Wat vooraf ging

Het rapport van Jason liet een diep bezorgde kamer achter, maar leidde niet tot concrete resultaten. En dat terwijl naast de afschuwelijke details, de auteurs van dit stuk ook een brief aan de Tweede Kamer (2) schreven met als strekking dat veel wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de gesloten jeugdhulp meer schade berokkent dan helpt. De strekking van tien jaar onderzoek laat zien dat jongeren in de gesloten jeugdhulp niet veilig zijn (3). De reactie van de staatssecretaris in het debat was dat er onvoldoende alternatieve plekken waren en het daarom niet lukt om de gesloten jeugdhulp af te bouwen. Maar wij betogen dat het niet gaat om ‘plekken’, maar om het aanbrengen van een wijziging in de manier waarop we omgaan met jongeren die complexe problemen hebben.

Relationele Veiligheid

Jongeren met complexe problemen hebben in de eerste plaats een veilige omgeving nodig. De volgende stap kan de inzet van behandeling zijn, waarvan voldoende is aangetoond dat hiermee de beoogde doelen bereikt kunnen worden. Wanneer de gesloten jeugdzorg niet voor veiligheid kan zorgen en vaak ernstige schade toebrengt, geen adequate behandeling kan bieden en een onderbreking van de schoolloopbaan betekent, is er geen enkele reden om de gesloten jeugdzorg te continueren. We helpen kinderen in de gesloten jeugdzorg niet van ‘de regen in de drup’, maar van de ‘drup of regen’ naar ‘noodweer’. Waar het werkelijk om gaat is dat deze jongeren relationele veiligheid nodig hebben en juist dat kan de gesloten jeugdhulp niet bieden, zo laat ook meer dan tien jaar leefklimaatonderzoek zien en het rapport van Jason. Anne Pelzer en Esther Winters schreven onlangs een mooi boek (‘Een weg naar relationele veiligheid, herstellen in de crisispsychiatrie’, uitgeverij Brave New Books). Die relationele veiligheid proberen ze in de praktijk te brengen en daarom is dit boek in het debat zo waardevol, want het bevat veel tips over om die relationele veiligheid, ook bij crisis en complexe problemen tot stand te brengen. Daar zou het debat over moeten gaan en wat er meer nodig is in de samenleving: op welke wijze wij de pedagogische basis weer terugbrengen.

Versterking Pedagogische basis nodig

Kortgezegd gaat de pedagogische basis over veilig opgroeien binnen de familie, in de buurt, op school en in de samenleving (participatie) (4) en niet over opgroeien in ‘plekken’ zoals van Ooijen de discussie versmalde in zijn antwoord. En als we die circa 250 miljoen euro die de gesloten jeugdhulp nu kost aanwenden voor versteviging van relationele veiligheid en de pedagogische basis komen we misschien verder in de zorg voor complexe problemen en hebben we veel van die ‘plekken’ niet meer nodig. En als we ze wel nodig hebben, dan alleen kleinschalig, kortdurend en met een veilig en positief leefklimaat en onderwijs op maat.

Wanneer we het debat blijven voeren over ‘plekkendenken’ komen we er nooit uit in de jeugdhulp voor jongeren met complexe problemen. Ongemerkt voor velen gooide de staatssecretaris in het debat een bommetje door te zeggen dat er onvoldoende alternatieve plekken zijn en het ‘dus’ waarschijnlijk niet gaat lukken om de gesloten jeugdhulp in 2030 af te bouwen, zoals de Kamer beloofd was.

Als het de Kamer niet lukt ondanks de moedige pogingen van Westerveld en Bruyning, dan rest ons alleen de kinderrechters te vragen kritisch te kijken naar aanvragen voor gesloten jeugdhulp (ook via de Wet Verplichte GGZ) en gemeenten te adviseren goed na te denken over welke jeugdhulp in te kopen en welke niet. Er zijn inmiddels voldoende alternatieven. En uiteraard zijn wij altijd bereid gemeenten en instellingen daarbij te adviseren vanuit onze rol als praktijkgerichte wetenschappers. Want wat voorstanders van de gesloten jeugdhulp ook mogen beweren over hoe nodig die is, de aarde is volgens ons niet plat en wetenschap is niet ‘maar een mening’. Het leed van kinderen en hun schade en vaak permanente ontwikkelingsachterstanden, die ze bij langdurig verblijf in ‘plekken’ opdoen (5) is echt.

  1. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2024Z04122&did=2024D09637

  2. Zie ook: https://sociaalweb.nl/nieuws/rapport-jason-en-opnamestop-zikos-afdelingen-in-de-gesloten-jeugdzorg/

  3. https://acamh.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/jcpp.13929 en: https://sociaalweb.nl/nieuws/een-veilige-plek-voor-alle-kinderen/

  4. Ringbom, Ida & Suvisaari, Jaana & Kääriälä, Antti & Sourander, Andre & Gissler, Mika & Ristikari, Tiina & Gyllenberg, David. (2021). Psychiatric disorders diagnosed in adolescence and subsequent long-term exclusion from education, employment or training: longitudinal national birth cohort study. The British Journal of Psychiatry. 220. 1-6. 10.1192/bjp.2021.146.

Over de auteurs

  • Dorien Graas

    Dorien Graas is lector Jeugd aan de Hogeschool Windesheim. Zij doet onderzoek op het brede terrein van het veilig(er), gezond(er) en kansrijk opgroeien van kinderen en jongeren. Ze werkt daarbij samen met jongeren, ouders, professionals en beleids- en praktijkinstellingen op het gebied van onderwijs, jeugdhulp en de jeugdgezondheidszorg vanuit het perspectief van ontzorgen en normaliseren en het versterken van de sociaalpedagogische context en relatie. Een mooi voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Samen normaliseren. Dorien Graas is afgestudeerd historicus en heeft als docent gewerkt in het middelbaar onderwijs. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar zorgenkinderen in het (speciaal) onderwijs (Faculteit Psychologie & Pedagogiek VU Amsterdam).Dorien Graas is afgestudeerd historicus en heeft als docent gewerkt in het middelbaar onderwijs. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar zorgenkinderen in het (speciaal) onderwijs (Faculteit Psychologie & Pedagogiek VU Amsterdam). Dorien heeft onder andere gewerkt als senior adviseur voor de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (adviescollege van het Kabinet) en als directeur van het interdisciplinair instituut van de VU Amsterdam het Amsterdams centrum voor kinderstudies.

  • Peer van der Helm

    Peer van der Helm is sinds 2014 lector Residentiele Jeugdzorg van Hogeschool Leiden, en in 2021 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar onderwijs en zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Hij doet samen met een team onderzoekers en docenten onderzoek naar het leef- en leerklimaat voor jongeren die het in onze samenleving minder getroffen hebben, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en gezinshuizen. Ook doet het lectoraat onderzoek naar het werkklimaat onder medewerkers van instellingen en het speciaal onderwijs. Het doel van dit onderzoek is het verbeteren van het klimaat in de instellingen om daarmee de ontwikkelingskansen van jongeren te vergroten. Om weer deel te nemen aan de samenleving, is het voor deze jongeren erg belangrijk van groot belang voor participatie in onze samenleving. Hij studeerde psychologie en promoveerde in 2011 aan de Vrije Universiteit Amsterdam op onderzoek naar het leefklimaat in de Justitiële Jeugdzorg.

  • Geert-Jan Stams

    Geert-Jan Stams is hoogleraar Forensische Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam.

Gerelateerd nieuws

Nieuwe Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg maakt aanpak zorgfraude makkelijker

Binnenkort treedt wetgeving in werking die de gegevensuitwisseling in het kader van de zorgfraude mogelijk maakt; de ‘Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg’. Privacyjurist Corrie Ebbers analyseert en duidt de wet.

Data & Privacy

Wat wil coalitie nu echt met de zorg en het sociaal domein? Antwoord: geen idee

Bijna zes maanden hebben PVV, VVD, NSC en BBB erover gedaan om tot hun akkoord op hoofdlijnen te komen. Het is, gezien die lange looptijd, wonderlijk dat er geen samenhangende visie op bijvoorbeeld het terrein van zorg en het sociaal domein zichtbaar is, ziet Tom Reijner.

Zorg & Sociaal

1 op 3 mensen ontvangt stapelfacturen voor eigen bijdrage Wmo en Wlz

Ruim een miljoen Nederlanders betaalt elk jaar eigen bijdragen voor langdurige zorg. Bijna 1 op de 3 mensen die eigen bijdragen betalen, wordt geconfronteerd met stapelfacturen. Dat zijn facturen waarin eigen bijdragen voor meerdere maanden tegelijk in rekening wordt gebracht. Vaak gaat het hierbij om kwetsbare mensen zoals ouderen die permanente zorg nodig hebben, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening. Stapelfacturen kunnen leiden tot financiële onzekerheid en betalingsproblemen bij deze groep mensen, maar daar heeft de minister geen zicht op.

Zorg & Sociaal

Grote invloed van klimaatverandering op gezondheid, meer onderzoek nodig naar samenhang

De effecten van klimaatverandering worden steeds duidelijker merkbaar, ook op onze gezondheid. Het RIVM analyseerde voor de periode 1991-2020 welke gezondheidseffecten dat zijn. Ook onderzocht het RIVM de impact van deze effecten en hoe waarschijnlijk het is dat ze plaatsvinden. Het RIVM keek daarbij naar hitte, luchtkwaliteit, mentale gezondheid, uv(ultraviolet)-straling, (pollen)allergieën en infectieziekten. De studie is onderdeel van een overzichtsrapport van het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat beschrijft voor verschillende sectoren de invloed van klimaatverandering. Daaruit blijkt dat gezondheidseffecten ook in vergelijking met andere sectoren hoog scoren op impact en waarschijnlijkheid. De effecten van klimaatverandering staan niet los van elkaar, maar kunnen elkaar versterken. Het RIVM vindt het belangrijk dat hier meer onderzoek naar wordt gedaan, zodat Nederland zich beter kan voorbereiden op extreme weersomstandigheden waarin gelijktijdig effecten optreden in de onderzochte sectoren.

Zorg & Sociaal