Procedures voor woningbouw moeten korter, klinkt het regelmatig vanuit marktpartijen. De vergunningverlening is te traag en stroperig en de gemiddelde planontwikkelingsfase van een project is veel te lang, is de tendens.

Den Haag is op de hoogte van het probleem. Voormalig minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge presenteerde eerste plannen om procedures vlot te trekken, die deels bekrachtigd moeten worden met de Wet versterking regie volkshuisvesting. Zijn opvolger Mona Keijzer zal dit voorzetten, het versnellen van “ingewikkelde en lange” bouwprocedures is één van de ‘hoofdlijnen’ van het nieuwe kabinet.

Eén van de manieren om dit voor elkaar te krijgen, is parallel plannen. Het is ogenschijnlijk simpel: de verschillende stappen in het planontwikkelingsproces worden niet stapsgewijs maar gelijktijdig doorgelopen. Het rekenen, tekenen, onderzoeken, betrekken van omwonenden en het maken van juridische afspraken wordt zoveel mogelijk naast elkaar gedaan.

Noord-Holland heeft er oor naar. Conform de regionale woondeals moet deze provincie tot 2030 ongeveer 191.000 woningen bijbouwen, de op een na grootste bouwopgave van het land. Met parallel plannen moet die opgave worden gevlot. De provincie gaat hiervoor een pilot uitwerken en toepassen, staat in de maandag verschenen Actieagenda Wonen en Versnelling Woningbouw 2024-2028. Zeven pilots die BZK vorig jaar opzette, dienen ter inspiratie.

“Met alles tegelijk beginnen dankzij goede projectbegeleiding is een enorme succesfactor, omdat je in één keer alle partijen aan tafel trekt”, lichtte gedeputeerde wonen Jelle Beemsterboer toe in Noordhollands Dagblad. “Vaak zie je in dit soort processen dat gaandeweg de rit iemand terugkomt op eerder gedane uitspraken. Bijvoorbeeld omdat zijn collega’s vinden dat het toch weer anders moet. Door te markeren dat je een fase verder bent, maakt een procesbegeleider dat niet teruggekomen wordt op eerdere afspraken.”

De provincie gaat in samenspraak met bouwers, ontwikkelaars, corporaties en belangenorganisaties locaties kiezen voor pilots. Gemeenten die interesse hebben, kunnen zich melden bij de provincie, zegt een woordvoerder tegen PONT | Omgeving.

Planproces van zes naar twee jaar

Het Rijk kwam parallel plannen op het spoor na een pleidooi van Evelyn Rademaker en Peter van Bosse van adviesbureau Fakton en zelfstandig adviseur Annius Hoornstra. Inmiddels lopen er onder begeleiding van Fakton en Hoornstra vier pilots voor projecten tot 1.000 woningen in Alphen aan den Rijn, ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven en Teylingen, en drie van grotere schaal in NOVEX-gebieden.

De verwachtingen zijn hooggespannen. Volgens Fakton kan het planproces met parallel plannen worden teruggebracht van zes naar twee jaar. Bovendien daalt de benodigde capaciteit bij gemeenten, corporaties, ontwikkelaars en adviseurs door de aanpak, stelt het adviesbureau. Potentieel halveert het aantal uren dat een gemeente in een project moet stoppen. En een laatste voorspeld voordeel: doordat projecten sneller worden doorlopen, zijn ze minder gevoelig voor veranderende wetgeving of marktomstandigheden, waardoor planuitval terugloopt.

Maarten Hoorn, opgavemanager ruimte en wonen bij Platform31, bevestigt de potentie van de manier van werken. “Het is behoorlijk kansrijk, tonen de pilots en vergelijkbare aanpakken als de 100 dagen-aanpak”, zegt hij desgevraagd. “Het verg de nodige aandacht, maar als je projectteams vroegtijdig bij elkaar zet, blijkt het mogelijk om in kortere tijd meer gedaan te krijgen.”

Ook ontwikkelaars zijn enthousiast. “Door in te stemmen met een traject van parallel plannen committeren partijen zich aan de aanpak, zorgen ze voor voldoende bemensing en reageren ze adequaat. Dat alleen al levert tempo in het proces. Het gaat dus om commitment en het inzetten van voldoende mankracht, waardoor de capaciteit op orde is. De focus op wat er parallel kan zorgt dat er effectief en efficiënt wordt samengewerkt met elkaar”, zegt een woordvoerder van BPD tegen PONT | Omgeving.

Uitzoekwerk

Een ultieme troefkaart is parallel plannen niet, zeggen de experts die PONT | Omgeving sprak. “Ik ben enthousiast over parallel plannen, maar het moet zich nog wel bewijzen. Als het allemaal heel eenvoudig was, zou het al meer gebeuren”, zegt Jos Feijtel, adviseur versnelling woningbouw en lid van het Expertteam Woningbouw van BZK. Hij benadrukt dat projecten nog altijd onderhevig kunnen zijn aan politieke eisen, of er nou parallel gepland wordt of niet. Ook biedt het geen waterdicht antwoord op bezwaar- en beroepsprocedures. “Dat blijven ongewisse factoren.”

Zie parallel plannen dus als één deel van de puzzel, aldus Feijtel. Dat is in feite ook wat Noord-Holland en het Rijk voor ogen hebben. Zo wil Noord-Holland terughoudend zijn met extra regels bovenop landelijk beleid en een nieuw Loket Versnelling Woningbouw oprichten ter ondersteuning van gemeenten en bouwers.

Het is verder de vraag of het parallelle plannen bij elk soort project voor noemenswaardige tijdswinst zorgt. “Het kan niet voor alle projecten. We zien nu zijdelings dat het aanleren van deze manier van werken ook veel capaciteit vraagt. Dus de hamvraag, hebben we genoeg mensen voor de opgave, blijft actueel. Maar dat deze manier van werken flinke tijdswinst kan opleveren is evident”, zegt de woordvoerder van ontwikkelaar BPD.

Hoorn: “Bij enorm complexe ontwikkelingen met veel stakeholders wordt dit moeilijker. Verder kan parallel plannen risico’s verhogen. De reden dat het planproces nu stapsgewijs wordt doorlopen, is risicospreiding. Sommige stappen zijn afhankelijk van elkaar. Zo is het ontwerp van grote invloed op de uitkomsten van milieuonderzoeken. Als je dat tegelijkertijd doet, wordt het moeilijker om bij te sturen.”

“Je moet eerst a weten voordat je b kunt doen, is nu vaak de gedachte”, zegt Feijtel over de traditionele stapsgewijze aanpak. In dat openbreken zit wat hem betreft de grootste waarde van de pilots. “Die moeten de speling daarin blootleggen. Welke onderdelen van welke fases kan je daadwerkelijk zonder complicaties tegelijkertijd doen?”

Over de auteurs

  • Kasper Baggerman

    Kasper Baggerman is Nieuwsredacteur Omgeving bij PONT | Omgeving. Hij is gespecialiseerd in de woningmarkt en leefbaarheid.

Gerelateerd nieuws

Wat betekent verzilting voor water, landbouw en natuur?

Steeds vaker dringt zout water ons land binnen, voor een deel als gevolg van klimaatverandering. Wat betekent dit voor het water- en bodemsysteem, voor de landbouw en de natuur? Om dit te onderzoeken, heeft het Rijk samen met STOWA een ambitieus programmaplan opgesteld: ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’. Voor het jaar 2025 is 400.000 euro beschikbaar om een start te maken. Het doel is een meerjarig kennisprogramma met een budget van ongeveer 1 miljoen euro per jaar.

Omgeving

‘Overheid: werk mét bedrijfsleven aan voldoende en aan schoon water’

Nederland staat voor grote wateruitdagingen – van droogte tot drinkwatertekorten en schoner water. Het bedrijfsleven pakt graag de handschoen op om samen met de overheid te werken aan voldoende beschikbaarheid van water en in de verbetering van de kwaliteit ervan. Dat aanbod doen VNO-NCW en MKB-Nederland in aanloop naar het Commissiedebat water van de Tweede Kamer op 24 september. Beleid wat werkbaar is in de praktijk is daarbij het uitgangspunt.

Omgeving

Bestaanszekerheid vraagt om gezamenlijk beleid over grenzen beleidsterreinen heen

Bestaanszekerheid vraagt om meer dan een voldoende inkomen, stellen de planbureaus SCP, PBL en CPB in de studie ‘Bestaanszekerheid vanuit een bredewelvaartsperspectief’. Zo kunnen ook een slechte gezondheid, onveilige leefomgeving of laaggeletterdheid de bestaanszekerheid aantasten. Beter zicht op alle relevante aspecten, hun samenhang en de verschillen tussen burgers maakt effectiever en efficiënter beleid op dit terrein mogelijk.

Zorg & Sociaal

Wonen of zorg? De juridische scheidslijn in woonzorgvastgoed

De vergrijzing zet onze samenleving op scherp: de vraag naar innovatieve woonzorgconcepten stijgt explosief. Beleggers en ontwikkelaars storten zich massaal op woonzorgvastgoed. Maar juist op het snijvlak van wonen en zorg ontstaan interessante juridische vraagstukken, want wie bepaalt of een woning vooral een thuis is, of toch vooral een zorginstelling? Die scheidslijn is allesbepalend voor de wet- en regelgeving die geldt. Zodra zorg de boventoon voert en wonen ondergeschikt is, veranderen de spelregels drastisch – met grote gevolgen voor huurbescherming en contractuele afspraken. Wat betekent dat concreet voor huurders, verhuurders en zorgaanbieders? En waarom is het cruciaal om de afspraken over huur en zorg glashelder vast te leggen? In deze blog wordt die vraag beantwoord en wordt door Nika Niels en Isa Horstik uiteengezet welke regels van toepassing zijn wanneer wonen en zorg nauw met elkaar verweven zijn.

Omgeving