Om de ontstane problemen, zoals de lange wachtlijsten, op en aan te pakken is in april 2024 het wetsvoorstel Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is een stap waarmee opvolging wordt gegeven aan de Hervormingsagenda Jeugd. In deze agenda zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de beschikbaarheid van de jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen in het land, door het versterken van de regionale samenwerkingen van gemeenten en daarnaast het beter organiseren van de regionale en landelijke contractering van de specialistische jeugdzorg.

 

Wetsvoorstel

De laatste jaren is er veel kritiek geweest op de jeugdzorg, zoals de lange wachtlijsten en het tekort aan gekwalificeerd personeel. Dit heeft geleid tot frustraties bij kinderen, ouders en professionals. 

Om deze problemen aan te pakken is het wetsvoorstel Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg opgesteld, met het idee het systeem efficiënter en toegankelijker te maken. 

Het wetsvoorstel verplicht gemeenten samen te werken en gezamenlijk, regionaal de specialistische jeugdhulp in te kopen. Hiermee worden de jeugdreclassering, kinderbeschermingsmaatregelen en vormen van specialistische jeugdhulp bedoeld. Het wetsvoorstel benoemt dat nog moet worden vastgesteld welke specifieke vormen van specialistische jeugdhulp dit behelst. 

Het doel van het wetsvoorstel is dat deze vormen van jeugdhulp altijd voldoende beschikbaar zullen zijn.

Ook stelt het wetsvoorstel eisen aan de toezichtstructuur en de financiële verantwoording, die de aanbieders moeten afleggen. Zo komt er bijvoorbeeld de verplichting voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen om een interne toezichthouder aan te stellen.

Naast de opdracht dat de gemeenten gezamenlijk moeten gaan inkopen, krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de wettelijke taken van stelselonderzoek, vroegsignalering en toezicht op het gebied van de Jeugdwet.

 

Doelstelling van de wet

Een wetsvoorstel wordt nooit zomaar ingediend. Er moet sprake zijn van een situatie die niet op een andere manier te verbeteren is. De afgelopen jaren is er veel geprobeerd om de problemen binnen de jeugdzorg, die helaas structureel zijn geworden, aan te pakken.

De belangrijkste doelstellingen van het wetsvoorstel Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg zijn:

  • Verkorting van de wachtlijsten: dit is een primaire doelstelling van het wetsvoorstel. Door betere coördinatie en meer middelen beschikbaar te stellen, moeten kinderen eerder geholpen worden en de zorg krijgen die ze nodig hebben. 

  • Samenwerking en coördinatie: het wetsvoorstel bevordert de samenwerking tussen de gemeenten. Dit moet leiden tot een effectiever zorgproces.

  • Toegankelijkheid van de zorg: door drempels weg te nemen en te zorgen voor een betere verdeling van de voorzieningen over het land, moet de toegankelijkheid vergroten.

  • Verhoging van zorgkwaliteit: door strengere eisen te stellen aan de zorgverleners en te investeren in trainingen en opleidingen, moet de kwaliteit van de zorg omhoog gaan.

Conclusie

Dat er iets groots moet gebeuren om de structurele problemen in de jeugdzorg aan te pakken, lijkt mij duidelijk. Er zijn te veel kinderen in Nederland de dupe van hoe het op dit moment geregeld is en dat is naar mijn idee niet meer te verantwoorden. Door de focus te leggen op kortere wachtlijsten, de kwaliteit van de geleverde zorg en de toegankelijkheid te vergroten, lijkt het ingediende wetsvoorstel op dit moment een stap in de goede richting.

De vraag die het wel bij mij oproept: wat is de invloed op de huidige inkoop die alle gemeenten hebben gedaan. Staat dit elkaar in de weg? Worden huidige contracten en afspraken over verlengingen ontbonden? Of kan er worden gewacht tot huidige contracten zijn verlopen? Zoals elke implementatie, zal ook de implementatie van Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg, niet makkelijk zijn en uitdagingen met zich meebrengen. Het succes van dit wetsvoorstel zal afhangen van de samenwerking en inzet van alle betrokken partijen, om een effectiever jeugdzorgsysteem te creëren. 

De vragen over de inkoop en de zorg over de implementatie zijn niet de enige punten die naar boven komen, ook hoop en twijfels.  De hoop dat dit wél iets gaat veranderen na alles wat al geprobeerd is, want de problemen zijn niet van gisteren. Maar de hoop wordt overstemd door twijfels. Ik ben namelijk van mening dat er onvoldoende kan veranderen als de voorkant niet wordt aangepakt.Met de voorkant bedoel ik dat er in mijn ogen genormaliseerd mag worden, waar de laatste jaren problematiseren de standaard lijkt geworden. Wat is de norm tegenwoordig van "normaal" gedrag bij kinderen? Mogen kinderen zichzelf nog zijn of moeten we overal een stempel opplakken en begeleiding inzetten? Als we van problematiseren normaliseren maken, pakt dit dan niet de wachtlijsten al aan?

Op dit moment ligt het wetsvoorstel nog bij de Tweede Kamer. Als het door de Tweede Kamer wordt aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer, die kan het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. Wijzigingen of verbeteringen kunnen niet worden voorgesteld. Wanneer de Tweede Kamer gaat debatteren over het wetsvoorstel is nog niet bekend. Het is dus nog afwachten of het wetsvoorstel aangenomen gaat worden, alvorens het in werking kan treden. Tot die tijd gaan we door met de huidige inzet om onze kinderen in Nederland zo goed en passend mogelijk te helpen en laten we de kinderen vooral kinderen zijn, met al hun mooie kanten.

Over de auteurs

  • Yvonne Inklaar

    Yvonne is werkzaam als kwaliteitsmedewerker bij Factum en is een echte pionier op tactisch en operationeel niveau.

Gerelateerd nieuws

Brede welvaart in Nederland licht gestegen; regionale verschillen blijven aanzienlijk

De brede welvaart is in 2024 licht gegroeid. Deze toename is vooral te danken aan hogere reële inkomens, meer baanzekerheid en het verdere herstel van het subjectief welzijn – oftewel hoe gelukkig en tevreden mensen zijn. Tegelijkertijd blijft de woontevredenheid een punt van zorg: deze is na jaren van daling ook in 2024 verder afgenomen. Regio's als het Gooi en Vechtstreek, Leiden en Bollenstreek en de Achterhoek behoren tot de koplopers in brede welvaart.

Asielopvang: lessen in bestuurlijke moed en draagvlak in tijden van polarisatie

De Spreidingswet, aangenomen in 2023, beoogt een eerlijkere verdeling van asielopvang over gemeenten. Hoewel de wet zijn eerste vruchten afwerpt, blijft het een gevoelig en gepolariseerd dossier. Irene van Eldik (senior adviseur sociaal domein), Julia van Neerrijnen (junior adviseur sociaal domein) en Robert Wester (senior managing consultant Openbaar bestuur en Managing Director EU) geven tips over wat gemeenten kunnen leren van de recente praktijk en hoe te zorgen dat je polarisatie niet in de hand werkt.

Zorg & Sociaal

Van transitie naar koersvastheid: wat tien jaar decentralisatie ons leerde

Tien jaar na de decentralisaties in het sociaal domein blijkt één les boven alles uit te steken: gemeenten met een heldere, doorleefde visie staan sterker in uitvoering, samenwerking en financiële grip.

Zorg & Sociaal

Waar publieke ruimtes verdwijnen, slinkt kansengelijkheid

In een samenleving waarin kansengelijkheid steeds hoger op de agenda staat, is het opvallend hoe weinig aandacht er is voor de fysieke plekken die sociale mobiliteit bevorderen. Bibliotheken verdwijnen, jongerencentra sluiten en scholen fuseren, waardoor mensen steeds verder moeten reizen om gebruik te kunnen maken van essentiële voorzieningen.