Het panel heeft ruim 1.400 leden. De leden krijgen elk jaar een uitgebreide vragenlijst over de beleving van hun kwaliteit van leven, participatie, sociale inclusie, zorgbehoeften en de formele en informele zorg die zij krijgen. Door deze jaarlijkse peilingen kunnen we door de tijd heen volgen welke ontwikkelingen er zijn. Daarnaast sturen we jaarlijks een kortere vragenlijst over actuele thema’s, zoals de financiele situatie, stigma en het gebruik van e-health.

Rapportcijfer voor eigen leven

De meest recente publicatie over het panel Psychisch Gezien (1) laat een aantal zaken zien. Panelleden beoordelen het leven dat ze leiden gemiddeld met een 6,4 (op een schaal van 1 tot 10). Dit cijfer is relatief laag vergeleken met andere mensen in Nederland, die hun leven gemiddeld het rapportcijfer 7,5 geven. Je kan denken, een 6,4 dat klinkt toch best nog ok. Maar in vergelijking met de algemene bevolking is het percentage panelleden dat hun leven met een onvoldoende waardeert maar liefs vijf keer groter.

Eenzaamheid

Een groot deel van de panelleden voelt zich erg eenzaam, namelijk 38%. Dit is een veel hoger percentage dan in de algemene bevolking, maar ook hoger dan de eenzaamheid onder bijvoorbeeld ouderen. Ook de participatie en sociale inclusie van panelleden blijft op een aantal belangrijke punten achter. Slechts één op de vijf panelleden heeft een betaalde baan en een kwart neemt zelden of nooit deel aan activiteiten buitenshuis zoals sporten, naar de bioscoop gaan, uit eten gaan of even ergens wat drinken. Vrijwilligerswerk speelt wel een belangrijke rol. Bijna twee op de vijf panelleden heeft vrijwilligerswerk. Toch heeft ruim 40% van de panelleden het gevoel niet mee te tellen in de maatschappij. En dit zijn, helaas, resultaten die door de jaren heen weinig zijn veranderd.

Zorg en ondersteuning vanuit netwerk

De resultaten van het onderzoek onder de panelleden (2) laten ook zien, dat het netwerk van panelleden erg belangrijk voor hen is. Bijna tweederde van de panelleden krijgt zorg en ondersteuning vanuit het eigen netwerk. Een deel van de panelleden is zelf ook mantelzorger (22%). Dit benadrukt dat het betrekken van het netwerk in zorg en het versterken van het netwerk belangrijke onderwerpen zijn. Toch wijzen de resultaten van de peiling uit, dat maar bij een relatief klein deel van de panelleden naasten betrokken zijn bij het stellen van de diagnose (in het afgelopen jaar). Hier is dus volop ruimte voor verbetering.

Professionele zorg en/of ondersteuning

Driekwart van de panelleden krijgt professionele zorg en/of ondersteuning. Het merendeel van deze panelleden krijgt zorg van meerdere hulpverleners. Een derde van de panelleden ervaart daarbij dat er nauwelijks wordt samengewerkt tussen deze hulpverleners. Ook hier valt veel te winnen, met naast inzet op meer en betere samenwerking ook juist focus op het betrekken van het netwerk.

Zorg vanuit een netwerk voor een netwerk

Samenvattend; de recente publicatie over het panel Psychisch Gezien laat wederom zien dat eenzaamheid, het gevoel niet mee te tellen en een vaak geringe mate van participatie een grote stempel drukken op het leven van mensen met langdurige psychische problematiek. Versterken van het netwerk, inzetten op dagbesteding en op sociale contacten waaronder lotgenoten contact zijn dus belangrijk in het creëren van meer mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij. Met zorg die gericht is op de cliënt en zijn of haar netwerk, vanuit samenwerking in een netwerk van zorgverleners: zorg vanuit een netwerk voor een netwerk.

1. https://www.trimbos.nl/actueel/nieuws/de-groep-mensen-met-langdurige-psychische-problemen-die-benodigde-hulp-niet-ontvangt-is-kleiner-geworden/

2. https://www.trimbos.nl/actueel/nieuws/de-groep-mensen-met-langdurige-psychische-problemen-die-benodigde-hulp-niet-ontvangt-is-kleiner-geworden/

Over de auteurs

  • Aafje Knispel

    Aafje Knispel is Wetenschappelijk medewerker Zorg & Participatie bij het Trimbos Instituut.

Gerelateerd nieuws

Rapport aan VN-comité: ‘Rechten van mensen met een beperking worden niet volledig beschermd’

Hoe staat het met de uitvoering van het VN-verdrag handicap? Vandaag moet Nederland hier verantwoording over afleggen bij het VN-comité handicap in Genève. Als toezichthouder op de uitvoering van het verdrag leverde het College een rapport aan bij het comité. Ook is het College vandaag aanwezig bij de dialoog van Nederland met het comité.

Zorg & Sociaal

Toegankelijkheidsrichtlijn: waar moeten financiële instellingen straks aan voldoen?

Op 28 juli 2025 treedt de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn in werking in Nederland. Deze richtlijn stelt nieuwe regels om de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een handicap of een functionele beperking te verbeteren. Om hieraan te voldoen, moeten financiële ondernemingen procedures opstellen, informatie aanpassen en algemene voorwaarden herzien. Voldoen zij niet aan deze voorschriften, dan geldt een meldingsplicht bij de AFM. In dit artikel licht Daniëlle Geelen, Risk & Compliance consultant bij Projective Group, toe wat er van financiële instellingen verwacht wordt.

Zorg & Sociaal

Monitor Discriminatiezaken: stijging aantal meldingen ongelijke beloning

Hoewel er de afgelopen jaren meer aandacht is voor ongelijke beloning, blijft de loonkloof bestaan. Het College zag de afgelopen maanden zelfs een stijging in het aantal meldingen over ongelijke beloning. Dit blijkt uit de halfjaarlijkse Monitor Discriminatiezaken die vandaag is gepubliceerd. In totaal kreeg het College 44 meldingen en 5 verzoeken om een oordeel over dit onderwerp. Recentelijk nog dienden twee vrouwelijke rechters en Bureau Clara Wichmann een klacht in bij het College vanwege de ongelijke beloning van vrouwelijke rechters en officieren van justitie.

Zorg & Sociaal

'Misbruik in zorginstellingen is misschien te voorkomen'

Recentelijk nog berichtte het NOS nieuws over grootschalige wantoestanden tussen 1950 en 2019 in Nieuw Zeeland , een verlate echo van het rapport van onze Commissie de Winter. Maar ook dicht bij huis berichte de Leeuwarder Courant deze week over slachtoffers van verkrachting in Drachten (22 juli). Het is verleidelijk om al deze ‘gevallen’ af te doen als incidentele gevolgen van gestoorde individuen . Dat lijkt een denkfout want daarvoor is het fenomeen misbruik in de jeugdzorg te groot. Vaak durven slachtoffers er niet over te praten (self-silencing) en wijten ze het misbruik aan zichzelf. Dat veroorzaakt nog meer machteloosheid met vaak een post traumatische stressstoornis (PTSS) tot gevolg, die we maar moeilijk kunnen behandelen. Wat kunnen we er aan doen?

Zorg & Sociaal