Migratie wordt in de beeldvorming vaak op een hoop gegooid, maar het fenomeen is een behoorlijk gelaagd verschijnsel.

Zo zijn er vanaf de Tweede Wereldoorlog verschillende fasen waarin even verschillende migranten naar Nederland kwamen. Waren dat eerst vooral gastarbeiders en migranten uit (post)koloniale gebieden, later, en voornamelijk nadat Midden-en Oost-Europese landen toetraden tot de EU (in 2004 en 2007), arbeidsmigranten uit die landen.

Roemenen, Polen en Bulgaren weten nog altijd hun weg te vinden naar bijvoorbeeld distributiecentra, glas-en tuinbouw, en voor seizoensarbeid als het steken van asperges en het plukken van aardbeien. Ook zijn er, mede door het internationale beleid van het hoger onderwijs, steeds meer buitenlandse studenten gekomen.

Het voornaamste motief van migranten om hier te komen is economisch, blijkt uit het rapport Economische dynamiek en migratie van het Centraal Planbureau. “Migratie wordt in belangrijke mate bepaald door de vraag naar arbeid. Dit betekent dat, naast direct migratiebeleid, ook economisch beleid dat de arbeidsvraag beïnvloedt een aanzienlijke invloed kan hebben op migratie van en naar Nederland,” schrijven de onderzoekers die hebben gekeken naar een periode over zeventig jaar.

Als het in Nederland economisch voor de wind gaat, komen er in de regel meer migranten. Migratie hangt dus sterk samen met de conjunctuur. En een andere belangrijke bevinding: er is volgens het gedane onderzoek geen “eenduidig bewijs dat een ruimer sociaal vangnet een belangrijke drijfveer is voor migranten”. Al speelde, zo schrijven de onderzoekers, het sociale vangnet wel een rol bij de permanente vestiging van gastarbeiders in de twintigste eeuw.

Draaien aan andere knoppen

Het is een politiek saillant rapport. Migratie levert grote problemen op en moet worden ingeperkt, vinden NSC, PVV, BBB en VVD – de partijen die op dit moment proberen om een kabinet te vormen. Die formatiegesprekken gaan niet van harte, zoals we inmiddels wel weten. Over tal van onderwerpen, bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne en de omgang met de begroting – wel of niet hard bezuinigen -, bestaat er onenigheid. Over migratie zijn ze het in essentie wel eens: die cijfers moeten scherp naar beneden.

Dat betekent dat een eventueel nieuw kabinet tussen de vier rechtse partijen aan andere knoppen zal moeten draaien, wil het de migratie desgewenst inperken. Dat kunnen rigoureuze besluiten zijn die het aantal distributiecentra doen inkrimpen. Maar ja, dat raakt ook de consument, die zijn pakjes geleverd wil zien. Of agrarische sector – wie zorgt er dan voor dat voedselwaren in de supermarkt terechtkomen?

De flexibele arbeidsmarkt is zo’n ander instrument waaraan je iets zou kunnen doen. Het staat ook heel duidelijk in het rapport: de flexibilisering van de arbeidsmarkt speelt een bepalende rol. Volgens het CPB moedigen bijvoorbeeld tijdelijke contracten aan om meer arbeidsmigranten aan te trekken. Zo toont onderzoek aan dat een lagere mate van ontslagbescherming leidt tot een hoger migratiesaldo – dat is immigratie minus emigratie.

Je zou iets aan die flexibiliteit kunnen doen, maar waarschijnlijkheid gaat de VVD daar tijdens deze formatie voor liggen. Voor de liberalen zijn arbeidsmigranten essentieel om de economie draaiende te houden. NSC-leider Pieter Omtzigt pleitte er tijdens de verkiezingscampagne voor om het aantal distributiecentra in te perken. Maar, zoals eerder gezegd: daar wordt de consument de dupe van. Migratie is en blijft een veelkoppig verschijnsel waarvoor niet één kraakheldere oplossing bestaat.

Over de auteurs

  • Tom Reijner

    Tom Reijner is eindredacteur van PONT en redacteur Technologie en Governance.

    PONT | Klimaat

Gerelateerd nieuws

Misbruik in zorginstellingen is misschien te voorkomen

Recentelijk nog berichtte het NOS nieuws over grootschalige wantoestanden tussen 1950 en 2019 in Nieuw Zeeland , een verlate echo van het rapport van onze Commissie de Winter. Maar ook dicht bij huis berichte de Leeuwarder Courant deze week over slachtoffers van verkrachting in Drachten (22 juli). Het is verleidelijk om al deze ‘gevallen’ af te doen als incidentele gevolgen van gestoorde individuen . Dat lijkt een denkfout want daarvoor is het fenomeen misbruik in de jeugdzorg te groot. Vaak durven slachtoffers er niet over te praten (self-silencing) en wijten ze het misbruik aan zichzelf. Dat veroorzaakt nog meer machteloosheid met vaak een post traumatische stressstoornis (PTSS) tot gevolg, die we maar moeilijk kunnen behandelen. Wat kunnen we er aan doen?

Zorg & Sociaal

Samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers: er mag meer dan je denkt!

Mag een mantelzorger zijn vrouw insuline toedienen? Mag een vrijwilliger in een verpleeghuis een bewoner met slikproblemen helpen met eten geven? Zorgorganisaties hebben grote interesse om samen te werken met informele zorgverleners. Tegelijk roept het onderwerp veel vragen op. Wat mogen mantelzorgers en vrijwilligers wel en niet doen? Wie is er verantwoordelijk en aansprakelijk? De essentie: er zijn geen wettelijke belemmeringen voor het uitvoeren van zorgtaken door mantelzorgers en vrijwilligers. Het gaat om maatwerk: zorgorganisatie, cliënt, mantelzorger en/of vrijwilliger spreken samen persoonlijke grenzen, belastbaarheid en verwachtingen af.

Zorg & Sociaal

Rijksaanpak dakloosheid komt niet van de grond, dus presenteren Kamerleden een eigen plan

De aanpak van het Rijk voor het bestrijden van dakloosheid komt slechts mondjesmaat van de grond. Onacceptabel, vinden Kamerleden Sandra Beckerman van de SP en Lisa Westerveld van GroenLinks-PvdA. Zij presenteren in een initiatiefnota aanvullend beleid. “Een mooi plan presenteren met mooie persberichten en krantenkoppen is niet genoeg.”

Omgeving

Jongeren in Nederland blijven koplopers in sociale relaties

Vergeleken met leeftijdgenoten uit andere landen praten Nederlandse jongeren makkelijk met hun ouders als ze ergens mee zitten. Ook ervaren zij veel steun van hun gezin, maar ook van vrienden, klasgenoten en leraren. Daarnaast voelt de Nederlandse jeugd zich minder vaak eenzaam dan leeftijdgenoten uit andere landen. Dat schrijven jeugdonderzoekers van de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau in de HBSC-factsheet waarin Nederlandse jongeren op het gebied van welzijn en gebruik van genotsmiddelen worden vergeleken met leeftijdgenoten uit andere landen.

Zorg & Sociaal