Nieuwbouw in Zutphen, Gelderland. Foto: DutchScenery / Getty Images

“Een verhoging van de bouwproductie is vooral haalbaar wanneer het Rijk actief en langjarig bij grootschalige locaties betrokken is, zo bleek in het verleden met de groeikernen en de Vinex”, schrijft demissionair minister Hugo de Jonge van BZK in een Kamerbrief over de voortgang van woningbouw. “Het geldt ook andersom: als zo’n tien jaar geleden meer grootschalige woningbouwlocaties waren aangewezen, dan was het nu eenvoudiger geweest om de bouwproductie op peil te houden.”

Daarom wil de minister nieuwe grootschalige woningbouwgebieden aanwijzen voor na 2030. Er wordt daarbij gekeken naar nieuwe potentiële locaties in het noorden, oosten en zuiden van Nederland. Gebieden die genoemd worden zijn de Brabantse Stedenrij, de Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer, Zutphen, de regio Twente, Noord-, Midden- en Zuid-Limburg, de regio Groningen-Assen met een uitloop naar Emmen, en de Friese steden.

Bij de mogelijke ontwikkelingen in de nieuwe regio’s en de uitvoering in de al bestaande NOVEX-locaties wil het Rijk inspiratie halen uit het verleden. “Op basis van de lessen nu en de ervaringen in het verleden, is het onvermijdelijk dat wij daarbij als Rijk toewerken naar een nieuwe vorm van betrokkenheid bij alle grootschalige NOVEX-woningbouwgebieden die lijkt op de Rijksbetrokkenheid bij de Vinex-locaties”, schrijft de minister.

Groeiend animo voor buitenstedelijk bouwen

De potentiële bouwlocaties in de gebieden in het noorden, oosten en zuiden zijn deels binnen- en deels buitenstedelijk, toont een quickscan van de potentiële regio’s die het Rijk liet maken. Dat past bij de koers de De Jonge de laatste twee jaar voer. De minister benadrukt dat ‘binnenstedelijk waar het kan’ leidend blijft, maar het Rijk raakte de laatste jaren weer steeds nadrukkelijker betrokken bij grote uitleglocaties.

Zo draag het Rijk nu bij aan meerdere grote uitleglocatie, als aanvulling op de zeventien binnenstedelijke NOVEX-gebieden. De teller staat inmiddels op zes: Valkenhorst bij Katwijk, Reevendelta bij Kampen, het ‘Vijfde Dorp’ bij Kampen, de Gnephoek bij Alphen aan den Rijn, Middelsee bij Leeuwarden en Stadsflank in Purmerend. In de woningbouwdeals die De Jonge met het Rijk en de provincies sloot, wordt bovendien al veelvuldig buiten de rode contouren gekeken. Ook dwong de minister de provincie Zuid-Holland vorige week om actiever te zoeken naar grote uitleglocaties.

Naast groeiend enthousiasme voor grote uitleglocaties, is ‘Den Haag’ zeer te spreken over zogenaamde ‘straatjes erbij’, kleinere woningbouwgebieden aan de randen van steden en dorpen. Als het aan De Jonge ligt, zijn dit soort locaties in de toekomst uitgesloten van de Ladder voor duurzame verstedelijking. De nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB deelt dit enthousiasme, en hint in het hooflijnenakkoord naar zowel meer grote als kleine buitenstedelijke bouwlocaties.

Zorgen

Experts ruimtelijke ordening zijn niet unaniem gerust op het groeiende animo voor het bouwen in het groen. Zo is de samenhang tussen water- en bodemsystemen en buitenstedelijke woningbouw een veelgehoord punt van zorg. Ook zou de snelheid en efficiëntie van buitenstedelijk ten opzichte van binnenstedelijk bouwen schromelijk worden overschat.

Een laatste zorg is de stedelijke kwaliteit en het woningbouwbestand dat in uitleglocaties wordt gerealiseerd. De Vinex-wijken die rond de afgelopen eeuwwisseling zijn gebouwd, ontwikkelen steeds meer tot eenzijdige woonwijken met vooral plaats voor gezinnen met een hoger inkomen, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving in mei.

Beleidsmakers moeten daar nu lessen uit trekken, aldus het planbureau. Onderzoeker Christian Lennartz zei: “De belangrijkste les voor toekomstige grootschalige wijkontwikkeling is dat beter moet worden nagedacht over de functie en samenstelling van de wijk op de lange termijn.”

Over de auteurs

  • Kasper Baggerman

    Kasper Baggerman is Nieuwsredacteur Omgeving bij PONT | Omgeving. Hij is gespecialiseerd in de woningmarkt en leefbaarheid.

Gerelateerd nieuws

Duurzaam bouwen: geen tijd meer te verliezen

Bij het doel van Kabinet Schoof 1 om jaarlijks 100.000 woningen bouwen, was te weinig oog voor de Europese klimaatdoelen. Althans, dat volgt uit het advies ‘Bouwen met toekomst: werken aan woningen van duurzame materialen’ van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). De noodklok luidt, want de bouwsector met conventionele materialen, zoals beton en staal, is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot in Nederland. Dat moet snel veranderen volgens de Rli.

Omgeving

Hubs zijn er voor iedereen

Mobiliteitshubs klinken misschien technisch, maar in de praktijk gaan ze over mensen. En die mensen? Die verschillen per wijk. In deze vierde blog in de reeks De ruimte ligt op straat zoomen we in op de kracht van participatie. Want één ‘ideale hub’ voor heel Nederland? Die bestaat niet. Wat werkt, hangt sterk af van wie er woont, hoe de buurt eruitziet en wat mensen nodig hebben. Onze collega Erik van der Veen deelt lessen uit de praktijk over hoe je bewoners écht betrekt bij het ontwerp van een hub.

Omgeving

Hoe zout wordt het, en wat betekent dat voor water, landbouw en natuur?

De ministeries van LVVN en I&W, Rijkswaterstaat en STOWA hebben een ambitieus programmaplan laten opstellen, getiteld ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’. De aanleiding is de toenemende verzilting van water en bodem mede door klimaatverandering. Dat levert de nodige kennisvragen op, die in dit plan worden geagendeerd. Voor dit jaar (2025) is 400 duizend euro beschikbaar om een start te maken met de uitvoering. De programmapartners hebben de intentie de komende tijd de financiering voor de looptijd van het gehele meerjarige programma – geschat op 1 miljoen euro per jaar - op tafel te krijgen.

Omgeving

Ecosysteem is minstens zo belangrijk als woning

Een zeldzame plant of dier kan in Nederland een compleet woningbouwproject jaren vertragen. Wie denkt dat natuurinclusief landschapsontwerper en medeoprichter van NL Greenlabel, Nico Wissing, staat te juichen bij dergelijke ontwikkelingen, heeft het mis. “We slaan soms volledig door en dat zet natuurinclusief bouwen in een kwaad daglicht. Natuurinclusief bouwen en economische belangen kunnen prima hand in hand gaan, als we maar tijdig de woningbouwopgave en natuurwaarden op elkaar afstemmen. We zijn tot slot te gast in het landschap.”

Omgeving