Dit is een vertaald persbericht

Het stelt specifieke, juridisch bindende doelen en verplichtingen vast voor natuurherstel in elk van de genoemde ecosystemen – van terrestrische tot mariene, zoetwater- en stedelijke ecosystemen.

De verordening heeft tot doel de klimaatverandering en de gevolgen van natuurrampen te verzachten. Het zal de EU helpen haar internationale milieuverplichtingen na te komen en de Europese natuur te herstellen.

‘’Ik ben blij met deze positieve stemming over de natuurherstelwet, waarover het Europees Parlement en de Raad bijna een jaar geleden overeenstemming hebben bereikt. Het is het resultaat van hard werken en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Er is geen tijd voor een pauze in de bescherming van ons milieu. Vandaag kiest de Raad van de EU ervoor om de natuur in Europa te herstellen en daarmee de biodiversiteit en de leefomgeving van de Europese burgers te beschermen. Het is onze plicht om te reageren op de urgentie van de ineenstorting van de biodiversiteit in Europa, maar ook om de Europese Unie in staat te stellen haar internationale verplichtingen na te komen. De Europese delegatie zal met opgeheven hoofd naar de volgende COP kunnen gaan.’’

  • Alain Maron, Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Herstel van land- en zee-ecosystemen

De nieuwe regels zullen helpen bij het herstel van aangetaste ecosystemen in de land- en zeehabitats van de lidstaten, het verwezenlijken van de overkoepelende doelstellingen van de EU op het gebied van klimaatmitigatie en -aanpassing, en het vergroten van de voedselzekerheid.

De verordening verplicht de lidstaten om maatregelen vast te stellen en uit te voeren om tegen 2030 ten minste 20% van de land- en zeegebieden van de EU te herstellen.

De verordening heeft betrekking op een reeks terrestrische, kust- en zoetwater-, bos-, landbouw- en stedelijke ecosystemen, waaronder wetlands, graslanden, bossen, rivieren en meren, evenals mariene ecosystemen, waaronder zeegras- en spons- en koraalbedden.

Tot 2030 zullen de lidstaten bij de uitvoering van de herstelmaatregelen prioriteit geven aan Natura 2000-gebieden.

Voor habitats die in slechte staat worden geacht, zoals vermeld in de verordening, zullen de lidstaten maatregelen nemen om het volgende te herstellen:

  • minstens 30% in 2030

  • minstens 60% in 2040

  • minstens 90% in 2050

Inspanningen zonder verslechtering

De lidstaten zullen zich inspannen om aanzienlijke achteruitgang te voorkomen in gebieden die:

  • zijn dankzij restauratie in goede staat gekomen

  • de in de verordening genoemde land- en mariene habitats herbergen

Bestuivers beschermen

De afgelopen decennia is de overvloed en diversiteit aan wilde insectenbestuivers in Europa dramatisch afgenomen. Om dit aan te pakken introduceert de verordening specifieke vereisten voor maatregelen om de achteruitgang van de bestuiverpopulaties uiterlijk in 2030 om te keren.

Ecosysteemspecifieke maatregelen

De verordening stelt specifieke eisen vast voor verschillende soorten ecosystemen, waaronder landbouwgrond, bossen en stedelijke ecosystemen.

De lidstaten zullen maatregelen treffen om twee van deze drie indicatoren te verbeteren: de populatie van graslandvlinders, de voorraad organische koolstof in de minerale bodems van akkerland en het aandeel landbouwgrond met landschapskenmerken met een grote diversiteit. Het vergroten van de bosvogelpopulatie en ervoor zorgen dat er tot eind 2030 geen netto verlies optreedt aan stedelijke groene ruimten en het bladerdak, zijn ook belangrijke maatregelen van deze nieuwe wet.

De lidstaten zullen maatregelen treffen om de drooggelegde veengebieden te herstellen en tegen 2030 op EU-niveau minstens drie miljard extra bomen te helpen planten. Om tegen 2030 ten minste 25.000 km rivieren in vrij stromende rivieren te veranderen, zullen de lidstaten maatregelen nemen om door de mens veroorzaakte barrières voor de connectiviteit van oppervlaktewateren weg te nemen.

Nationale restauratieplannen

Volgens de nieuwe regels moeten de lidstaten vooruit plannen en nationale herstelplannen indienen bij de Commissie, waaruit blijkt hoe zij de doelstellingen zullen verwezenlijken. Ze moeten ook hun voortgang monitoren en erover rapporteren, op basis van EU-brede biodiversiteitsindicatoren.

Volgende stappen

De verordening zal nu worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU en in werking treden. Het zal rechtstreeks van toepassing zijn in alle lidstaten.

Tegen 2033 zal de Commissie de toepassing van de verordening en de impact ervan op de landbouw-, visserij- en bosbouwsectoren, evenals de bredere sociaal-economische effecten ervan, evalueren.

Achtergrond

De Europese Commissie heeft op 22 juni 2022 een natuurherstelwet voorgesteld in het kader van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030, die onderdeel is van de Europese Green Deal. Meer dan 80% van de Europese habitats verkeert in slechte staat. Eerdere inspanningen om de natuur te beschermen en te behouden hebben deze zorgwekkende trend niet kunnen keren.

Daarom voorziet de verordening voor het eerst in het nemen van maatregelen om de natuur niet alleen te behouden, maar ook te herstellen. De verordening zal de EU helpen haar internationale verplichtingen na te komen, met name het Kunming-Montréal Global Biodiversity Framework dat is overeengekomen op de VN-biodiversiteitsconferentie van 2022 (COP15).

Gerelateerd nieuws

Warmtenetten: waar lukt het wel en waarom?

Terwijl bij de opwek van schone elektriciteit het ene record na het andere sneuvelt en inmiddels de helft duurzaam is, verloopt de omslag naar duurzame warmte stukken grilliger. Zeker, het gebruik van aardgas is de afgelopen jaren flink gedaald. Getriggerd door de torenhoge gasprijzen als gevolg van de Oekraïnecrisis verstoken we miljarden kuubs minder. Aanvankelijk kreeg ook de verkoop van warmtepompen een geweldige impuls. De verkoop steeg in 2023 tot 150.000 stuks, maar is inmiddels lelijk ingezakt. Veel ernstiger is de situatie bij de aanleg van warmtenetten: met jaarlijks een schrale 15.000 nieuwe aansluitingen (op grote netten) raakt de ambitie van 500.000 nieuwe aansluiting in 2030 ver buiten bereik. Krakend en piepend komen projecten in grote steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht tot stilstand. Er is reden te over om te somberen over aanhoudende onduidelijkheid rond de marktordening, stijgende (bouw)kosten, niet rond te breien businesscases, onkundige gemeenten en sceptische klanten. Toch lukt het links en rechts wel om projecten uitgevoerd te krijgen. Waar zit hem dat in?

Klimaat

Woningisolatie breed bezien

Woningisolatie leidt niet alleen tot energiebesparing en CO2-reductie, maar heeft effect op een groot aantal welzijnsaspecten en vraagt arbeidsinzet en investeringen. De kwaliteit van de uitvoering van de isolatiemaatregelen is van belang om alle mogelijke bredewelvaartsbaten van woningisolatie te realiseren. Dat schrijven het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een gezamenlijke beschouwing op het Nationaal Isolatieprogramma (NIP).

Klimaat

Slimme data voor duurzame landbouw: minder gedoe, meer groen

De duurzaamheidskeurmerken vliegen je in de supermarkt om de oren. Voor consumenten verwarrend, maar ook boeren zien door de bomen het bos niet meer. Ze zijn enorm veel tijd kwijt aan het verkrijgen van deze keurmerken. Berent Baris onderzoekt hoe dit beter kan. Niet alleen voor boeren, maar ook voor de natuur.

Klimaat

Betaalbaarheid en kostenverdeling belangrijkste pijnpunten aardgasvrij beleid

De overstap naar aardgasvrij verwarmen van huizen voor 2050 zorgt bij burgers voor onzekerheid. Waar komen warmtenetten en wie wordt de eigenaar? Laat de gemeente burgers wel meedenken over belangrijke keuzes? En hoe worden kosten voor investering en verbruik verdeeld? Succesvol aardgasvrij beleid sluit aan op wat mensen belangrijk vinden. Daarom heeft het PBL onderzocht welke beleidsopties in plannen voor aardgasvrije wijken volgens burgers meer of minder aanvaardbaar zijn. Burgers onderschrijven weliswaar het belang van aardgasvrij verwarmen, maar zien betaalbaarheid en kostenverdeling als belangrijke pijnpunten. Als dit niet ondervangen wordt, vinden burgers het beleid niet aanvaardbaar.

Klimaat