de separeer niet meer (PTSS) en hing zich op. De Inspectie oordeelde dat haar signalen onvoldoende waren gehoord.

Meisje 2. Was seksueel misbruikt. Daarna volgden meer dan 30 opnames in veel instellingen waar ze vaak langdurig werd gesepareerd en nauwelijks meer at. Ze kwam terecht in instelling Zikos. Op Sinterklaasavond mocht ze alleen aan het sinterklaasfeest meedoen als ze haar bord leegat. Met een extra grote opgeschepte portie shoarma voor iemand die geen vlees at. Omdat ze niks at en de medewerkers ongeduldig werden eindigde de avond in een paniekaanval en de separeer.

In Zikos werd ze volgens haar aangerand door medewerkers die ‘fixatietje’ met haar speelden op de bank en haar vervolgens uitkleedden en betastten.Na instelling Zikos ging ze weer door naar twee andere instellingen, maar het was al te laat. Het was op. Ze begon zich steeds vaker en dieper te snijden en ondanks verschillende behandelpogingen stierf ze thuis.

Meisje 3. Had ook een lange historie van microtrauma’s in de huiselijke situatie. Daardoor ontwikkelde ze steeds meer probleemgedrag en werd kwetsbaar voor seksueel misbruik. Er volgde een patroon van herbelevingen, nachtmerries, suïcidaal gedrag en snijden. Vanuit Zikos ging ze door naar een crisisopvang. Van daaruit reisde ze naar het graf van meisje 1 en plaatste dit steentje met op de achterkant haar naam.

In de crisisopvang ging het steeds slechter met haar en daarom werd ze gesloten geplaatst. Ze probeerde zich meerdere malen per dag op te hangen, maar de instelling en medewerkers van alle afdelingen vochten om haar in leven te houden zonder haar weer in de separeer te moeten plaatsen. Dat leek goed te gaan, maar na een ruzie met haar moeder hing ze zich op.

Conclusie

De drie vriendinnen in Zikos speelde vier jaar geleden. Er zijn kamerdebatten over dit onderwerp geweest, moties aangenomen en er is geld uitgegeven. Maar er lijkt niet veel te veranderen en er is onvoldoende geleerd. We zien in deze casussen en in het rapport van Jason vooral dat de ervaringen van jongeren niet is meegenomen in de evaluatie en verbetering van de behandeling van de Zikos afdelingen. Maar we zien ook dat wetenschappelijke kennis over de gehanteerde behandelmethode niet heeft geleid tot een aanpassing van het leefklimaat, door de jaren heen naar een minder beheersmatige aanpak.

Vanuit een Zorgethisch perspectief (doe als eerste geen schade), kinderrechten, een pedagogisch en psychologisch perspectief kunnen we op basis van het rapport van Jason concluderen dat de huidige behandeling waarschijnlijk schade heeft toegebracht aan jongeren. Dat was niet de bedoeling en daarvoor zouden excuses aan de betrokken jongeren en de ouders van de overleden jongeren moeten komen.

Over de auteurs

  • Peer van der Helm

    Peer van der Helm is sinds 2014 lector Residentiele Jeugdzorg van Hogeschool Leiden, en in 2021 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar onderwijs en zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Hij doet samen met een team onderzoekers en docenten onderzoek naar het leef- en leerklimaat voor jongeren die het in onze samenleving minder getroffen hebben, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en gezinshuizen. Ook doet het lectoraat onderzoek naar het werkklimaat onder medewerkers van instellingen en het speciaal onderwijs. Het doel van dit onderzoek is het verbeteren van het klimaat in de instellingen om daarmee de ontwikkelingskansen van jongeren te vergroten. Om weer deel te nemen aan de samenleving, is het voor deze jongeren erg belangrijk van groot belang voor participatie in onze samenleving. Hij studeerde psychologie en promoveerde in 2011 aan de Vrije Universiteit Amsterdam op onderzoek naar het leefklimaat in de Justitiële Jeugdzorg.

Gerelateerd nieuws

Fondsen zijn een gelijkwaardig alternatief voor financiering kwaliteitsimpulsen

Gemeenten of zorgverzekeraars financieren de levering van zorg via diverse vergoedingen als zorgprestaties, indicaties of zorgzwaartepakketten. Naast het bekostigen van zorg financieren zij ook veel andere taken voor meer kwaliteit zoals de organisatie van aanspreekbare teams in de wijkverpleging, passende zorg binnen de medisch specialistische zorg of het opleiden van nieuwe zorgmedewerkers. Hiervoor maken deze financiers gebruik van verschillende financieringswijzen, zoals een opslag op het tarief, een reservering op het integrale tarief, een taakgerichte lumpsumfinanciering of transformatiegelden.

Zorg & Sociaal

Wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg: normaliseren in plaats van problematiseren

Zoals iedereen vast nog weet is de jeugdzorg in 2015 op zijn kop gezet door de verantwoordelijkheid bij de gemeenten te beleggen. De decentralisatie is tot stand gebracht met de gedachte dat de gemeente zelf het beste in staat is om op lokaal niveau maatwerk te leveren en domeinoverstijgend te werken. Dit heeft veel ten goede veranderd, maar heeft helaas niet opgeleverd waar op gehoopt was.

Zorg & Sociaal

Meer gezondheidswinst met minder geld: kan dat wel?

Ja, maar dat vraagt om een stevige koerswijziging. Simone Onrust, Senior wetenschappelijk medewerker, is duidelijk: “Te vaak wordt er nog geïnvesteerd in preventie-activiteiten zonder enige onderbouwing, waarvan beleidsmakers dénken dat ze werken. Dat is zonde, want er is veel kennis over wat wel en niet werkt.” Met de almaar stijgende zorgkosten, is het volgens Simone nu belangrijker dan ooit om te kiezen voor een preventie-aanpak waarvan bewezen is dat die gezondheidswinst oplevert.

Zorg & Sociaal

Den Haag heeft totaal andere aanpak jeugdzorg: hoe gaat het nu?

De gemeente Den Haag zette 1 januari dit jaar een spannende stap. Met een koerswijziging in de jeugdzorg werd het aantal aanbieders teruggedrongen om zo de versnippering in het sociaal domein tegen te gaan. PONT Zorg & Sociaal volgt de gemeente in dit traject in een speciale reeks artikelen. Dit is deel 2: waar liep Den Haag het afgelopen half jaar tegenaan?

Zorg & Sociaal