Drie principes voor de wederombouw

De opgaven waar Nederland voor staat zijn dusdanig groot dat de Nota Ruimte spreekt van ‘de wederombouw van Nederland’. Om de lusten en lasten van deze wederombouw gezamenlijk te dragen, worden drie principes gehanteerd.

Ten eerste moet recht worden gedaan aan volgende generaties. Door nu verantwoordelijkheid te nemen, worden bestaande problemen niet afgewenteld op de na ons komende generaties.Ten tweede moet recht gedaan worden aan schaarste. In een klein land als Nederland is ruimte schaars en waardevol, vandaar dat er gekeken wordt naar efficiënt ruimtegebruik. Het slim combineren van functies is hier een voorbeeld van. Bij het inrichten van de ruimte naar efficiëntie is het van belang dat de ruimtelijke kwaliteiten behouden blijven.

Tenslotte moet er recht worden gedaan aan eigenheid. Dit betekent dat de gebiedskenmerken centraal (blijven) staan en dat er per gebied passende oplossingen worden aangedragen voor de bestaande opgaven.

Aan de hand van deze drie principes bundelt de Nota Ruimte de opgaven waar Nederland voor staat in drie ‘bewegingen’. Deze drie bewegingen zijn onderling verbonden en moeten in samenhang bezien worden. Bij elke beweging wordt een koppeling gemaakt met water en bodem. Nederland ervaart namelijk momenteel al de effecten van extreme piekbuien en langere zomerperioden met droogte en zoetwatertekorten. De grenzen van het Nederlandse water- en bodemsysteem zijn simpelweg bereikt. Vandaar dat het uitgangspunt is dat we ons moeten laten leiden door de grenzen van onze natuurlijke systemen. Hieronder volgt een toelichting op de drie bewegingen.

Beweging naar een toekomstbestendig evenwicht tussen landbouw en natuur

De Nederlandse natuur staat onder druk, door bijvoorbeeld een afname in biodiversiteit, klimaatverandering en een toenemende verdroging van de natuur. Vandaar dat het herstellen van en werken naar een gunstige staat van instandhouding van de Nederlandse natuur een belangrijk doel is van de Nota Ruimte. Om dit doel te bereiken moeten we het huidige landgebruik aanpassen om natuurherstel mogelijk te maken. Deze ontwikkeling noemen we ook wel de landbouwtransitie. Voor een rendabele landbouwtransitie moet er een sector- en gebiedspecifiek ontwikkelperspectief komen. Dit ontwikkelperspectief geeft de (lokale) mogelijkheden weer voor de landbouwtransitie, de ontwikkeling van nieuwe natuur en de benodigde aanpassingen van het water- en bodemsysteem.

Beweging naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving

Nederland heeft een goede infrastructuur en een sterke economie, maar recente geopolitieke spanningen hebben laten zien dat Nederland kwetsbaar en afhankelijk is van andere landen. Vandaar dat de Nota Ruimte benadrukt dat Nederland en Europa zelf moeten gaan voorzien in de energiebehoeften. Een transitie naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving is daarvoor noodzakelijk. Verder moet Nederland proberen te besparen op het gebruik van energie en grondstoffen.

Beweging naar sterke regio’s, steden en dorpen in heel Nederland

Nederland staat voor generieke en deels regionaal specifieke ontwikkelopgaven. Denk bijvoorbeeld aan de grote woningvraag, bevolkingstoename, de toenemende energievraag en klimaatverandering. Om de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten, worden functies slim gecombineerd. Hierbij wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de kenmerken van de regio’s. Dit vraagt om strategieën die op de specifieke regio’s zijn toegespitst, waarbij benadrukt wordt dat de onderscheidende kwaliteiten van de Nederlandse steden en dorpen zowel ruimtelijk als economisch van groot belang zijn.

Participatietraject van Nota Ruimte

Dit waren in een notendop enkele belangrijke elementen van het voorontwerp van de Nota Ruimte.

Er is een participatieplan opgesteld, waarin staat toegelicht hoe mensen kunnen bijdragen aan de uiteindelijke (ontwerp) Nota Ruimte. Dit participatieplan heet ‘Doe en denk mee met de nieuwe Nota Ruimte’. Het traject bestaat uit meerdere onderdelen. Eén van de onderdelen is dat participanten ‘op de stoel van de minister’ kunnen zitten. Dit onderdeel is voor iedereen toegankelijk. Deelnemers krijgen vraagstukken voorgelegd over de fysieke leefomgeving. Vervolgens is het aan de deelnemers om in de rol van bestuurders te kruipen en keuzes te maken over deze vraagstukken. De uitkomsten hiervan weerspiegelen de wensen van de participanten.

Een ander onderdeel is de inzet van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). Dit is een platform dat de communicatie tussen de Rijksoverheid en de samenleving regelt. De voornaamste doelgroepen van dit platform zijn maatschappelijke organisaties en bedrijven. Dit overlegorgaan zorgt ervoor dat alle belanghebbenden inspraak hebben bij de grote maatschappelijke vraagstukken in de fysieke leefomgeving.

Dit zijn pas twee voorbeelden van het ruim opgezette participatieplan voor de Nota Ruimte. Het volledige participatieplan kunt u op deze site downloaden. De uitkomsten van het participatieplan worden verwerkt in een ontwerp Nota Ruimte, waarna een definitieve Nota Ruimte naar verwachting eind 2024 wordt vastgesteld. Helaas heeft het proces inmiddels al vertraging opgelopen, waardoor het onduidelijk is wat de huidige planning is.

Van het verdere verloop houden wij u vanzelfsprekend op de hoogte!

Benieuwd naar het volledige Voorontwerp Nota Ruimte? Die vindt u hier!

Over de auteurs

  • Merel Brinkman

    Merel Brinkman is werkzaam voor Catch Legal en gespecialiseerd in het omgevingsrecht en het algemeen bestuursrecht. Zij heeft dan ook ruime ervaring met horeca- en handhavingszaken en heeft daarin zowel particulieren als het MKB bijgestaan.

Gerelateerd nieuws

Hoe gaan bouwwerkzaamheden en flora en fauna samen?

Verduurzamingstrajecten, herstructureringsprojecten en zelfs groot onderhoud: steeds vaker lopen dit soort werkzaamheden vertraging op door onderzoek vanwege de Flora- en Faunawet. Hoe kun je toch bouwen, verduurzamen en onderhoud plegen zonder schade toe te brengen aan de natuur? Woningcorporatie Woonopmaat zocht samen met de gemeente Heemskerk naar een oplossing.

Omgeving

eDNA-methode kansrijke toevoeging bij natuurvriendelijk isoleren

De innovatieve onderzoeksmethode eDNA is kansrijk om het natuurvriendelijk isoleren van spouwmuren sneller en goedkoper te maken. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en staatssecretaris Jean Rummenie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur willen deze methode daarom als ‘erkende maatregel’ in de Omgevingsregeling opnemen. Hiermee zouden isolatiebedrijven sneller en goedkoper kunnen werken dan volgens de huidige eisen, waarbij een uitgebreid ecologisch onderzoek verplicht is naar de aanwezigheid van beschermde diersoorten.

Klimaat

Groen licht voor project ViA15

Het tracébesluit ‘A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15)’ is definitief. De A15 in de regio Arnhem mag worden doorgetrokken en de A12 en A15 mogen worden verbreed. Met deze einduitspraak komt een einde aan een lange juridische procedure. In maart 2024 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak al dat het tracébesluit bijna in orde was, maar dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat nog wel een nadere onderbouwing moest geven voor de inzet van het zogenoemde extern salderen. Die nadere motivering kwam in juli 2024. In de einduitspraak van vandaag (2 oktober 2024) komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat deze nadere onderbouwing toereikend is. Daarmee is het tracébesluit na zeven jaar definitief.

Klimaat

De kracht van de beleidscyclus: Zo krijgt de overheid grip op ruimtelijke opgaven

Werken met de Omgevingswet is al bijna gewoon! De invoering van de wet is soepel verlopen. Toch blijft de vraag: wat is het juiste middel onder de Omgevingswet om gebiedsontwikkelingsprocessen echt in beweging te krijgen?

Omgeving