Toch duurt het vaak enige tijd voordat dergelijke financiële problemen inzichtelijk worden bij gemeenten. Vaak blijkt er onvoldoende zicht te zijn op gestructureerd overleg met zorgaanbieders over financiële resultaten.

Jaarrekeningen worden niet altijd bekeken, of gemeenten worden afgeleid door een (nog) stevig eigen vermogen dat in het verleden is opgebouwd. De splitsing tussen geoormerkte WLZ-reserves en 'gemeentelijke' reserves is ook vaak onvoldoende duidelijk.

Aan de kant van de zorgaanbieders zijn items als oplopende kosten bijvoorbeeld door (extra) inzet PNIL, onvoldoende inzicht in kostprijs producten, leegstandskosten of inschrijven op onrendabele contracten vaak de boosdoeners. De spanning op de financiële positie zal gelet op de toenemende zorgkosten, de financiële keuzes van gemeenten (toename kosten en aankomende Ravijnjaar) vermoedelijk wel blijven bestaan.

Dergelijke ontwikkelingen brengen de continuïteit van de Jeugdzorg in gevaar. Zeker wanneer een verslechterde financiële positie en resultaten te laat worden geconstateerd. Immers dan moeten er vaak drastischer maatregelen getroffen worden. De verantwoordelijkheden die dan voor partijen gelden zijn opgenomen in het ‘Draaiboek Continuïteit Jeugdhulp’ opgesteld door convenantpartijen in het kader van het convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdhulp’.

Voorkomen is altijd beter dan genezen! Door een meer gestructureerde benadering van zorgaanbieders en gemeenten in het bespreken van (financiële) ontwikkelingen, kan dreigende financiële tegenspoed mogelijk worden voorkomen. En dat ook voordat er (alleen) een roep komt om structureel hogere tarieven. Er zijn vaak nog keuzes te maken voordat een dergelijke situatie in de bedrijfsvoering ontstaat, wat mogelijk ook kan leiden tot beperking van administratieve lasten. Het is dan echter wel noodzakelijk om de “wereld achter de cijfers “ ook te willen kennen.

Dat inzicht kan ontstaan door serieus aandacht aan de financiële vraagstukken te besteden in contractgesprekken, aandacht te hebben voor tariefstellingen door bijvoorbeeld kostprijsonderzoeken. Maar zeker ook, en niet op de laatste plaats, de verantwoordingen van zorginstellingen kritischer te beschouwen. Zowel jaarverslagen als jaarrekeningen bevatten vaak zeer veel relevante informatie met een aanzienlijke signaleringswaarde, maar deze wordt vaak niet of te laat onderkend door gemeenten.

Mogelijk vormen de deskundigheidsvraag en de hoeveelheid contractpartijen per contractmanager hierbij ook een vraagstuk. Investeer daarom in de relatie met de aanbieder, in het kader van tijdige signalering en informatieverstrekking, én investeer in kwaliteit of inzicht in de financiële kennis. Hierbij is het te overwegen om op basis van een goede risicoanalyse – welke aanbieder draait slecht(er) – keuzes te maken voor de focus en aandacht. Financiële training en het vergelijken van prestaties van zorgaanbieders, bijvoorbeeld via websites zoals www.waarstaatjezorgaanbieder.nl, kunnen mogelijk behulpzaam zijn bij het aanpakken van deze kwestie. Zo is vroegtijdig vast te stellen of het tafelzilver of bladgoud is.

Wanneer er sprake is van stevige rendementen die niet worden ingezet voor de zorg, en er vragen rijzen over de kwaliteit van de geleverde zorg of de naleving van contractvoorwaarden, kan dit worden beschouwd als tafelzilver dat niet ten goede komt aan de zorg. Aan de andere kant, als een solide financiële positie die in het verleden is opgebouwd snel afneemt zonder dat hier tijdig op wordt gereageerd of gesignaleerd, kan dit worden gezien als bladgoud.

Over de auteurs

  • Frank van Kuijck

    RA RO EMIA is associate partner bij TransitiePartners en heeft een ruimjarige achtergrond als financieel expert en in de accountantssector. Frank is frequent betrokken bij herstelplannen en bedrijfsvoeringsonderzoeken in de zorg.

Gerelateerd nieuws

Schaalvergroting in de zorg: balanceren tussen vertrouwen en samenwerking

Er zijn verschillende prangende vraagstukken over de bedrijfsvoering van zorgorganisaties in de langdurige zorg. Niemand heeft hier een pasklaar antwoord voor. Tegelijkertijd is er veel kennis te delen: waardevolle initiatieven, ervaringen, ideeën en visies die inspireren en richting kunnen geven. In een vierluik delen onderzoekers Dr. Martin Kartomo en Simon Heesbeen hun bevindingen uit gesprekken met dertien raden van bestuur en directeuren bedrijfsvoering. Elk vraagstuk is besproken aan de hand van een prikkelende stelling. In dit artikel staat centraal: “Grotere schaal is niet beter, maar wel nodig”.

Zorg & Sociaal

Participatie en openheid als basis voor beleid maken

Transparante, digitale informatievoorziening aan burgers (of andere belanghebbenden) is essentieel om goede participatie in te bedden. Beleidsmakers moeten bewuste keuzes maken welk type informatie ze beschikbaar stellen gedurende het participatietraject en in welke vorm. Met de juiste keuzes stel je betrokkenen beter in staat om te participeren tijdens het proces van beleid maken. In deze blog leggen we uit hoe openheid het mogelijk maakt om beleid met de samenleving te maken en wat digitale informatievoorziening hierin kan betekenen.

Behandel zzp’ers als zorgondernemers, niet als risico

Er zijn verschillende prangende vraagstukken over de bedrijfsvoering van zorgorganisatie in de langdurige zorg, waar niemand een pasklaar antwoord op heeft. Tegelijkertijd is er veel kennis te delen: waardevolle initiatieven, ervaringen, ideeën en visies die inspireren en richting kunnen geven. In een vierluik delen onderzoekers Dr. Martin Kartomo en Simon Heesbeen hun bevindingen uit gesprekken met dertien raden van bestuur en directeuren bedrijfsvoering. Elk vraagstuk is besproken aan de hand van een prikkelende stelling. In dit artikel staat centraal: “Met de juiste bedrijfsvoering is er voldoende ruimte voor de zzp’er in de zorg.” Een vervolg op ons eerdere artikel: Wet DBA pusht goed werkgeverschap.

Zorg & Sociaal

Knabbelen aan kinderrechten?

Dat de Asielnoodmaatregelenwet het bestaansrecht van sommige kinderen ontkent en hulp aan hen strafbaar stelt is zorgelijk. Gelukkig spreken veel burgers en beroepsgroepen zich hierover uit. Regelmatig is het echter minder evident wat ‘het goede’ is om te doen in het kader van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Daarover gaat deze blog.

Zorg & Sociaal